Hun speciale wapenuitrusting kostte erg veel geld. En om dat geld te verdienen, boden ridders zich aan bij graven en prinsen, en vochten mee in hun legers.In ruil voor dat meevechten konden de ridders geld lenen van hun heer. Van dit geld kochten ze een groot stuk land, en dat lieten ze bewerken door boeren.
Ridders leefden in kastelen. In zo'n kasteel moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg. In een kasteel woonden koningen, baronnen, ridders, bedienden en ander personeel.
De uitrusting van een ridder bestond uit een minimum van een oorlogspaard, zwaard, schild en lans. Daarnaast droeg een ridder beschermende kleding zoals een maliënkolder, helm en beschermende stukken hard leer over de armen en benen.
De beroemdste ridder
Eduard van Woodstock, de Zwarte Prins, was een uitstekend tacticus. Op zijn 16e behaalde hij twee overwinningen in de Honderdjarige Oorlog met minder mannen dan de vijand.
Ze vochten voor een heer of graaf. Omdat de ridders hoog op een paard zaten, liepen ze een stuk minder gevaar en konden ze soldaten te voet gemakkelijk verslaan. Later waren ridders belangrijk in de kruistochten. Ze vochten tegen de mohammedanen, vooral in het gebied waar nu Israël ligt.
Een echte ridder moest sowieso het verschil tussen mijn en dijn kennen. 'De lepels waarmee wordt gegeten, mag je niet meenemen. ' Ook mocht een waardige ridder nooit eten wanneer anderen dronken noch met volle mond praten of drinken.
De belangrijkste 'ridders' uit de wereldgeschiedenis werden vereerd als de 'Negen Besten': drie uit de klassieke oudheid (Hector, Alexander de Grote en Julius Caesar); drie uit de joodse geschiedenis (Jozua, David en Judas Maccabeüs) en drie christenen (Artur, Karel de Grote en Godfried van Bouillon).
Nederland kent namelijk twee soorten ridders. De ridder als adellijke titel en de ridder als bewapende ruiters.
In de middeleeuwen waren de ridders altijd mannen van adel. Dat kwam doordat je rijk genoeg moest zijn om zelf je uitrusting te kunnen betalen en doorgaans beschikten alleen de edelen over genoeg geld. In de vroege middeleeuwen waren ridders vooral mannen van lage adel.
Wetenschappers hebben ontdekt dat ridders uit de vijftiende eeuw enorm gehinderd werden door hun harnas. De harnassen uit die tijd wogen zo'n dertig tot vijftig kilo. Wetenschappers vroegen zich af welke invloed het harnas op de prestaties van de ridder hadden en probeerden het uit.
Een ridderslag of accolade is het verlenen door een (adellijk) heer van de ridderlijke waardigheid door middel van het leggen van diens zwaard op beide schouders van een persoon.
Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten. Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
Ridders hadden verschillende wapens. Zij vochten met een lans, speer of zwaard. Een schild werd gebruikt om de steekwapens af te weren. Ook als het geen oorlog was, vochten de ridders.
De eerste vijf graden zijn: Ridder Grootkruis, Grootofficier, Commandeur, Officier en Ridder. Een benoeming in de zesde graad betekent dat iemand tot lid benoemd is in de Orde van Oranje-Nassau.
Ridder Grootkruis is de hoogste graad in de Orde van Oranje-Nassau. Wanneer een burger deze koninklijke versierselen uitgereikt krijgt, is dat zeer uitzonderlijk en bijzonder. Oud-premiers worden vaak benoemd tot Ridder Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau.
2.828 Nederlanders zijn vandaag koninklijk onderscheiden voor hun bijdrage aan de samenleving. Onder hen zijn 998 vrouwen en 1830 mannen. Nederland is sinds vandaag 18 Ridders in de Orde van de Nederlandse Leeuw rijker. Daarnaast zijn 49 Officieren, 325 Ridders en 2.436 Leden in de Orde van Oranje-Nassau benoemd.
Vlak voor hij stierf zal Arthur de opdracht geven het zwaard terug in het meer te werpen. Hij trouwt met de schone Guinevere en als huwelijkscadeau krijgt hij een ronde tafel, die hij als basis van zijn machtscentrum beschouwt. Er zitten twaalf ridders aan de tafel.
Een hoofse ridder? Walewein komt in de roman vaak over als een voorbeeldige ridder. Hij is moedig en sterk, maar leeft ook volgens de hoofse tradities: hij hecht veel belang aan de begroeting en wast zijn handen voor en na de maaltijd.
Sir Urry kwam uit Hongarije om bij de Ridders van de Ronde Tafel genezing voor zijn wonden te zoeken, maar de 110 ridders bleken daartoe niet in staat. Toen Sir Lancelot in Camelot aankwam, genas hij Sir Urry.
Wat je allemaal moet leren: bedienen aan tafel, harnas en wapens poetsen, paard verzorgen en rijden, tuig schoonmaken en invetten, lezen en schrijven, paardrijden en vechten, dansen en zingen, schaken en een gesprek voeren, een ridder in en uit zijn harnas helpen.
De werkzaamheden van een page bestonden uit alle voorkomende klusjes die de ridder hem opdroeg. Dit kon betekenen dat de page eten moest bereiden, verantwoordelijk was voor het onderhouden van de uitrusting, het verzorgen van de paarden en het overige vee en onder andere het nachtleger in gereedheid moest brengen.