Verticaal ontwikkelde wolken bevinden zich op 18 kilometer hoogte, afhankelijk van de temperatuur en de luchtdichtheid. Verticale wolken kunnen over meerdere horizontale (hoge, lage en middelhoge wolken) voorkomen. Er zijn twee soorten verticaal ontwikkelde wolken: cumulus en cumulonimbus.
Die straalstromen hebben vaak een snelheid van 200 kilometer per uur, maar ze kunnen ook wel 400 kilometer per uur bereiken. Straalstromen komen ook voor op 10 tot 18 kilometer hoogte. De wolken daar, cirruswolken, kunnen snelheden rond de 400 kilometer per uur bereiken.
Een gemiddelde wolk met een lengte en diepte van 2 kilometer en een hoogte van 200 meter weegt maar liefs 500 miljoen gram. Dat is net zo zwaar als driehonderd auto's, volgens de wetenschappers. Wat er dus licht uitziet en boven ons hoofd zweeft is eigenlijk bijzonder zwaar.
Het voelt vochtig aan, maar het is niet zacht om aan te raken. Wel is het water (kokend) heet en daarom moet je niet proberen om het aan te raken. Wolken daarentegen zijn koud en op een mistige dag kan je gerust proberen om de wolken aan te raken. Je loopt dan letterlijk met je hoofd in de wolken.
De deken is dun in vergelijking met de aarde zelf. De aarde heeft een straal van gemiddeld 6370 kilometer. De atmosfeer is slechts gemiddeld duizend kilometer dik.
65 of 70 km zicht mogelijk. Meer is niet mogelijk vanwege de aardkromming. Boven vlak land is meestal 40 km het meest haalbare zicht. Zichten beneden 1000 m komen voor tijdens zware neerslag of in mistsituaties.
Wanneer je je op 10 km hoogte bevindt, is die afstand 10.000 keer groter. Daar, bovenin de troposfeer, is de temperatuur circa -50°C.
Door de wrijving met de lucht blijven de vallende kleine druppeltjes als het ware drijven op de luchtlaag. Als de kleine druppeltjes groter en zwaarder worden kunnen ze de wrijvingskracht van de lucht overwinnen. De druppeltjes vallen dan naar beneden en dat is regen!
Daar vriest het, zodat neerslag die uit zulke hoge wolken komt uit ijsklontjes of sneeuwvlokken bestaat. Onderweg kunnen deze klontjes door hogere temperaturen ontdooien, zodat het effect regen is. Is het echter erg koud, dan smelt de neerslag niet en ervaar je dit als sneeuw of hagel.
Verticaal ontwikkelde wolken bevinden zich op 18 kilometer hoogte, afhankelijk van de temperatuur en de luchtdichtheid. Verticale wolken kunnen over meerdere horizontale (hoge, lage en middelhoge wolken) voorkomen. Er zijn twee soorten verticaal ontwikkelde wolken: cumulus en cumulonimbus.
Siebesma: “Een cumuluswolk bevat gemiddeld één gram water per m3. Als we voor het gemak een wolk van één km3 nemen – dat is één km lang, breed en hoog – betekent het dat er in een bloemkoolwolk al snel een miljoen kilogram water zit.” Omgerekend zijn dat zo'n 200 olifanten.
Een wolkbreuk ontstaat als buien lang boven een bepaald gebied blijven hangen doordat het weinig waait. Wolken regenen dan leeg boven één plek. In korte tijd valt er een enorme hoeveelheid water uit de lucht: minstens 25 millimeter in een uur of minstens tien millimeter in vijf minuten.
' En koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme. Dus naarmate de luchtbel stijgt en afkoelt raakt deze meer en meer verzadigd met waterdamp. Als de lucht volledig verzadigd is en nog iets verder stijgt en afkoelt, condenseert de waterdamp tot druppels en heb je een wolk.
Wolken zijn namelijk van groot belang in ons leven. Zonder wolken geen regen en zonder regen geen boer die zijn land kan verbouwen. Dat is maar een van de talloze voorbeelden waarom wolken belangrijk zijn in ons leven.
Wolken bestaan uit miljarden waterdruppeltjes en een wolk ontstaat wanneer lucht verwarmd wordt door de zon. Terwijl de warme lucht stijgt, koelt deze lucht ook steeds meer af. Op een bepaald moment bereikt de waterdamp, in de lucht, het condensatiepunt. De waterdamp condenseert en er ontstaat een wolk.
De Ruimte begint bij 100 km boven de aarde, de Kármánlijn.
Het is een denkbeeldige grens om een onderscheid te kunnen maken tussen luchtvaart en ruimtevaart. Deze lijn wordt beschouwd als het “begin” van de ruimte, maar eigenlijk heeft de aardatmosfeer geen scherpe begrenzing.
Als er veel waterdruppels in een wolk zitten, is de wolk dikker en kan er minder zonlicht doorheen. Ze zijn dan donkerder. Een wolk wordt extra zwaar als er veel water in zit. Dan kunnen de druppels niet meer in de lucht blijven hangen en vallen ze naar beneden: het regent!
Een grove vuistregel is dat er bij 6 graden boven nul bij buiensituaties nog sprake kan zijn van sneeuw en bij 2 of 3 graden boven nul tijdens de passage van fronten. Bij temperaturen boven nul spreekt men zoals eerder genoemd, van natte sneeuw.
Over het algemeen valt in Nederland de meeste sneeuw in december, januari en februari. Soms doet de lente al bijna haar intrede als er nog sneeuw valt. In februari 2010 kopten de kranten bijvoorbeeld nog dat Nederland zich moest opmaken voor de hevigste sneeuwval in 30 jaar.
Meestal bevindt de basis tussen 1500 en 5000 voet, maar soms ook iets hoger of iets lager. De dikte van de wolkenlaag varieert van 500 tot 2500 voet. Vlak onder een vrij scherpe inversie ziet de wolk er van boven uit als een sneeuwdek. De wolk kan gepaard gaan met o.a. cumulus.
Een wolkentop van -111 graden! Tot nu toe wisten we dat eigenlijk niet zo precies. Sinds we echter over satellieten beschikken die ook heel nauwkeurig de temperatuur van wolkentoppen kunnen meten, komt steeds meer informatie beschikbaar.
's Avonds stopt de zon met de aarde te verwarmen. De opgaande luchtstromingen vallen stil, er komen zelfs dalende luchtbewegingen, de wind luwt. De wolken komen opnieuw in warmere lucht terecht en lossen helemaal op.
De Boeing 747 heeft een kruishoogte van 10.700 meter, terwijl de Embraer 190 naar 12.000 meter klimt. De Airbus A380 kan zelfs op 13.136 meter overvliegen. Onderaan deze pagina vind je een overzicht van de kruishoogtes van de meest voorkomende vliegtuigen op Schiphol.
De buitentemperatuur is op een transatlantische vlucht zo'n vijftig graden onder nul; de luchtdruk slechts eenvijfde van die op zeeniveau. Gelukkig wordt de luchtdruk in het vliegtuig kunstmatig gehandhaafd op het 2400-meter-niveau – skihoogte zeg maar – en het zuurstofgehalte op 21 procent, zoals op zeeniveau.
De temperatuur in het vliegtuig kan sterk verschillen. Buiten het vliegtuig kan het namelijk -27 graden zijn, maar ook wel -15 graden. Het heeft effect op de warmte binnenin het vliegtuig. Lange vluchten zijn nooit erg ideaal, maar je kunt je het beste er maar goed op voorbereiden.