Op 30 mei staat Mars ook het dichtst bij de aarde, op een afstand van 'slechts' 75,3 miljoen kilometer.
Mocht de mens ooit op Mars willen staan dan zal een afstand van zo'n 60 miljoen kilometer afgelegd moeten worden. Op dit moment wordt verwacht dat een vlucht naar Mars ongeveer acht maanden zou duren. Dit duurt niet veel langer dan een sonde erover doet om op Mars te komen.
De Aarde staat gemiddeld op een afstand van 1 AE van de Zon. Mercurius staat op een afstand van 0,4 AE, Venus op 0,7 AE, Mars op 1,5 AE, Jupiter op 5,2 AE, Saturnus op 9,5 AE, Uranus op 19 AE en Neptunus op 30 AE.
De planeet in ons zonnestelsel die het verst weg staat is Neptunus. Als je vanaf de zon reist duurt het heel lang voordat je er bent. Je komt dan eerst langs de zeven andere planeten in ons zonnestelsel. Neptunus is wel 57 keer zo groot als de aarde.
De maan komt steeds verder van de aarde af te staan
Dat is echter niet veel op de gemiddelde afstand van 385.000 kilometer. De aantrekkingskracht van de maan op de aarde zorgt ervoor dat de rotatie van de aarde een heel klein beetje afremt.
Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen - dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer! Licht heeft ongeveer 4,2 jaar nodig om de afstand naar de dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel te overbruggen, daarom zeggen sterrenkundigen dat Proxima Centauri 4,2 lichtjaren van ons is verwijderd.
Het licht doet er 8 minuten en 21 seconden over om van de zon naar de aarde te reizen (een afstand van 1,58 × 10-5lichtjaar).
Uranus bezit de koudste atmosfeer van ons zonnestelsel, nog kouder dan de verder gelegen planeet Neptunus. In de atmosfeer van Uranus zakt de temperatuur tot een minimum van -224 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur bedraagt er -196 graden Celsius.
Vooruitzicht. Astronomen hebben, met behulp van gegevens afkomstig van de ruimtetelescoop Hubble, berekend dat de Melkweg waarschijnlijk over 4 miljard jaar zich zal samenvoegen met het Andromeda-sterrenstelsel. De zon raakt wellicht uit haar koers, maar dat zal verder geen gevolgen hebben voor het zonnestelsel.
Het heelal of universum in de astronomie, ofwel de kosmos in de kosmologie, zijn synoniemen voor alle materie en energie binnen het gehele ruimtetijd-continuüm.
Maar het goede antwoord is Mercurius. Mercurius staat gemiddeld genomen dichter bij de aarde dan Venus en Mars. Sterker nog, het is de dichtstbijzijnde buurplaneet van alle planeten in het zonnestelsel – zelfs die van Neptunus. Dat laten Amerikaanse wetenschappers zien met een nieuwe rekenmethode.
Mercurius is de kleinste planeet in het zonnestelsel.
Een reis naar onze ruimtebuur de Maan duurt drie dagen als we traditionele chemische raketten gebruiken. Mars, de planetoïden en de buitenste planeten staan maanden of zelfs jaren ver weg.
Tripje naar Mars is haalbaar, zolang astronauten maar binnen vier jaar weer terug zijn. Alleen dan is een missie naar de rode planeet veilig. Om de eerste bemande missie naar Mars mogelijk te maken, moeten wetenschappers en ingenieurs eerst een hele reeks technologische- en veiligheidsobstakels overwinnen.
Het mooie aan de ruimte is dat het ruimtevaartuig helemaal geen weerstand ondervindt en als lichtdeeltjes het blijven trakteren op kinetische energie, kan het ruimtevaartuig heel geleidelijk uiteindelijk een snelheid bereiken die ongeveer net zo groot is als een derde van de snelheid van het licht.
Gegeven de afstand tot de zon, gemiddeld zo'n 228 miljoen km, en het lage planetaire albedo van de wolkenloze planeet, wordt de effectieve temperatuur van Mars berekend op 216 K. Op Mars heerst een gemiddelde oppervlakte temperatuur van 218 K. Dit betekent dat het natuurlijke broeikaseffect slechts 2 graden bedraagt.
Vaak wordt aangenomen dat de oerknal niet alleen het ontstaan van materie en energie vertegenwoordigde, maar ook het ontstaan van tijd en ruimte. Toch zijn er ook theorieën waarin er vóór de oerknal al ruimte bestond. Sommige natuurkundigen speculeren zelfs over het bestaan van een compleet heelal vóór 'onze' oerknal.
Het heelal dijt uit, waardoor de fotonen in de kosmische achtergrondstraling 45 miljard lichtjaar reisden om er te komen. Hierdoor heeft het zichtbare universum een doorsnee van circa 90 miljard lichtjaar. Toch is het heelal minimaal 250 keer groter, zo blijkt uit een nieuwe wiskundige berekening.
De diameter van sterren kent een nog grotere variatie dan de massa. Zo hebben de kleinste hoofdreekssterren een diameter ongeveer gelijk aan die van Jupiter (143.000 km), terwijl de grootste diameters van sterren miljarden kilometers kunnen bedragen, zoals bij de zogeheten rode hyperreuzen.
In ons zonnestelsel is vrijwel zeker water op:
Enceladus (maan van Saturnus) Ganymedes (maan van Jupiter) Uranus. Neptunus.
Als we kijken hoeveel sterren er zijn en hoeveel planeten een ster gemiddeld heeft, zijn er in het heelal ongeveer 200-400 triljard planeten. Er zijn waarschijnlijk meer sterren en losse planeten worden niet meegerekend. Als je hiermee rekening houdt zijn er 2-40 quadriljoen planeten in het heelal.
En wat is er zo speciaal aan de planeet? Jupiter is de allergrootste planeet in ons zonnestelsel. Hij is vanaf de zon gezien de vijfde planeet. Jupiter is zo groot dat onze aarde er wel 1300 keer in past.
Vrijwel tot aan de zogeheten waarnemingshorizon, op 13,8 miljard lichtjaar afstand. Langer antwoord: Hoe groter een telescoop is, hoe meer licht hij opvangt en hoe verder hij in het heelal kan kijken. Met het blote oog kun je niet verder kijken dan 2,5 miljoen lichtjaar - de afstand tot het Andromedastelsel.
65 of 70 km zicht mogelijk. Meer is niet mogelijk vanwege de aardkromming. Boven vlak land is meestal 40 km het meest haalbare zicht. Zichten beneden 1000 m komen voor tijdens zware neerslag of in mistsituaties.
Volgens Einstein en zijn relativiteitstheorie kan niets sneller gaan dan de lichtsnelheid. Iets wat sindsdien keer op keer door experimenten is bevestigd.