De aarde bevindt zich op ongeveer 150.000.000 km van de zon. De dichtstbijzijnde ster staat op een afstand van ongeveer 4 lichtjaar, dat is een slordige 40.000.000.000.000 km. Veel nulletjes... het gaat dus over veertigduizend miljard km.
Licht heeft ongeveer 4,2 jaar nodig om de afstand naar de dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel te overbruggen, daarom zeggen sterrenkundigen dat Proxima Centauri 4,2 lichtjaren van ons is verwijderd.
Rond de ster die het dichtstbij de aarde staat, een kleine rode dwerg met de naam Proxima Centauri die zich op een afstand van 4,24 lichtjaar van de zon bevindt, draaien mogelijk niet één maar twee planeten.
Astronomen hebben een ster ontdekt op meer dan 27 miljard lichtjaar afstand van de aarde. Het is de verste ster die ooit is waargenomen. Het licht van de ster heeft veel tijd nodig gehad om door het heelal naar ons toe te reizen. Daardoor zien we hem zoals hij er slechts 900 miljoen jaar na de oerknal uitzag.
De gemakkelijkste manier om een afstand tot een ster te bepalen is uit het spectrum van de ster te weten te komen hoe helder de ster in werkelijkheid is en vervolgens te meten hoe groot de schijnbare helderheid, gezien vanaf de Aarde is.
De diameter van sterren kent een nog grotere variatie dan de massa. Zo hebben de kleinste hoofdreekssterren een diameter ongeveer gelijk aan die van Jupiter (143.000 km), terwijl de grootste diameters van sterren miljarden kilometers kunnen bedragen, zoals bij de zogeheten rode hyperreuzen.
Langer antwoord: Afstanden in de binnendelen van het zonnestelsel kunnen nauwkeurig opgemeten worden met behulp van radar. Het idee is eenvoudig: je stuurt een korte radarpuls in de richting van een andere hemellichaam (de maan, een planeet of een planetoïde), en je vangt het gereflecteerde signaal op.
Vrijwel tot aan de zogeheten waarnemingshorizon, op 13,8 miljard lichtjaar afstand. Langer antwoord: Hoe groter een telescoop is, hoe meer licht hij opvangt en hoe verder hij in het heelal kan kijken. Met het blote oog kun je niet verder kijken dan 2,5 miljoen lichtjaar - de afstand tot het Andromedastelsel.
De ster die (agezien van de zon) het dichtst bij de aarde staat, bevindt zich op een afstand van 4,2 lichtjaar.
Als we voor het gemak aannemen dat een gemiddeld sterrenstelsel honderd miljard sterren telt, dan zijn er in het waarneembare heelal dus honderd miljard keer honderd miljard sterren. Dat zijn er tien triljard - een één met tweeëntwintig nullen.
De verste ster ooit is ontdekt in 2018. Deze ster staat op 9 miljard lichtjaar van de aarde! Een lichtjaar is gelijk aan 9,46 biljoen kilometer, dus deze ster staat 9 miljard keer 9,46 biljoen kilometer van onze aarde. De ster heeft de wetenschappelijke naam MACS J1149 LS1.
Om in de ruimte te blijven moet je minimaal 28.000 kilometer per uur vliegen. Dat is 25 keer sneller dan een passagiersvliegtuig. Het geheim van een succesvolle ruimtereis is dus niet hoe hoog je vliegt. Het gaat erom hoe snel je vliegt.
De ster waar de ontdekte planeet omheen draait heet Proxima Centauri. Deze rode dwergster is de dichtstbijzijnde ster bij de aarde, op 4,2 lichtjaar afstand.
De nieuw ontdekte planeet heeft de naam TOI 700 d gekregen en bevindt zich ongeveer 100 lichtjaar van de aarde. Dat is relatief dichtbij voor ruimtebegrippen. TOI 700 d is ongeveer 20 procent groter dan de aarde. Een jaar, de periode die een planeet erover doet om een rondje te maken rond zijn ster, duurt er 37 dagen.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond. Sirius is vooral in de wintermaanden goed zichtbaar. Hij staat linksonder het opvallende wintersterrenbeeld Orion.
Op 30 mei staat Mars ook het dichtst bij de aarde, op een afstand van 'slechts' 75,3 miljoen kilometer.
Als het helder is kan je ze goed zien als glinsterende puntjes in het donker, maar we zien maar één van die sterren alleen overdag. Dat is de zon. Heel groot en heel dichtbij. Toch is de zon maar een klein sterretje vergeleken met de andere sterren in het heelal.
Het heelal dijt uit, waardoor de fotonen in de kosmische achtergrondstraling 45 miljard lichtjaar reisden om er te komen. Hierdoor heeft het zichtbare universum een doorsnee van circa 90 miljard lichtjaar. Toch is het heelal minimaal 250 keer groter, zo blijkt uit een nieuwe wiskundige berekening.
De grens van het waarneembare heelal ligt dan dus op 50 miljard lichtjaar (een beetje meer, doordat het heelal intussen nog uitdijt). Die grens van 46 miljard lichtjaar om ons heen is dus de grens van het zichtbare heelal (niet de grens van het hele heelal).
Voor zover onderzoekers nu weten is er geen einde aan het heelal. Er is dus geen rand waar de ruimte stopt. Sterker nog: het heelal blijft groeien. Sterren en planeten bewegen steeds verder van elkaar af.
De maan komt steeds verder van de aarde af te staan
Dat is echter niet veel op de gemiddelde afstand van 385.000 kilometer. De aantrekkingskracht van de maan op de aarde zorgt ervoor dat de rotatie van de aarde een heel klein beetje afremt.
Slechts een handvol manen in het zonnestelsel zijn groter dan onze maan. Nog opvallender is echter haar relatieve omvang ten opzichte van haar moederplaneet, de aarde. Ruwweg is de diameter van de maan liefst 1/4 van de diameter van de aarde.
De maximale afstand is 400.000.000 km. 1 lichtjaar is 9.500.000.000.000 km. Maximale afstand van de aarde tot Mars in lichtjaren is dan 0,000042105 lichtjaren.