Plant de aardbeien 25 tot 30 cm uit elkaar in rijen met een onderlinge afstand van 50 tot 60 cm, zo krijgen de plantjes voldoende licht en lucht.
Aardbeienplanten kopen
Aardbeien planten kan tussen de maanden maart en augustus, maar de beste maand is april. Aardbeien zijn zonliefhebbers, maar zet ze niet in de volle zon en zorg dat ze uit de wind staan. Zorg daarnaast voor een goede afwatering, want aardbeien houden niet van natte voeten.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten.Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Per vierkante meter kan je ongeveer 13 tot 19 aardbei planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 3 tot 5 aardbei planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Plant ze uit in potten of op een nieuw bed in de volle grond. Laat 30 cm tussen elke plant en 60 cm tussen de rijen. Enkeldragende aardbeien moeten vóór 15 augustus in de grond, doordragende kan je tot eind september planten. Zorg steeds voor voldoende meststof en gebruik bij voorkeur specifieke meststof voor fruit.
Aardbeien: bloemkool, broccoli, komkommer, koolsoorten, spruiten. Bieten: aardappels, mais, stokbonen.
U kunt het beste potgrond gebruiken. Potgrond bestaat namelijk uit verschillende soorten veen, is luchtig en is qua voeding goed in balans. Plant zeker niet in pure compost of in bemeste tuinaarde. Beide zijn prima geschikt om door de grond in de tuin te mengen, maar niet voor aardbeiplanten in bakken of potten.
Extra voeding voor je aardbeien
Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten. Zoals bij ander fruit is vooral potas (K) van belang voor een goede vruchtzetting. Kies daarom een aangepaste formule zoals de DCM Meststof Aardbeien & Kleinfruit. Best geef je 20-35 g/plant of 60 – 100 g/m².
Houd een plantafstand aan van dertig centimeter in de rij en zestig centimeter tussen de rij bij het planten. Plant de aardbeien niet te diep en zorg dat alleen de wortels onder de grond zitten en het hart van de plant boven de grond uitsteekt.
Plant de planten in de rij op 25 cm, de rijen op 70 cm en niet té diep. Té diep planten veroorzaakt een slechte groei. De planten worden daarna goed aangedrukt en aangegoten. Zeker de eerste dagen regelmatig water geven.
De ideale bodem voor aardbeien
De meeste grondsoorten zijn geschikt voor aardbeien. Aardbeien zijn echter gevoelig voor in de grond aanwezig ongedierte en ziektekiemen. Kweek ze daarom slechts een paar jaar na elkaar op dezelfde plek. Gebruik bij de aanplanting nooit verse stalmest of compost.
Kies voor een zonnige standplaats. Zo produceren ze meer vruchten. Halfschaduw kan ook, maar je oogst zal dan kleiner zijn. Aardbeien houden van vruchtbare en goed doorlatende grond.
Maak je moestuin winterklaar
Haal het raster tijdelijk weg en knip daarna alle uitlopers met nieuwe plantjes af. Plantjes die je mooi vindt, kan je tijdelijk in een andere bak zetten. De oude planten kan je weghalen. Tot slot verdeel je flink wat compost tussen de overgebleven plantjes.
De pH voor aardbeienplanten moet, afhankelijk van de grondsoort, tussen 5 en 6 liggen. Op zand- en veengronden in het najaar een kalkmeststof strooien. Als basisbemesting is een gift van gedroogde koemest of oude stalmest in het voorjaar ideaal.
Misschien wel de meest doeltreffende manier om die aardbeien wat meer smaak te geven, is met een frisse marinade. Een tip van redactrice Natalie: “Meng 2 eetlepels limoensap, 2 koffielepels oranjebloesemwater, 1 koffielepel suiker en 2 eetlepels gesnipperde munt.
Een aardbeiplant met veel bladeren, vruchten en bloemen heeft veel water per dag nodig. Eén pot vraagt ongeveer 1 tot 1,5 liter water per dag! De beste methode is om de eerste watergift in de vroege ochtend te geven en de laatste watergift aan het einde van de dag.
Zorg voor voldoende water en zonlicht
Zorg ervoor dat de aarde niet te droog wordt, anders zullen de planten en vruchten niet goed groeien. In de winter is het echter belangrijk om te voorkomen dat de planten te nat staan, om rotting te voorkomen. Daarnaast hebben aardbeien veel zonlicht nodig om goed te rijpen.
De makkelijkste manier van kweken is door aardbeiplantjes te kopen en deze direct te planten in potten, bakken of de volle grond. Ook kun je bij een aardbeienkweker een stekje aanschaffen, zodat je dit kleine plantje zelf laat uitgroeien tot een grote aardbeienplant.
Plant je aardbeien, maak de grond dan goed los en verrijk met compost of bodemverbeteraar, maar vermijd kalk. Plant je in potten, leg dan een laag hydrokorrels op de bodem of meng watergelkristallen door de potgrond voor een goede drainage en vochthuishouding.
Waarom zie je vaak stro of worteldoek onder aardbeien liggen? Dat is om rot tegen te gaan. Aardbeienplanten groeien laag bij de grond en de aardbeien hangen dus nogal snel op de grond. Doordat je stro of worteldoek rondom je planten hebt, raken de aardbeien niet direct de grond.
Op gras is advies 3 x per jaar te strooien 1e feb-apr 2e juni-aug 3e sept-nov. Wilt u koemestkorrel bij planten strooien kan dat ook natuurlijk 1 handjes vol per plant. Bij haagplanten is advies om 1 zak 10 kg per 10-15 meter te strooien.
Bemesting. Als basisbemesting is een gift van 80-100 ton oude stalmest ideaal. Natuurlijk dient u rekening te houden met de landelijke wetgeving omtrent toediening van mest. Verse stalmest, drijfmest, kippenmest en champignonmest moeten bij voorkeur in de herfst van het voorgaande jaar toegediend worden.
Gedroogde tijm en scherpe hulstbladeren gestrooid rond uw plantjes geven ook een bescherming. Ook koffiedik en gemalen koffie gestrooid rond planten is zeer geschikt en kan sommige naakt- slakken zelfs doden. Biervallen en barrières van droog materiaal zijn natuurvriendelijker. De bierval werkt ook prima.
Bodem, bemesting en verzorging
De plant heeft in de lente witte bloemen, dit is een teken dat de aardbeien onderweg zijn. Natuurlijk kun je de planten ook extra verwennen door vanaf juli tot en met augustus zo nu en dan bij te mesten met biologische plantenvoeding.
Neem een stuk van de uitloper waar een paar blaadjes bij elkaar groeien. Duw het in de grond en zorg dat de onderkant goed in de aarde zit. Knip het uiteinde af en laat de moederplant vastzitten tot het goed geworteld is. Dan kun je de nieuwe plant losknippen.