Belangenafweging. Kort samengevat: voor gescheiden ouders (of ouders die gezamenlijk gezag over een kind hebben) bestaat in principe geen maximumafstand om uit elkaar te gaan wonen.
De vrouw mag wel verhuizen maar moet binnen een straal van 50 kilometer van de woonplaats van de man blijven wonen. Verder wijst de rechtbank het verzoek van de man om de omgangsregeling wat uit te breiden toe.
Wanneer u er samen niet uitkomt en u vreest dat uw ex-partner de verhuizing alsnog doorzet, kunt u met behulp van een advocaat zelf een procedure starten bij de rechter. In die procedure verzoekt u de rechter vervolgens een verbod tot verhuizing op te leggen.
Heeft u alleen het ouderlijk gezag over uw kinderen? Dan mag u in principe gewoon verhuizen. Denk wel goed na hoe ver weg u gaat wonen. Uw kinderen en ex-partner blijven immers recht op omgang met elkaar houden.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden.
Als beide partijen ouderlijk gezag hebben over hun kinderen, is de toestemming van een verhuizing van de andere ouder altijd nodig. Mocht de andere ouder geen toestemming verlenen, dan kan de rechter via een procedure art 1: 253a BW om vervangende toestemming worden gevraagd.
De ouder die wil dat de andere ouder de regeling nakomt, kan ervoor kiezen om een kort geding aan te spannen tegen de andere ouder waarin je nakoming vordert van de omgangsregeling op straffe van een dwangsom. Een dwangsom wordt opgelegd voor iedere dag dat de regeling niet wordt nagekomen.
Spreek dan samen af hoe u de betaling van de kinderbijslag tussen u beiden wilt verdelen. Maakt u geen afspraak? Dan krijgt ieder de helft van de kinderbijslag. Uit elkaar gaan heeft meestal ook gevolgen voor het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
Vroeger kon een kind waarvan de ouders gescheiden zijn op het adres van één ouder een “hoofdverblijf” hebben. Nu kan je een kind ook inschrijven op het adres van de andere ouder, waar het kind zijn hoofdverblijf dus niet heeft. Hierdoor is het kind op het adres van beide ouders ingeschreven.
Het schoolbestuur bepaalt of uw kind wordt toegelaten op de middelbare school. Het schoolbestuur kijkt bijvoorbeeld naar het schooladvies van de basisschool. In het schooladvies staat welk type voortgezet onderwijs het beste bij uw kind past. Bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Gezaghebbende ouders hebben recht om het kind te verzorgen, op te voeden en beslissingen over het kind te nemen. Dit gaat dus verder dan alleen omgang. Alleen de rechter mag de omgang of zorg stopzetten, maar doet dit slechts in uitzonderlijke gevallen.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Besluit je om, ondanks het ontbreken van toestemming van je ex-partner, toch met je kinderen op vakantie naar het buitenland te gaan, dan maak je je in beginsel schuldig aan een strafbaar feit, namelijk onttrekking aan het gezag van de andere ouder en (internationale) kinderontvoering.
Co-ouderschap afdwingen
Co-ouderschap kan eigenlijk alleen goed werken als er goed overleg tussen de ouders mogelijk is. Is dit niet het geval en is één van beide ouders het er niet mee eens, dan is co-ouderschap niet aan te raden. Ook is het in zo'n geval bijna onmogelijk om dit af te dwingen via de rechter.
De niet-verzorgende ouder is verplicht om financieel voor de kinderen te blijven zorgen. Dit heet een onderhoudsplicht of alimentatieplicht. Het bedrag dat voor het onderhoud van de kinderen wordt betaald heet de kinderalimentatie. De hoogte hiervan is onder andere afhankelijk van de omgangsregeling.
In principe is het de moeder die de kinderbijslag ontvangt. Wanneer de (al dan niet gehuwde) ouders uit elkaar gaan, gaan we nog steeds uit van gedeeld ouderlijk gezag over het minderjarig kind. En dus blijft de moeder de kinderbijslag ontvangen.
Bezittingen en schulden
Bij de scheiding moeten de gemeenschappelijke bezittingen verdeeld worden. U kunt daarbij denken aan de inboedel van uw woning, banktegoeden en de auto. Schulden van u samen, zoals bijvoorbeeld de hypotheek of schulden aan postorderbedrijven, moet u samen blijven betalen.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) voert de kinderbijslag uit. Volgens de SVB hoort het kind bij co-ouderschap bij de huishoudens van beide ouders. Zowel jij als je ex-partner heeft dus recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag het liefst uit aan één ouder.
Hou de aanvraagdatum van uw echtscheiding of beëindiging partnerschap bij de hand. Na deze wijziging maken wij een nieuwe berekening van uw kindgebonden budget met alleen uw inkomen. U krijgt dan binnen 5 weken een nieuwe beschikking in Mijn toeslagen. Daarna betalen we het nieuwe bedrag uit.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Rechter beslist over verdeling
U probeert samen afspraken te maken over de verdeling en/of verrekening, eventueel met hulp van uw advocaat of een notaris (boedelbeschrijving). Komt u er niet uit, dan kunt u ook de rechtbank vragen om te beslissen over de verdeling en/of verrekening.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.