Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter voeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml. Dit is echt een richtlijn en geen wet.
Zo heeft een baby tot 1 maand oud ongeveer 150 ml moedermelk per kilogram lichaamsgewicht nodig en een baby tot 2 maanden oud 140 ml melk per kilogram. Voor een kindje tot 3 maanden oud wordt er uitgegaan van 130 ml, tot 4 maanden van 120 ml en tot 5 maanden van 110 ml.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
De eerste dag krijgt een baby (afhankelijk van het geboortegewicht) 10-15 ml voeding per keer. De eerste 10 dagen wordt dit gemiddeld met 10 ml per voeding per dag opgehoogd; 2e dag 20 cc per voeding, 3e dag 30 cc etc. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je baby uitkomt op ongeveer 90-110 ml per voeding.
Je kan aanhouden dat je baby ongeveer 150 ml melk per kilogram lichaamsgewicht per dag nodig heeft. Een voorbeeld: weegt je baby 3,5 kg, dan is er dus 3,5 x 150 ml = ongeveer 525 ml nodig per dag. Dit kan je geven in zeven voedingen van 75 ml, verdeeld over de dag. Maar zes voedingen van 90 ml is ook mogelijk.
De maag wordt langzaam groter, waardoor een baby meer voeding per keer kan drinken en langere periodes ertussen kan laten. Als je baby tevreden is, meerdere plas,- en poepluiers op een dag heeft en aankomt in gewicht, dan weet je dat hij voldoende voeding krijgt.
Te snel drinken kan leiden tot krampjes. Bovendien leert je baby niet meer om goed naar zijn/haar eigen verzadigingssignalen te luisteren en kan je baby wellicht minder goed aanvoelen wanneer hij/zij vol zit. Ook kan het zijn dat de zuigbehoefte na zo'n korte voeding nog niet bevredigd is.
Pasgeboren baby's tot en met 4 weken mogen 3 tot 4 uur slapen zonder voeding. Tussen de 4 en 12 weken kun je jouw baby gerust door laten slapen als hij of zij geen signalen afgeeft of vanzelf wakker wordt. Tussen de 12 en 24 weken heeft een kindje 5 tot 7 uur rust nodig na elke voedingsbeurt.
Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Door je baby regelmatig aan te leggen, zorg je voor een goede balans tussen vraag (honger) en aanbod (borst). Ook overdag is het goed om je baby na maximaal vier uur wakker te maken voor borstvoeding.
Een richtlijn voor vaak je je baby flesvoeding geeft, is om de twee tot maximaal vier uur. 's Nachts kunnen de tijden tussen twee flessen wat langer zijn. De eerste maanden krijgt een baby zes à acht keer per etmaal de fles, na twee tot drie maanden bouw je dit rustig af naar vijf keer.
Als je twijfelt of je baby voldoende drinkt, geef dan niet een extra fles maar neem contact op met het consultatiebureau. Als je borstvoeding geeft, kun je ook contact opnemen met een lactatiekundige. Vind een lactatiekundige bij jou in de buurt op website van NVL Borstvoeding.
Bij flesvoeding kun je van 6 voedingen naar 5 voedingen wanneer je baby er aan toe is. Dit is meestal rond de 6 weken. Omdat je één voeding minder geeft kun je meer voeding aanbieden bij flesvoeding waardoor je baby meer tevreden is na de voeding en het langer vol kan houden.
Doorslapen kan al vanaf 6 weken
“Een baby kan volgens het boekje pas doorslapen vanaf de leeftijd van zes weken. Dat is het moment waarop het circadiaans ritme wordt 'geïnstalleerd' en de slaap totaal verandert. Dit nieuwe ritme zorgt ervoor dat je baby langer achtereen kan slapen.
Voeden op verzoek houdt in dat je voeding geeft op het moment dat je baby signalen afgeeft dat dat hij/zij honger heeft. Op dat moment geef je de borst of de fles. Ook geef je net zolang voeding tot je kindje aangeeft genoeg gehad te hebben.
Wakker in bed leggen Het is erg belangrijk dat u uw baby wakker in bed legt. Een baby die daaraan gewend is, kent het bed als een vertrouwde plek waar hij mag slapen. Hij zal zich tevreden in bed laten leggen en zich snel overgeven aan de slaap, nadat hij aangaf moe te zijn.
Wist je dat baby's en peuters het beste in slaap vallen tussen 18:00 en 20:00? Hun lichaam is hiervoor natuurlijk geprogrammeerd. In de namiddag zal het lichaam van je kindje zich automatisch klaar gaan maken om tussen deze tijden te gaan slapen.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
Tussen de 3 en 6 maanden ontwikkelen baby's hun eigen slaapritme en ze gaan dieper slapen. Hierdoor worden ze minder snel wakker en kunnen ze ineens doorslapen, ook 's nachts. Vanaf deze leeftijd kan het zijn dat je baby 'te veel slaapt' of beter gezegd: meer slaapt dan gemiddeld.
Droomvoeding is de voeding die je aan je baby geeft rond het moment dat jij gaat slapen. Normaal gaat het vaak zo: je baby drinkt om 19.00 – 20.00 uur de laatste fles van de avond.
De tijdstippen verschillen per kind en liggen ook aan jouw ritme. 's Nachts slapen ze vaak 11 – 12 uur. Een goede slaper kan in de nacht al 9 uur of langer achter elkaar slapen. Er zijn echter ook genoeg baby's die minder goed slapen en maximaal 5 of 6 uur achter elkaar slapen.
Mijn baby boert niet, is dit normaal? Het is normaal als je baby niet altijd boert na zijn voeding. Niet iedere baby hoeft te boeren, en niet iedere baby heeft het nodig na iedere voeding. Je kleine boert namelijk alleen als hij (veel) lucht hapt of inslikt tijdens het drinken.
Er zijn verschillende houdingen waarin u de fles kunt geven. Bijvoorbeeld goed gesteund rechtop of liggend op de zij. Dit kan goed in combinatie met borstvoeding of wanneer uw baby te vroeg en of te klein geboren is.
De algemene richtlijn stelt: geef je baby 150 milliliter per kilo van zijn of haar gewicht, per 24 uur. Voorbeeld: is je kindje 4 kilo, dan zal hij of zij ongeveer 600 milliliter melk nodig hebben.