De WIP1-richtlijnen doen geen uitspraken over de frequentie van het verwisselen van de (vleugel)naald of de kunststof canule bij een subcutaan infuussysteem. Experts adviseren om de naald/canule eens per 7-10 dagen te verwisselen2. Fabrikanten adviseren om eens per 3-4 dagen de canule te verwisselen.
Om de canule met insuline te vullen moet de eerste injectie 0,5 E insuline meer bevatten. Hoe lang kan de Insuflon blijven zitten? Dat varieert van 3 tot 5 dagen.
Maximaal 2 ml/ toediening !
Het inbrengen van een vleugelnaald om subcutane infusie toe te passen, behoort tot de voorbehouden handelingen. Je mag deze handeling alleen uitvoeren in opdracht van een arts. Ook dien je als zorgprofessional bevoegd te zijn en over de juiste vaardigheden te beschikken.
Een vleugelnaald wordt gebruikt voor subcutane toepassing of kortdurende intraveneuze toediening in een perifeer bloedvat. Deze vleugelnaalden hebben een actief veiligheidsmechanisme. Bij het verwijderen van de naald moet het mechanisme worden ingedrukt, vervolgens verdwijnt de naald in de huls.
Thorax, subclaviculaire regio links of rechts van het borstbeen in het gebied tussen sleutelbeen en borst of lager dan de borst (bij ernstig vermagerde patiënten, de naald niet te diep evenwijdig aan de tussenribspieren steken, zodat er geen long aangeprikt kan worden).
Een vlindernaald wordt subcutaan op de buik geplaatst. Het infuus blijkt op deze locatie minder vatbaar te zijn voor accidentele verwijdering en wordt door patiënte met rust gelaten.
Een subcutane canule wordt gebruikt voor subcutane infusie. Het doel is om via het onderhuidse bindweefsel vocht of medicatie toe te dienen. De medicatie wordt vanuit het onderhuidse bindweefsel opgenomen in het bloed, en verder verspreid door het hele lichaam.
Een vleugelnaald ook wel butterfly genoemd is een roestvrijstalen naald, voorzien van een siliconenlaagje, met een zeer scherpe punt en een uiterst dunne naaldwand. De naald heeft flexibele vleugels, die dienen als handgreep bij het inbrengen en voor makkelijke fixatie van de naald.
Zorg tijdens de handeling voor voldoende licht. Indien een canule is ingebracht, dient deze 3 keer per dag te worden doorgespoeld met 2 ml NaCl 0,9 % en te worden gecontroleerd op subcutaan lopen, flebitis, doorgankelijkheid.
a Pak met de niet-injecterende hand een brede huidplooi op. b Pak met de andere hand de vleugelnaald of de kunstof canule. c Breng de vleugelnaald of de kunststof canule halverwege de huidplooi onder een hoek van 30° - 45° in. d Laat de opgenomen huidplooi los.
Uitvoeren palliatieve sedatie
Het in slaap brengen gebeurt met behulp van een slaapmiddel (midazolam), meestal in combinatie met een sterke pijnstiller (morfine). Pijn kan veroorzaakt worden door de ziekte, maar ook als gevolg van het stilliggen.
5 Subcutane injectie
De hoeveelheid te injecteren vloeistof mag nooit meer dan twee milliliter zijn. En er worden vaak alleen vloeistoffen toegediend die een langzame resorptie moeten hebben, bijvoorbeeld insuline, heparine en morfine.
Op de afdeling cardiologie krijgen veel patiënten een intraveneuze katheter (venflon). Er is geen eenduidig beleid voor het aantal dagen dat een venflon/waaknaald in situ mag blijven. Vaak wordt deze na 72 uur vervangen, uit angst dat een patiënt flebitis ontwikkelt en dan niet geopereerd kan worden.
VERZORGEN VAN DE INSTEEKOPENING/ VERWISSELEN VAN DE CANULE
De canule dient 1 maal per week verwisseld te worden. Inspecteer bij de verzorging de intredeplaats dagelijks op zwelling, infiltraten, ontstekingsaspecten als roodheid en pus, pijn rond de insteekplaats en lekkage.
Het gebruik van een venflon is patiëntvriendelijk en levert geen extra belasting op. Wel is er kans op het ontstaan van een flebitis en verstopping en om dit te voorkomen wordt de venflon 3x daags doorgespoten met NaCl 0,9%.
De vlindernaald wordt door een arts of verpleegkundige subcutaan ingebracht. Er kan 0,5-2 liter vocht per 24 uur worden toegediend. Lokale of gegeneraliseerde zwelling is de belangrijkste complicatie. Aanpassing van de inloopsnelheid en/of de toedieningsplaats kan dit meestal tegengaan.
Via het membraan wordt een kleine hoeveelheid medicatie per keer worden toegediend. Neem kennis van de bijsluiter van de toe te dienen medicatie. De canule heeft een zeer kleine dode ruimte (< 0.0075 ml). Dit komt overeen met 0.75 EH insuline 100IU of 0.3 EH insuline 40 IU.
Intraveneus (in de ader) 2,5-15 mg in 4-5 minuten toegediend. Subcutaan (onderhuids), intramusculair (in de spier) 5-20 mg, gewoonlijk 10 mg per keer, indien nodig elke 4 uur toegediend.
Waar nooit geïnjecteerd mag worden: - In een geopereerde buik of been. - Door vocht gezwollen injectiegebied of trombosegebied. - Lipodystrofie b.v. lipohypertrofie (verdikking van het onderhuids vetweefsel) of lipoatrofie ( putjes in het onderhuids vetweefsel).
Als je tijdens het injecteren de in olie opgeloste groeibevorderaar per ongeluk in een ader spuit, loop je het risico op een longembolie; een gedeelte van je longen kan afsterven of nog erger. Een embolie is een verstopping van een bloedvat door een bloedprop, lucht of een stukje weefsel.
Om de werking van de insuline goed te kunnen sturen, is het van belang dat de insuline in het onderhuidse vetweefsel wordt geïnjecteerd (subcutane injectie) en niet in de spier. Als de insuline in een spier wordt geïnjecteerd, kan er ernstige hypoglykemie optreden.
Sommige fixatiepleisters, zoals de Stätlock, worden geleverd in combinatie met een Biopatch. Beide worden afgeplakt met een transparante infuuspleister. De meningen over hoe lang de Midline kathteter kan blijven zitten zijn verdeeld. Doorgaans wordt 7 dagen tot 4 weken aangehouden.
Met de Insuflon® hoef je kinderen die vaak medicatie toegediend krijgen minder subcutaan te injecteren. De vraag is of de verblijfscanule veilig is. Sommige kinderen in het Emma Kinderziekenhuis (EKZ) in Amsterdam krijgen langere tijd medicatie subcutaan.
Het subcutaan inbrengen van een klein vleugelnaaldje of butterfly is eenvoudig. Het wordt bij voorkeur hoog op de thorax geplaatst, bij ernstige cachexie eventueel ook in een bovenbeen. Als de patiënt al een centrale lijn heeft, verdient het de voorkeur die te gebruiken.