Het rijpen van suikerhoudende vruchten kost de vijgenboom heel wat energie. Daarom is het aanbevolen om de boom van april tot en met augustus om de twee weken te bemesten. Een evenwichtige meststof is doorslaggevend - de voedingsstoffen bevorderen de vruchtvorming en het rijpingsproces van de vijgen.
Bemesting van een vijgenboom
Geef een vijg in pot een gemiddelde hoeveelheid organische, samengestelde meststof speciaal voor fruit. In het voorjaar (maart) en eventueel nog een keer een kleinere hoeveelheid in de zomer. Je kunt een vijg tevens ook bemesten met koemest en kalk.
Voeding en verzorging van de vijg
Geef een vijg in pot een gemiddelde hoeveelheid organische, samengestelde meststof voor fruit. In maart en nog een keer (en beetje) in de zomer. Regelmatig water geven is uiteraard belangrijk maar vijgen kunnen zo goed tegen droogte dat het geen probleem is als je het eens vergeet.
Vijgen zijn extra te bemesten met koemest en kalk. Vijgen zijn dol op water, in de zomermaanden is dagelijks beregenen een lust voor de vijg. Het is bovendien goed waarneembaar wanneer de vijg dorst heeft, de bladeren gaan dan slap hangen. De vijg herstelt zich snel wanneer deze voldoende water krijgt.
Plant een vijgenboom (Ficus carica) het liefste op een wat drogere plek. In de zomer zal dan wel wat water nodig zijn, maar in de winter verdrinkt hij niet, en dat is erg belangrijk. Zorg ook dat de plek goed beschut en warm is, zodat de vruchten goed afrijpen en de vijg in de winter niet het gure weer meemaakt.
Een vijgenboom snoei je bij voorkeur tijdens de rustperiode. Deze periode loopt in ons klimaat van november tot februari. Het snoeihout kun je goed gebruiken voor het maken van stekken van de vijg. Het sap van vijgen kan irriteren op de huid dus pas hiervoor op.
Het is heel normaal dat de boom wat blad laat vallen. Hij is niet bezig met het blad, hij is bezig met overleven en wortelen. De boom beschermt zichzelf tegen teveel vochtverlies door blad te laten vallen. Wat je ziet is dus heel normaal.
In het algemeen is het aan te raden om de langste takken jaarlijks terug te knippen en zelfs te halveren. Zo zorg je ervoor dat de groei van de vijgenboom niet alleen aan de toppen van de takken plaatsvindt, maar ook dichter bij de stam.
De meeste vijgenrassen zijn zelfbestuivers. Er dus geen bestuiving van een andere vijg nodig om vruchten aan de boom te krijgen. Er bestaan uitzonderingen, dus let daarop als je een vijg koopt. De rijpe vijgen die de vijgenplant vanaf het tweede jaar produceert zijn talrijk heerlijk.
De vijgenboom op stam moet één keer per jaar gesnoeid worden. De beste periode om de vijg te snoeien is van eind november tot januari. Dan is al het blad van de boom gevallen. Snoei al het dode hout van de vijg weg en zorg dat de gewenste vorm in de boom blijft.
Zodra de temperaturen echt omlaag gaan, kan je niet rijpe vijgen beter verwijderen. Dit zorgt ervoor dat de vijg niet onnodig energie steekt in de groei van vijgen, die toch niet meer rijp kunnen worden.
De vijgenboom staat graag in de volle zon of halfschaduw, het liefst op een beschutte plek tegen een muur bijvoorbeeld. De boom kan zowel in een pot als in de volle grond goed overleven. In de volle grond kan de vijgenboom prima tegen vorst.
Omdat de vijgenboom geen bladeren heeft tijdens de overwinteringsperiode, zal je niet veel water moeten geven. Geef de boom net genoeg water zodat de kluit niet uitdroogt.
Als olijfbomen in de volle grond staan de grond vanaf het moment dat de kleine witte bloempjes opengaan, elke maand bemesten met een korrelkunstmest (formule 10-10-10) of gedroogde koemestkorrels. Na oktober de olijfboom niet meer bemesten.
Over het algemeen geldt dat vijgenbomen rond het midden van de lente geplant kunnen worden. Een jonge vijgenboom doet er ongeveer twee jaar over voordat het vruchten draagt. De vijgen van de meeste soorten worden aan het einde van de zomer en aan het begin van de herfst rijp.
Heb je kleigrond of zware leem, meng dan grind en lavagruis onder de aarde, om die lichter te maken; in de winter heeft een vijgenboom een hekel aan natte voeten. Op een kalkrijke plek groeit hij het best. Geef bomen in pot in de zomer elke twee weken biologische vloeibare tomatenmest en elke lente verse potgrond.
Normale potgrond voldoet prima voor de vijg. Beter is het wanneer de grond wordt aangevuld met extra grof zand voor de drainage en een fractie klei om vocht en voeding beter vast te kunnen houden. De olijfsubstraat van de Bergerie voldoet hieraan. Vijgen zijn extra te bemesten met koemest en kalk.
De eerste vijgen kun je plukken rond augustus en september. Vijgen die een beetje open lijken te barsten zijn het meest rijp. Na de winter kun je soms zelfs een tweede oogst verwachten.
Vijgenbomen en water
Een vijgenboom kan droogte goed tolereren maar geef je tijdens de zomermaanden regelmatig water dan kan de vijgenproductie en kwaliteit van de vijgen beter zijn. Als het warm is hebben vijgenbomen elke dag water nodig. Grotere potten hebben over het algemeen minder water nodig dan kleinere potten.
Het sap van de boom is giftig en kan voor irritatie zorgen als de huid ermee in aanraking komt. Het is niet zo da je gelijk naar de dokter moet maar het kan wel gaan irriteren en jeuken. Draag daarom beschermende kleding en eventueel een oogbescherming.
Over het algemeen kan je van een buiten groeiende vijg best in december, als je de boom snoeit, stekken nemen. Stukken tak van twee jarig hout plant je voor tweederde in de grond. Maar ook in maart kan je stekken. Over het algemeen wordt dit met vijgen die als kuipplanten gedaan.
Zoals gezegd de maanden oktober, november en december zijn de beste maanden om de vijgenboom te verplaatsen, zeker als het een boom is die ouder is dan 5 tot 6 jaar. Deze bomen hebben een groot wortelgestel waarvan een groot deel achterblijft.
Een groei van ongeveer 30 cm per jaar is voldoende. Op een beschutte plek is teelt in de volle grond mogelijk, Ficus carica kan echter ook als kuipplant gekweekt worden. Strenge winters kunnen een probleem vormen. Niet alle rassen zijn winterhard.
Je richt de boom het best op het zuiden, het zuidwesten maar uit de wind. Dus ergens achter een gebouw of een schutting, of tussen andere planten. Je kan 'm ook beschermen met een mat uit een tuincentrum of inpakken met vliesdoek dat de plant beschermt tegen de vriestemperaturen.