Wanneer en waarom moet u het plan van aanpak opstellen? Het is wettelijk verplicht om in uiterlijk week 8 van het re-integratietraject het plan van aanpak op te stellen. Elke 4 tot 6 weken werken jullie het plan van aanpak bij. Dat is ook wettelijk verplicht.
Een plan van aanpak is een verplicht onderdeel van de Wet verbetering poortwachter. Dus ja, deze is verplicht. Als er niet tijdig een plan van aanpak en eventueel een bijstelling is opgesteld kan dit resulteren in een loonsanctie bij de WIA-aanvraag.
Werkgever en werknemer ondertekenen beide deze bijstellingen. Hoe vaak maak ik een bijstelling op het plan van aanpak? Ons advies is om minimaal per 6 weken een bijstelling op het plan van aanpak te maken.
In het kader van de Wet verbetering poortwachter ben je al verplicht om minimaal iedere zes weken het Plan van aanpak te evalueren. Je kunt ervoor kiezen om de evaluatie te laten samenvallen met een van deze reguliere evaluatiemomenten. UWV herinnert zowel de werkgever als de werknemer aan de Eerstejaarsevaluatie.
Hoe vaak je contact hebt met de bedrijfsarts en op welke manier, ligt aan wat jullie daar samen over afspreken. Je hoeft niet altijd naar het spreekuur te komen. Vaak kan de afspraak telefonisch of via beeldbellen. Goed om te weten: je mag altijd op eigen verzoek een (extra) gesprek met de bedrijfsarts aanvragen.
Ja, je werkgever mag je bellen als je ziek bent. Er zijn geen vaste regels of wetten die bepalen hoe vaak je werkgever contact met je mag opnemen. Uiteraard wil je niet dat je werkgever je constant belt om werkgerelateerde vragen te stellen, en dat mag ook niet: het zou je herstel negatief kunnen beïnvloeden.
Wat zeg je tegen je bedrijfsarts? Als je burn-out1 bent en je kunt niet werken, dan nodigt de bedrijfsarts je uit voor een bezoek. Hij wil onderzoeken waarom je niet kunt werken en zal met je bespreken hoe je zo snel mogelijk weer beter kunt worden. Hij vraagt hoe het met je gaat.
Plan van aanpak te laat opgesteld
Ook als het plan van aanpak te laat is opgesteld, dat wil zeggen binnen twee weken nadat de probleemanalyse is opgesteld door de bedrijfsarts, dan kan het UWV een sanctie opleggen van maximaal een jaar extra loon doorbetaling.
Einde ziektewetuitkering
Uw ziektewetuitkering stopt als u:weer beter bent (en uw werk weer helemaal kunt doen)na 1 jaar minder dan 35% arbeidsongeschikt bent volgens UWV. recht heeft op een WIA-uitkering.
Om te beginnen kunt u met uw werkgever in gesprek gaan. Wanneer u het bijvoorbeeld niet eens bent met een bepaalde afspraak in het plan van aanpak, kunt u dit aangeven bij uw werkgever en kunt u uitleggen waarom u het er niet mee eens bent. U kunt dan proberen om samen tot een oplossing te komen.
Is een werknemer 8 weken arbeidsongeschikt, dan moet er volgens de Wet verbetering poortwachter een Plan van Aanpak zijn gemaakt. Het Plan van Aanpak wordt door de werkgever samen met de werknemer opgesteld.
Werknemers en werkgevers vullen samen de Eerstejaarsevaluatie in. Dat doen zij als de werknemer ongeveer 1 jaar ziek is. Samen bespreekt u hoe de re-integratie gaat.En of de werknemer goed op weg is om weer volledig te gaan werken.
Een plan van aanpak dwingt je om na te denken over alle factoren van je onderzoek. Zodra jouw plan van aanpak wordt goedgekeurd, weten jij en jouw begeleiders precies wat er gaat gebeuren. Je komt dan niet voor verrassingen te staan. Je beschrijft in jouw plan van aanpak de rode draad van wat je wil onderzoeken.
U bent verplicht dat aan hen door te geven als uw werknemer na 42 weken nog niet volledig aan het werk is. Dit is de zogenaamde 42e-weeksmelding. Van de werknemers die 42 weken ziek zijn, vraagt zo'n 25 procent een jaar later een WIA-uitkering aan.
De casemanager is het aanspreekpunt tussen de werknemer, werkgever en het UWV. De casemanager zorgt ervoor dat het re-integratiedossier aan de eisen van de Wet Poortwachter voldoet. De casemanager denkt daarnaast mee en zoekt naar mogelijkheden om de zieke medewerker te laten re-integreren.
Bedrijfsarts bepaalt of je ziek bent
Een bedrijfsarts beoordeelt of je hierdoor je werk wel of niet kan uitvoeren. Dat is een andere beoordeling. Je huisarts of behandelaar kan hier natuurlijk wel een oordeel over hebben, maar het oordeel van de bedrijfsarts is in beginsel doorslaggevend.
Het traject van re-integratie duurt maximaal 104 weken, oftewel twee jaar.
Hoe gaat het verder na het advies van de bedrijfsarts? U heeft minstens 1 keer in de 6 weken een gesprek met uw werkgever. Samen kijken jullie of het u lukt om het plan te volgen.
Tussentijdse evaluaties
Wij adviseren (net als het UWV) om minstens eens per zes weken de voortgang van de re-integratie te bespreken aan de hand van het Plan van Aanpak. Door regelmatig met elkaar in gesprek te gaan kun je steeds de situatie van het moment beoordelen.
Het Plan van aanpak is een momentopname. Uw werknemer en u zorgen ervoor dat het Plan van aanpak altijd actueel is en stellen het doorlopend bij als dat nodig is. Hiervoor houdt u goed onderling contact. Ons advies is om elkaar minimaal elke zes weken te spreken.
Wat is de Probleemanalyse? De Probleemanalyse is een formulier van UWV waarin iemand van de arbodienst of een bedrijfsarts de beperkingen van een zieke of uitgevallen werknemer in kaart brengt. Ook staat hierin wat de gevolgen van deze beperkingen zijn voor de werkzaamheden van de werknemer.
Hoe herken je burn-out klachten? Iemand met burn-out klachten heeft last van de volgende drie kenmerken: Spanningsklachten, zoals: lichamelijke vermoeidheid, concentratieproblemen, geheugenproblemen, onrustig slapen, piekeren en/of een gejaagd gevoel. Verliezen van grip op de situatie en een gevoel van machteloosheid.
Een bedrijfsarts helpt bij het voorkómen van ziekte, veroorzaakt door werk. Hierin werkt hij samen met andere professionals en de preventiemedewerker. Ben je ziek, dan adviseert de bedrijfsarts over de aanpak. En hij zorgt voor begeleiding tíjdens ziekte.
“Beoefen extreme zelfzorg,” adviseerde Verywell Health. “Je moet meedogenloos worden in het vervullen van je eigen fysieke behoeften: voldoende slaap, voldoende beweging, voldoende gezond eten en voldoende activiteiten die je kunnen helpen om stress te beheersen.”