Dagelijks de sonde Draaien (180 graden links- en 180 graden rechtsom). Twee keer per week de sonde “Dompelen” (plan hiervoor vaste dagen): Pak de sonde tussen duim en wijsvinger. Schuif de fixatiedisk ongeveer 3 à 4 cm van de buikhuid af. Duw de sonde minimaal 3 cm naar binnen en trek deze weer terug.
De sonde mag niet gedraaid worden! De dunnere sonde die door de PEG- sonde heen is gevoerd kan hierdoor namelijk terug krullen naar de maag. Het uiteinde van de sonde kan dan vanuit de darm in de maag terechtkomen.
Doorspoelen van een neusmaagsonde, PEG-katheter of jejunostomie. Het doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. In ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding of het geven van medicijnen.
De verzorging van de gastrotube is gelijk aan die van de MIC PEG-sonde (zoals beschreven staat in hoofdstuk 3 van dit PID). Wel is er één extra handeling vereist, namelijk de balloncontrole. Deze moet eenmaal per week uitgevoerd worden.
− Draai de katheter helemaal rond (360 graden) om de lengteas in de insteekopening, zowel linksom als rechtsom. − Schuif het huidplaatje terug in de oorspronkelijke stand. Schoon en droog De huid rond de insteekopening en het huidplaatje moeten elke dag schoongemaakt worden met lauw water. Gebruik geen zeep.
j Blaas de fixatieballon op met de 5 ml (of hoeveelheid volgens voorschrift) water. k Verwijder de injectiespuit van het ventiel. l Trek voorzichtig aan de PEG om te controleren of deze goed gefixeerd is. 12 Droog de huid goed met een gaasje of handdoek.
fixatieschijfje; ■ door de PEG-J te bewegen (drukken), voorkomt u dat het plaatje aan de binnenkant vastgroeit in de maagwand. vastgroeit in de maagwand. Let op: de PEG-J sonde niet draaien. De jejunum katheter kan dan uit de dunne darm gedraaid worden.
Zo weet u of de sonde nog diep genoeg zit; Controleer hierna de pleister door te kijken of de pleister nog goed vast zit rondom de sonde; Kijk, indien mogelijk, met een spiegel in de mond en keelholte. Als u ziet dat de sonde opgekruld ligt is dit een teken dat de sonde niet meer op zijn plek ligt.
Door de PEG-sonde te draaien en dompelen voorkomt u dat het plaatje aan de binnenkant vastgroeit in de maagwand. Dit moet dagelijks gebeuren. Deze handelingen kunt u het beste uitvoeren tijdens of na het schoonmaken van de PEG-sonde. U neemt de sonde tussen duim en wijsvinger en draait deze 360 graden rond.
De PEG sonde kan gemiddeld 1 a 2 jaar blijven zitten. De sonde kan verwijderd worden wanneer u deze niet meer nodig heeft. Wanneer er problemen zijn met de sonde kan deze vervangen worden.
Vervangen/verwijderen van een PEG-katheter
Deze heeft een ballon aan de binnenkant als interne fixatie en moet elke zes tot negen maanden verwisseld worden, afhankelijk van de conditie van de ballon. Tijdens het verwijderen van de PEG-katheter krijgt u een 'roesje”.
Probeer de sonde met een 5 ml spuitje met lauw kraanwater door te spuiten. Herhaal dit enkele malen. Als het niet lukt zal de sonde vervangen moeten worden. Neem contact op met de behandelend arts of de verpleegkundig consulent en overleg hoe verder te handelen.
Om te voorkomen dat de sonde verstopt raakt, adviseren wij u de sonde 4 tot 6 keer per dag door te spoelen met lauw water. Gebruik hiervoor de 20 ml spuit met gewoon kraanwater of mineraalwater zonder koolzuur. Sluit de spuit direct aan op de sonde of op het bijspuitpunt.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
■ de PEG-sonde komt naar buiten.
binnenkant tegengehouden door een plaatje dat tegen de maagwand zit. Als de sonde eruit valt, kan het gangetje (fistelkanaal) erg snel dicht groeien. Dit kan al binnen enkele uren.
Een patiënt die sondevoeding krijgt, kauwt vaak minder en vloed vaak minder speeksel af. Hierdoor is de kans op ontstekingen en irritaties in de mond groter. Om dit te voorkomen is het kauwen van suikervrije kauwgom, zuigen van snoepjes en mondhygiëne (tanden en tong 3x per dag poetsen) extra belangrijk.
Diarree bij een patiënt die sondevoeding gebruikt kan veroorzaakt worden door: Onvoldoende hygiëne. Te hoge toedieningssnelheid. Te koude voeding.
Vanaf 7 tot 10 dagen na plaatsing moet u de sonde dompelen en draaien om te voorkomen dat de interne fixatiedisk vastgroeit aan de maagwand.
Het wisselen van de PEG-sonde. Een PEG-sonde wordt gewisseld met behulp van een endoscoop. Dit is een flexibele slang met een kleine videocamera, ook wel gastroscoop genoemd. De gastroscoop bevat naast een camera ook een werkkanaal waar kleine instrumenten doorheen kunnen.
In ziekenhuizen moet de voedingsslang elke 24 uur worden vervangen. Sluit de voedingssonde (de voedingslume) bij bolustoediening na elke toediening af met een schoon dopje. Gebruik een dopje maximaal 24 uur. Maak de voedingspomp dagelijks en na morsen huishoudelijk schoon.