Ongeveer één op de vijftien tot dertig kinderen heeft wel eens last gehad van nachtangst, ook wel night terrors genoemd. Peuters hebben vaak last van aanvallen (één of meerdere keren per week), oudere kinderen meestal minder vaak (één of meerdere keren per maand).
Nachtangst kan ontstaan vanaf de leeftijd van 18 maanden tot je kindje een jaar of 6 is. Maar meestal begint het rond de leeftijd van 3 jaar. Nachtangsten kunnen ontstaan als de overgang van de lichte slaapfase naar een wat diepere slaapfase niet helemaal soepel verloopt.
Wat de oorzaak is voor nachtangst is onbekend. Er lijkt een erfelijke aanleg mee te spelen. Kinderen die aan nachtangst lijden hebben vaak een ouder die hier ook last van heeft gehad. De overgang naar de diepe slaap lijkt niet goed te verlopen bij mensen met nachtangst.
Het is mogelijk je kind te helpen om de nachtangsten te stoppen, maar het kost wel wat tijd. Start met het vervroegen van de bedtijd, 15 tot 30 minuten kan al genoeg zijn. Deze extra minuten slaap kunnen net genoeg zijn om de nachtangsten te stoppen.
Meestal duurt zo'n aanval een paar minuten tot maximaal een half uur. Nachtangst lijkt op een nachtmerrie, maar het is het niet hetzelfde. Na een nachtmerrie weet je kind vaak nog dat hij een enge droom heeft gehad. Bij nachtangst herinneren de meeste kinderen zich niets.
Als iemand last heeft van nachtangst, duurt dat meestal maar een paar seconden. Het helpt ook om het licht aan te doen, zodat de slaper helder kan zien als hij wakker wordt, daardoor niet verward raakt en kalm blijft. Nachtangst is op zichzelf niet gevaarlijk.”
Nachtangsten vinden meestal plaats voor middernacht, tijdens de non-REM slaap van je kind. Vaak is dit zo'n 1 tot 2 uur nadat je kind in slaap is gevallen. Je kind zit of staat ineens gillend rechtop in zijn bed en het lijkt of hij wakker is. Maar je kan geen contact met hem krijgen en troosten lukt ook niet.
Een nachtmerrie kan zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomen. Bij kinderen komt het vooral veel voor bij kinderen tussen de leeftijd van 3 en 6 jaar. Zowel jongens als meisjes kunnen last hebben van een nachtmerrie, het lijkt vaker voor te komen bij meisjes dan bij jongens.
Pavor Nocturnus, beter bekend als nachtangst of 'night terror', treedt op tijdens de diepe slaap bij kinderen. Omdat nachtangst optreedt tijdens de diepe slaap herinner je je er nadien niets van. Dit in tegenstelling tot een nachtmerrie. Pavor nocturnus komt vaak voor bij kinderen tussen 3 en 12 jaar.
Slaapregressie 4 maanden: omrollen. Slaapregressie 8 maanden: zitten en kruipen. Slaapregressie 12 maanden: beginnen met lopen. Slaapregressie 18 maanden: zelfstandig lopen.
Je baby wordt huilend wakker omdat hij honger heeft. Je baby is niet moe genoeg en wil niet (meer) slapen. Je baby is oververmoeid en bijvoorbeeld nog niet uitgeslapen zodra hij wakker wordt. Je baby kan niet zelfstandig in slaap vallen en wordt na een hazenslaapje huilend wakker.
Vaak ligt stress, angst of aangeleerd 'onhandig' slaapgedrag ten grondslag of bijvoorbeeld wakker worden door bedplassen. Het kind heeft overdag nauwelijks of geen klachten door het slaapprobleem. Slapen, eten, drinken, poepen en plassen zijn basisbehoeften in een mensenleven.
Slaapangst is een combinatie van angst en slapeloosheid. Als je last hebt van slaapangst, wordt je overheerst door een paniekerig gevoel dat alleen al ontstaat door de gedachte aan slaap. Hoe dichterbij het moment van slapengaan, hoe meer druk je jezelf oplegt om te moeten slapen, en dan het liefst 8 uur per nacht.
Gemiddeld duurt die ongeveer 25 minuten, maar de variatie is erg groot: in de eerste slaapcyclus, dus aan het begin van de nacht, beslaat de remfase maar vijf tot tien minuten. Bij elke volgende cyclus dromen we langer. Aan het eind van de nacht kan een droom wel drie kwartier duren.
Een nachtmerrie ontstaat wanneer u vervelende dingen verwacht. Iemand kan bijvoorbeeld een negatieve emotie hebben als die gaat slapen, bijvoorbeeld stress. Mensen die gestrest zijn overdag hebben vaker vervelende dromen. Deze emotie wordt dan omgezet in negatieve gebeurtenissen.
Het grootste verschil tussen een nare droom en een nachtmerrie is dat je bij een nare droom meestal doorslaapt. Je weet waarschijnlijk nog het verhaal, thema of beelden als je wakker wordt, of soms later op de dag, maar deze vervelende dromen leveren over het algemeen minder angst op dan nachtmerries.
Slaapstoornissen bij kinderen uiten zich in verschijnselen die lijken op ADHD, zoals druk gedrag en problemen met de concentratie. Maar ook zaken als geheugenverlies en problemen met het inschattingsvermogen komen voor. Verder blijven kinderen met een slaapstoornis vaak achter in de groei.
Hoelang duurt een slaapregressie? Slaapregressies kunnen 2 tot 6 weken duren. Het goede nieuws is dat de meeste baby's niet door elke slaapregressie gaan die er is tussen de geboorte en 3 jaar. Sommige kinderen hebben er amper last van, anderen zijn er gevoeliger voor.
Spreek met jezelf (en je partner) af, hoe lang jullie het kind laten huilen. Een richtlijn is minimaal 3 tot maximaal 10/15 minuten.
Zo kan het gebeuren dat je peuter van 2 jaar ineens allerlei capriolen uithaalt in bed, dutjes weigert of 's avonds niet naar bed wil. Hoewel deze slaapregressie de 24 maanden slaapregressie wordt genoemd, kan deze zich ook in de loop van het tweede levensjaar ontwikkelen.
De kiekeboe-methode. Het idee is dat je je baby wakker in zijn bed legt, een kus geeft en wegloopt. Dan zet je een wekker op twee minuten (of vijf, ligt eraan welk boek je leest) en ga je zitten wachten voor de deur. Of beneden, met een koptelefoon op, zodat je niet hoort dat je baby in paniek raakt.
Slaap! Voor dreumes en peuter is het vervolg op het succesvolle debuut en de bestseller van Susanne Willekes, de eerste gecertificeerde kinderslaapcoach van Nederland. Waar haar eerste boek zich richtte op hoe je je baby kan laten doorslapen, komen nu de kinderen van 1 tot 4 jaar aan bod.
Iedereen kan last krijgen van nachtmerries. Naar schatting heeft ongeveer 2% tot 5% van de volwassenen meer dan 1 keer per week een nachtmerrie. Mensen met een psychische stoornis hebben veel vaker regelmatige nachtmerries.