Als gebouweigenaar bent u conform de Arbowet verantwoordelijk voor de op het dak gemonteerde voorzieningen en de veiligheid van de mensen die daarop werken. Ankeringspunten voor valbeveiliging dienen daarom minimaal één keer per jaar aantoonbaar geïnspecteerd te worden.
een maximale levensduur heeft van 10 jaar vanaf de productiedatum – op voorwaarde dat de wettelijke keuringen worden nageleefd en de uitrusting is goedgekeurd. Voor metalen valbeveiligingsmiddelen (valblokken en karabijnen) is er geen beperking op de levensduur.
Eisen voor (dak)randbeveiliging
De minimumhoogte van de vangrail bedraagt 1100mm. De hoogte van de leuning bedraagt 1100 mm. De leuning moet evenwijdig zijn aan de looplijn. De vangrail moet ten minste één tussenliggende knierail bevatten of enige andere gelijkwaardige bescherming.
Veiligheidsgrens: 2,50 meter
Bij werk op een hoogte van minder dan 2,50 meter is valbeveiliging ook verplicht wanneer er boven een ondergrond gewerkt wordt waar extra risico's aan verbonden zijn, bijvoorbeeld bij werken boven water, op verkeerswegen of nabij uitstekende delen.
Het keuren van valbeveiliging moet gebeuren door een ervaren keurmeester, die speciaal opgeleid is om te kunnen beoordelen of een beschermingsmiddel nog wel veilig genoeg is. Er wordt gekeken naar: Veiligheidsharnassen. Veiligheidslijnen.
Actieve valbeveiligingssystemen moeten met tussenpozen van maximaal 5 jaar opnieuw worden gecertificeerd. Hangende onderhouds- en glaswassystemen (touwafdaalsystemen) moeten met tussenpozen van maximaal 10 jaar opnieuw worden gecertificeerd.
Na de eerste APK-keuring moeten elektrische of benzineauto´s om de 2 jaar gekeurd worden tot ze 8 jaar oud zijn. Daarna moeten ze elk jaar worden gekeurd. Diesels moeten na de eerste APK al elk jaar worden gekeurd. Een auto vanaf 30 jaar moet om de 2 jaar voor de APK en vanaf 50 jaar hoeft de APK niet meer.
Valharnassen hebben een maximale levensduur van 10 jaar na productiedatum. Een harnas dat ouder is, wordt automatisch afgekeurd. Controleer voor elk gebruik het valharnas op mogelijke schade zoals: Uitrafelingen.
Werkgevers en opdrachtgevers zijn samen verantwoordelijk voor de veiligheid van medewerkers die op hoogte werken. Een gebouweigenaar is bij onverhoopte incidenten aansprakelijk als hij niet zorgt voor een veilige (werk)omgeving.
Collectieve valbeveiliging voor dakranden
Borstwering moet volgens het Bouwbesluit minimaal 1 meter hoog zijn, gerekend van het betreedbare oppervlak. Bij werkzaamheden vanaf 13 meter is op grond van het Bouwbesluit de minimale hoogte van borstwering 1,20 meter.
De Nederlandse overheid heeft voorschriften ingevoerd die werkgevers verplichten valbeveiliging te bieden aan werknemers die op een hoogte van 2,5 meter of hoger werken.
OSHA definieert welke valbeveiliging vereist is op basis van hoe dicht werknemers bij de dakrand zijn: Minder dan 1,80 meter van de dakrand : Werkgevers moeten ervoor zorgen dat elke werknemer beschermd is tegen vallen door gebruik te maken van valbeveiligingssystemen zoals leuningen, vangnetsystemen, valbeperkingen of valbeveiligingssystemen.
Om ervoor te zorgen dat een dakrand voldoet als valbeveiliging dient deze een minimale hoogte te hebben. Wat is de minimale hoogte? Het Arbobesluit 3.16 geeft aan dat er een doelmatige afscherming van ten minste 1 meter hoog moet zijn.
Vanaf 2,50 meter spreekt men van werken op hoogte.
In de groene (veilige) zone mag zonder valbeveiliging gewerkt worden, deze zone ligt op minimaal 4 meter van de dakrand en andere vloeropeningen met valgevaar. De geel/oranje (kritische) zone van 4 tot 2 meter mag worden betreden als er duidelijke markeringen zijn geplaatst.
OSHA vereist dat valbeveiliging wordt toegepast op hoogtes van 1,20 meter op algemene industriële werkplekken, 1,50 meter op scheepswerven, 1,80 meter in de bouwsector en 2,40 meter bij havenwerkzaamheden.
Valbeveiliging moet jaarlijks worden gekeurd. Dit geldt zowel voor mobiele valbeveiliging als permanente valbeveiliging.
Verplicht is het zeker niet. Op de website van de Stichting Arbouw wordt hierover het volgende vermeld: Moeten wij in een hoogwerker ook persoonlijke valbeveiliging gebruiken? Nee, het gebruik van persoonlijke valbeveiliging is niet verplicht, omdat het leuningwerk van de werkbak minimaal 1,10m hoog is.
Valgevaar wordt vaak onderschat en de gevolgen van een val van een grote hoogte kunnen groot zijn. Valbeveiliging voor steigerbouw is niet verplicht, maar is wel aan te raden als er wordt gewerkt op een hoogte van 2, 5 meter of hoger. Goede valbeveiliging kan bij een mogelijke val ernstig letsel voorkomen.
PBM is de afkorting van persoonlijke beschermingsmiddelen. In tegenstelling tot collectieve valbeveiliging zijn PBM persoonsgebonden.
Afhankelijk van de branche kan het variëren van 6 maanden tot 6 jaar . Sommige veiligheidsharnassen kunnen zelfs meer dan 10 jaar meegaan, afhankelijk van de hoeveelheid gebruik en de kwaliteit van het onderhoud en de opslag die ze zien. Er zijn veel factoren om te overwegen voordat u uw harnas blijft gebruiken.
Volgens de HSE-richtlijnen moet het harnas elke 6 maanden door een professionele instantie worden geïnspecteerd. De PBM-regelgeving vereist echter minimaal 12 maandelijkse inspecties, die op het harnas zelf moeten worden vastgelegd.
Om te kunnen waarborgen dat elektrische installatie veilig gebruikt kunnen worden, dienen deze regelmatig te worden geïnspecteerd. Afhankelijk van de behoefte en eis door derden dient een NEN 3140 inspectie om de 3 tot maximaal 6 jaar uitgevoerd te worden.
De eerste van de periodieke keuring dient plaats te vinden ten laatste op de datum waarop het voertuig 4 jaar wordt. Nadien bedraagt de basisperiodiciteit tussen de opeenvolgende periodieke keuringen in principe 1 jaar.