Jonge slangen moeten eens in de drie tot vijf dagen eten en volwassen slangen een maal per week, tot twee weken. Een slang kan geen eetlust hebben, vaak is dat omdat ze dan moeten vervellen. Het is het makkelijkste om de slang te wennen aan dode voeding, zodat u de voeding kunt op slaan in uw vriezer.
Zoveel moet je een slang voeren
Gemiddeld voer je de slang 1 tot 1,5 keer de dikte van het dier. Voor de meeste slangen zijn dit dus prooidieren zoals muizen (kleine slangen), ratten (iets grotere slangen) of konijnen (nog grotere slangen). Het is belangrijk om de slang niet teveel te voeren.
Maar als je naar hun oogjes kijkt kun je het zien (meestal doffer) Een slang kan (als ie dus niet ziek is) een half jaar zonder eten. Met name in de winterperiode kunnen ze heel lang zonder. Zes maanden is de langste tijd die vermeld wordt, nadat ze een goede grote prooi naar binnen hebben gewerkt.
Voer in het begin eens in de drie tot vijf dagen. Naarmate de slang groeit, gaat u over op steeds iets grotere muizen en verlaagt u de voerfrequentie. Een volwassen rattenslang geeft u eens per één tot twee weken volwassen muizen. Vlak voor het vervellen eet de slang soms niet.
Maandelijks kost een korenslang, afhankelijk van de grootte, ongeveer 39 euro voor het voer, het vervangen van de lampen, de bodembedekking, de elektriciteit en het water. Als het dier ziek wordt of je wil kweken, kunnen de kosten hoog oplopen.
Van de drie soorten moet je alleen oppassen voor de adder: die is giftig en kan ook vervelend bijten. De ringslang en gladde slang zijn niet giftig en de ringslang bijt zelfs niet.
De ideale beginnersslang is een Pantherophis Gutatta, of wel een korenslang, en ook wel gutje genoemd. Deze heb je in vele verschillende kleuren en patronen, er zal er dus altijd wel 1 te vinden zijn die je mooi vind. Deze slang is makkelijk te houden en vergeeft jou je foutjes nog wel.
Slangen eten muizen, ratten en andere kleine knaagdieren. De rattenslang eet voornamelijk muizen en kleine ratten. Je kunt de slang levende muizen voeren maar je kunt hem ook laten wennen aan diepvriesmuizen. Wanneer je kiest voor diepvriesmuizen, zorg er altijd voor dat de muizen goed zijn ontdooid.
Voor slangen zijn de winters in Nederland te koud om actief te kunnen zijn. Daarom gaan ze vanaf oktober tot het voorjaar in winterslaap, ergens onder de grond. In Nederland leven drie soorten slangen: adder, gladde slang en ringslang. Wanneer ze ontwaken uit de winterslaap wordt sterk door de temperatuur bepaald.
Alle slangen zijn carnivoor, ze leven dus van levende dieren. De meeste slangen blijven klein en eten kleinere prooien als amfibieën en ongewervelden, die levend en in één keer worden doorgeslikt. Grotere prooien worden eerst gedood door wurging of vergiftiging voor ze worden verslonden.
Concreet betekent dit dagelijks water verversen, regelmatig sproeien, ontlasting en urine direct verwijderen, één keer per acht weken bodembedekking vervangen en het terrarium goed reinigen (één keer per zes maanden ontsmetten met desinfectans).
De meeste slangen zijn vleeseters. Ze eten andere dieren. Bijvoorbeeld kikkers, muizen, slakken en vogels. Grotere slangen eten ook grotere dieren zoals herten of krokodillen.
Slangen eten prooidieren. Er zijn slangensoorten zoals de kousebandslang die vis eten, maar de meeste soorten voer je met zoogdieren. Vaak worden hiervoor ingevroren muizen of ratten gebruikt (of de jongen hiervan). Bij grote slangensoorten worden ook konijnen of kleinere slangen gevoerd.
De meeste slangen kunnen aardig tam worden, maar natuurlijk moet je altijd op blijven passen. In de ochtend zijn ze het meest rustig en kun je ze het beste hanteren. Veiligheid staat voorop: zorg er dus voor dat je slang niet in de buurt van scherpe voorwerpen en elektriciteitdraden staat.
“Deze slangen weigeren om zout water te drinken, zelfs wanneer ze uitgedroogd zijn,” vertelt onderzoeker Harvey Lillywhite. “Ze hebben zoet water nodig om te overleven.” De onderzoekers bestudeerden de samengedrukte zeeslang (Hydrophis (Pelamis) platurus). De slangen leven in tropische oceanen.
Deze slangensoort eet ongeveer 1 a 2 muizen per week of 1 grote rat. Slangen kunnen een prooi naar binnen werken die een stuk groter is dan zijzelf. Dit komt omdat de kaken van een slang niet vastzitten zoals bij ons mensen. Ze kunnen hun bek zo ver open doen wat nodig is om hun prooi op te eten.
Zintuigen Slangen hebben wel ogen, maar zien meestal slecht. Ze horen geen geluiden, omdat ze geen oren hebben, maar ze voelen wél de trillingen aan de grond. Met hun gespleten tong kunnen slangen wel zeer goed ruiken en proeven. Daarom steekt een slang de tong steeds opnieuw uit de bek.
Slangen hebben net als veel andere dieren een spijsverteringsstelsel met onder andere een maag, lever en darmen. Bij slangen komt de ontlasting uit de darm en de urine uit de nieren samen in een ruimte. Die ruimte wordt de cloaca genoemd. Slangen poepen en plassen tegelijk.
Net als alle andere reptielen is het voor slangen niet mogelijk om nieuwe dingen te leren. Dat komt omdat de cerebrale cortex zeer klein is bij reptielen, dit in tegenstelling tot vogels en zoogdieren. Dit deel van de hersenen controleert het leren en de gedachten.
Alle slangen zijn carnivoor ofwel vleesetend. De meeste soorten die in terraria worden gehouden, eten knaagdieren of vis. Er zijn echter ook soorten die amfibieën, insecten, eieren of zelfs andere reptielen op het menu hebben staan.
Voedsel: Levende of dode prooidieren. Voornaamst gegeven prooidieren zijn muizen en ratten.
Als u meer dan een slangen heeft, voer ze dan altijd apart! Het is mogelijk dat twee verschillende slangen de zelfde prooi willen pakken, of dat ze elkaar grijpen en opeten. Dieren die u buiten vind moet u nooit geven, deze kunnen verschillende bacteri n en parasieten mee brengen.
De wetgeving Niet alle slangen die in de handel worden aangeboden zijn even legaal. Je mag enkel dieren houden die onder Cites 2 vallen. Dit zijn dieren die vrij mogen verhandelt worden, maar niet worden in- of uitgevoerd zonder vergunning.
Wilt u weten of dit dier op voorraad is en de actuele prijs van dit dier, kunt u contact opnemen met de winkel.
De gladde slang en de ringslang zijn niet giftig en vallen zelden aan. Alleen als je er bijvoorbeeld per ongeluk op gaat staan. De adder is wel giftig, maar niet heel gevaarlijk voor mensen. Andere slangen die je in Nederland tegenkomt, komen hier niet in de natuur voor.