De Pilea is niet een hele dorstige kamerplant, in de meeste gevallen is één keer per week water ruimschoots voldoende. Let er vooral op dat er geen water onderin de pot blijft staan waardoor de wortels gaan rotten. En eens in de week zijn bladeren besproeien met de plantenspuit zal hij je erg dankbaar voor zijn.
De Pilea Peperomioides, beter bekend als de Pannenkoekenplant of Pannenkoekplant, is een makkelijke kamerplant. De plant staat het liefst op een plek met veel indirect zonlicht. De plant krijgt verder het liefst regelmatig kleine scheutjes water, zodat de grond lichtvochtig blijft.
De Pannenkoekenplant groeit een beetje als een palm: de top groeit hoger en hoger, terwijl de onderste bladeren eraf vallen zodat er een steeds hogere stam ontstaat. De top snoeien kan niet, dan stokt de groei. Dat de onderste bladeren verwelken en loslaten, is dus normaal.
Luchtzuiverend. De Pilea is over het algemeen een fijne luchtzuiveraar, maar door zijn kleine formaat zal hij niet zo veel lucht zuiveren als zijn grotere concurrenten. Doordat de Pannenkoekplant vrij klein is, kan hij ook maar kleine beetjes zuiveren.
Pannenkoekplant (Pilea Peperomioides)
De pannenkoekplant heeft ronde bladeren die wel wat lijken op kleine pannenkoekjes. Het is een luchtzuiverende plant die ideaal is voor de slaapkamer. In de zomer kan de plant bloeien met kleine witte bloemetjes, maar dat doet hij alleen als er goed voor wordt gezorgd.
De Pilea is niet een hele dorstige kamerplant, in de meeste gevallen is één keer per week water ruimschoots voldoende. Let er vooral op dat er geen water onderin de pot blijft staan waardoor de wortels gaan rotten. En eens in de week zijn bladeren besproeien met de plantenspuit zal hij je erg dankbaar voor zijn.
Hij houdt van een lichte plek en van een licht vochtige bodem. Laat de grond tussendoor niet helemaal uitdrogen. Hij wordt zo'n 40 cm hoog en kan kleine, witte bloempjes dragen. Het is een warmte minnende plant.
We kennen hem allemaal wel: de Mini Pilea Peperomioides – of te wel de Pannenkoekplant. Deze plant is zeer gewild omdat hij snel groeit, en je hem gemakkelijk kunt stekken. Maar belangrijker dan dat: niet giftig voor jouw kleine spruit.
Plaats. De pannenkoekplant houdt niet van kou en kan dus niet buiten staan en mag ook zeker niet op de tocht staan. De bladeren zijn het mooist als er genoeg licht is, maar de volle zon is niet goed voor de plant. Bij volle zon krijgen de bladeren rimpels en wordt de plant geel.
Je pannenkoekenplant houdt ook van een beetje mest. Ongeveer één keer per maand kun je vloeibare voeding met het water meegeven. Dat is een soort vloeibare mest die je oplost in het water. Geef je dat regelmatig, dan zul je zien dat je plant het heel goed doet!
Pannenkoekplanten hoef je niet te snoeien. Pluk blaadjes die lelijk geworden zijn af. Mocht je er per ongeluk een keer een blad afstoten (of als overijverige kinderhandjes een steeltje hebben geplukt) zet dat dan in een glaasje en wacht tot er wortels aan komen. Grote kans dat er een nieuwe Pannenkoekplant is geboren.
Zo red je je Pilea
Zet de plant op een lichte plek, met een aantal uren zonlicht. Meer in de schaduw kan ook, maar in de zon heb je meer kans op een goede groei en uitlopers (van die baby's die spontaan komen oppoppen!) Laat de toplaag van de aarde tussen de gietbeurten opdrogen.
Zo leuk dat je Pilea peperomioides bloeit! Dit gebeurt maar heel weinig, dus dat is best bijzonder. De bloemetjes van de Pilea vormen een schermpje en kunnen erg wijd uit gaan staan. Soms zijn ze wit, soms groen en soms hebben ze een roze tintje.
Heeft jouw pannenkoekplant nog niet genoeg wortels om zelfstandig te groeien? Dan kan je het stekje laten wortelen op water. Zorg ervoor dat de blaadjes en steeltjes van de plant niet in het water staan, dit kan ervoor zorgen dat de blaadjes gaat rotten.
Zet de plant het liefst op een plek met indirect licht, zelfs een beetje richting de schaduw. Hier zal je pan- nenkoekplant grotere en groenere bladeren krijgen. De grond mag tussendoor droogvallen en hoeft dus niet altijd vochtig te zijn.
Je kan de pannenkoekplant wel met een enkel blad stekken als je ook een stukje van de stam afsnijdt. Je snijdt dan het steeltje van het blad met een heel klein 'hapje' uit de stam, zoals je op de foto ziet. In de stam zitten namelijk de juiste cellen om een nieuw plantje te vormen.
De gemakkelijkste manier om een pannenkoekplant te stekken is met behulp van de uitlopers die uit de wortels van de moederplant groeien. Een gezonde pannenkoekplant met genoeg ruimte produceert gedurende de groeimaanden (lente en zomer) vanzelf uitlopers. Je ziet deze vanzelf verschijnen in de pot naast de moederplant!
Het krullen van het blad verteld jou dat de plant te weinig water krijgt. Het tegenovergestelde kan de oorzaak zijn van een overschot aan water. Als het niet aan het water ligt dan komt het door de tocht of een tekort aan warmte.
Een gezonde pannenkoekplant kan zowaar ook moeder worden en pannenkoekplantenbaby's krijgen. Je ziet op den duur vanzelf stekjes aan en naast de plant verschijnen. Laat deze even doorgroeien totdat er mooie bladeren aan zitten en knip ze dan met een scherp mesje zo diep mogelijk van de moederplant af.
De Pannenkoekenplant hoeft u niet vaak te verpotten; ongeveer eens in de twee jaar. Dit komt omdat de plant niet heel snel groeit. Het verpotten kunt u het best doen in de lente of vlak na aankoop. Dan is de plant het best in staat om zich aan te passen aan de nieuwe pot.