U bent verplicht tijdens het verzuim iedere 6 weken met uw medewerker te evalueren over de voortgang van de re-integratie. Als er uit de gesprekken blijkt dat het Plan van aanpak gewijzigd moet worden dan doet u dit en legt u deze vast in de evaluatie.
U heeft minstens 1 keer in de 6 weken een gesprek met uw werkgever. Samen kijken jullie of het u lukt om het plan te volgen. Als dat niet lukt, kijken jullie waardoor dat komt. U en uw werkgever vertellen de bedrijfsarts steeds hoe het werken gaat.
Verplichtingen werkgever bij een ziekmelding
Is uw werknemer zes weken of langer ziek? Dan schrijft u samen een Plan van aanpak. Hierin staat wat u en uw werknemer gaan doen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Basis voor het Plan van aanpak is de Probleemanalyse die u ontvangt van uw (bedrijfs)arts.
Binnen acht weken na de ziekmelding moet je als werkgever, in overleg met je zieke werknemer, een Plan van Aanpak (PvA) maken voor zijn re-integratie. Iedere zes weken moet je als werkgever met je werknemer de voortgang bespreken. Je kunt ook een 'casemanager' kiezen die dit samen met jou of namens jou doet.
Wanneer een werknemer langdurig ziek is, kan hij of zij een oproep van de bedrijfsarts verwachten binnen 2 weken na melding van de werkgever. Over het algemeen geldt dat wanneer een oproep bedrijfsarts wordt verstuurd, er uiterlijk 6 weken na de ziekmelding een gesprek tussen werknemer en bedrijfsarts is gevoerd.
Het is absoluut onverstandig om aan te geven dat je écht niet meer wilt werken en/of terugkeren of dat je weigert om mee te werken aan het re-integratieplan dat de bedrijfsarts voor je heeft opgesteld. Als je je niet kunt vinden in dat plan, kun je aangeven wat je er niet prettig aan vindt.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
De werkgever mag wel vragen naar noodzakelijke informatie rondom je ziekte. Bijvoorbeeld hoe lang je denkt dat je thuisblijft, of je enigszins in staat bent om thuis wat te werken, of er afspraken verzet moeten worden en hoe je te bereiken bent. Het is niet toegestaan om te vragen naar de aard en oorzaak van de ziekte.
Behalve je eigen arts, mag alleen de bedrijfsarts je medische gegevens met jouw akkoord inzien. Die heeft ook een beroepsgeheim. Dit houdt in dat de bedrijfsarts jouw gegevens, maar ook wat er is besproken tijdens afspraken, niet mag delen.
Dat zijn maximaal 2 dagen van je ziekte waarover je werkgever geen loon hoeft te betalen. Dat is in de wet geregeld en moet in je arbeidscontract of cao staan. Je werkgever mag hier niet van afwijken. Hoeveel en hoelang je doorbetaald krijgt, hangt af van je contract en hoe lang je ziek bent.
Voor het eerste jaar: Ziektegevallen moeten uiterlijk binnen één week na de eerste ziektedag worden gemeld bij de arbodienst of bedrijfsarts. Is de werknemer zes weken ziek, dan moet door de arbodienst of bedrijfsarts een probleemanalyse worden gemaakt.
Het wettelijk uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Bij twijfel vanuit de werkgever is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Indien nodig kan er ook nog een deskundigoordeel bij het UWV aangevraagd worden.
Als een werkgever het vermoeden heeft dat een werknemer zich onterecht heeft ziek gemeld, dan kan hij een spoedcontrole (laten) uitvoeren. Dit kan al vanaf het moment van ziek melden. Veel werkgevers voeren een ziekteverzuimbeleid waarin een procedure is opgenomen die de werknemer en werkgever moeten volgen bij ziekte.
Als u ziek bent, moet uw werkgever uw loon doorbetalen over een periode van maximaal 104 weken. De werkgever moet minimaal 70% van het laatstverdiende loon betalen en de eerste 52 weken ten minste het wettelijke minimumloon. Of de werkgever meer moet betalen, moet uit uw arbeidscontract of cao blijken.
Als u ziek bent staat voorop dat u actief moet meewerken aan uw herstel en zo snel mogelijk weer aan het werk gaat. Dat kan betekenen dat u tijdelijk ander passend werk doet. U mag uw herstel niet in de weg staan of vertragen. De regels van uw cao en de wet gelden.
Dit mag de bedrijfsarts wel delen: welke werkzaamheden je nog wel/niet kunt uitvoeren. welke invloed dit heeft op het type werk dat je doet. de verwachte duur van het verzuim.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van u opvragen bij uw behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor uw verzuimbegeleiding. Maar uw behandelend arts heeft medisch beroepsgeheim. Daarom mag uw arts de gevraagde gegevens alleen doorgeven als u hiervoor toestemming heeft gegeven.
Bedrijfsarts stelt een probleem vast en zoekt naar de mogelijkheden om de werknemer te helpen om op een gezonde manier terug in het werk te komen. De bedrijfsarts neemt tijdens zijn gesprek niet uitsluitend medische zaken in het overweging, maar kijkt naar alle factoren die op dat moment van belang zijn.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Veelvuldig ziekteverzuim is op zich geen reden voor ontslag. Maar als de gevolgen voor het bedrijf te ernstig zijn, kunt u de kantonrechter vragen om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Bijvoorbeeld als de voortgang van het productieproces in gevaar komt. Of als de werkdruk voor de andere werknemers te hoog wordt.
Concrete informatie die u mag vragen en registreren
Het telefoonnummer waarop uw werknemer te bereiken is en het (verpleeg)adres. Hoe lang uw werknemer denkt dat de ziekte gaat duren. Wat zijn/haar lopende werkzaamheden en afspraken zijn. Of de ziekte van de werknemer verband houdt met een arbeidsongeval.
Je werkgever mag geen medische informatie van je vragen. Ook niet of je bij de huisarts bent geweest. Je werkgever mag wel vragen of je adequate behandeling hebt gezocht. En ook mag je werkgever vragen of de ziekte een gevolg is van een arbeidsongeval.
Je loon wordt – zolang je in dienst bent – doorbetaald door je werkgever. De ziektewet duurt maximaal 104 weken. Dit wil zeggen dat je twee jaar 'de tijd' hebt om beter te worden en te re-integreren op het werk.
Herstel in eigen of ander werk
Anders dan je misschien zou verwachten kunnen mensen met een burnout vaak beter wel gedeeltelijk aan het werk blijven. Wanneer zij elke dag iets nuttigs, iets ontspannends en iets gezelligs doen is de kans het grootst dat zij zichzelf hervinden en in het herstel gaan geloven.
Zowel werkgever als werknemer hebben een probleem als zij bij burn-out willen komen tot een ontslag. Zolang de werknemer ziek is, geldt het wettelijk opzegverbod (art. 7:670 lid 1 BW). Als een werknemer toch meewerkt aan zijn ontslag of tijdens burn-out zelf ontslag neemt, loopt hij zijn rechten op een uitkering mis.