De meeste soorten cellen kunnen maar een beperkt aantal keer delen. Dat komt omdat de uiteinden van de chromosomen, oftewel de telomeren, bij elke deling een stukje korter worden. Maar bij veel vormen van kanker zijn tumorcellen in staat om oneindig vaak te delen.
Gemiddeld duurt in een celcultuur een celdeling bij cellen van zoogdieren 12 tot 24 uur. Twee belangrijke fases tijdens de celcyclus zijn de S-fase en de M-fase. Tijdens de M-fase wordt de kern gedeeld, mitose, en splitst de cel zich: cytokinese. De M-fase van een zoogdiercel is relatief kort en duurt ongeveer één uur.
Bij de vrouw ontstaat uit een moedercel na twee meiotische delingen een rijpe eicel en 3 poollichaampjes. Deze poollichaampjes zijn niets meer dan afvalbakken voor erfelijk materiaal.
Deze telomeren worden bij elke celdeling korter. Als de telomeren 'op' zijn, kan er niet meer gedeeld worden en zal de cel normaal gesproken stoppen met delen of in apoptose gaan. De tumorcellen doen dit niet, die maken een stofje aan waardoor die telomeren groeien, zo kunnen ze langer doorgroeien.
Elke dag krijg je 330 miljard nieuwe cellen
Uit onderzoek van het Weizmann Insitute of Science in Israël blijkt dat ongeveer 330 miljard cellen in je lichaam elke dag vervangen worden.
Gemiddeld genomen verliest een volwassen mens elke dag tussen de 50 en 70 miljard cellen door middel van apoptose. Een met etoposide behandelde kankercel valt uiteen via apoptose.
Elke seconde gaan er een miljoen cellen dood in ons lichaam. Dat komt neer op een kilogram aan dode cellen per dag. Ons lichaam ontdoet zich van deze cellen omdat ze oud, beschadigd of gemuteerd zijn, en vervangt ze door nieuwe cellen.
Het lichaam gebruikt eiwitten als bouwstof voor lichaamscellen. De huid, de spieren, de botten en het bloed zijn opgebouwd uit eiwitten. Ook heeft het lichaam voortdurend eiwitten nodig om nieuwe cellen te maken en oude cellen te vernieuwen. Maar aminozuren kunnen ook verder worden afgebroken om energie te leveren.
In plaats van een volledig orgaan te vervangen, worden enkel orgaanspecifieke cellen getransplanteerd: cellen van de hartspier na een hartinfarct, van het gewricht bij artrose, van de pancreas bij diabetes of van het ruggenmerg bij bepaalde vormen van verlamming.
Sommige cellen blijven enkele uren in leven, zoals sommige witte bloedcellen of maar 2 tot 3 dagen, zoals de epitheelcellen van onze maag. Andere cellen blijven ongeveer 4 maanden in leven (zoals rode bloedcellen) of zelfs 8 tot 10 jaar (zoals de cellen van ons skelet).
Eicellen zijn de grootste cellen in het menselijk lichaam. Ze zijn zo groot, dat ze zelfs met het blote oog te zien zijn. In contrast: een spermacel is de kleinste cel.
Het is een dubbele draad die de erfelijke informatie van alle levende organismen bevat. Bij de mens bevindt het DNA zich in de kern van iedere cel (Wikipedia). Iedere cel in ons lichaam heeft één kern (Wikipedia) en het DNA in de kern van alle cellen bevat hetzelfde DNA.
Elke menselijke cel bevat onze unieke genetische code, DNA van twee meter lang. De mens bestaat uit 32,7 biljoen cellen.
Normale cellen groeien en delen zich om oude cellen te vervangen. Kanker ontstaat als de normale groei van de cel plots versnelt waardoor kankercellen zich ongecontroleerd beginnen te delen, doorgroeien in het omliggende weefsel en daar schade aanrichten. Bij de meeste kankers vormen deze cellen een knobbel of tumor.
Cellen hebben niet het eeuwige leven; cellen sterven en moeten worden vervangen. Nieuwe cellen vervangen deze oude cellen en zorgen er voor dat het organisme kan blijven leven. Cellen vermeerderen zich door middel van celdeling. Bij celdeling verdubbelt de cel het DNA en verdeelt dit over twee nieuwe dochtercellen.
Het lichaam herstelt de meeste schade, maar een klein deel ervan kan het niet repareren. Die 'roest' neemt elk jaar toe. “Onherstelbaar beschadigde cellen kunnen in senescence gaan: een soort winterslaap”, vertelt Peter.
Ons lichaam is altijd bezig om zichzelf in stand te houden. Denk maar aan de huid die ongeveer elke twee tot drie weken vernieuwd wordt of aan het vervangen van de rode bloedcellen en afweercellen van het immuunsysteem. Stamcellen spelen hierin een heel belangrijke rol.
Celbiologen in Rotterdam stellen vast dat veroudering komt door de voortdurend optredende beschadigingen van DNA. Naarmate de leeftijd toeneemt, hoopt zich steeds meer schade in het DNA op, waardoor cellen afsterven en veroudering optreedt.
Hoeveel bloedcellen heeft een mens? Bloedcellen hebben een beperkte levensduur. Rode bloedcellen leven 120 dagen, witte bloedcellen twee en bloedplaatjes tien dagen. Het lichaam breekt de cellen zelf af en vervangt ze door nieuwe.
Een volwassen mens van circa 75 kg bestaat uit ongeveer 60 x 1012 (60 biljoen) cellen, gedifferentieerd naar 200 celtypen, en uit extracellulaire matrix, die vezelig, geleiachtig of vloeibaar kan zijn.
De belangrijkste energieleverancier is glucose (suiker), maar ook vetten en eiwitten kunnen afgebroken worden om energie te leveren. Lichaamscellen halen hun energie vooral uit de verbranding van glucose in de mitochondrieën.
Van veel cellen weten we dat ze regelmatig vervangen worden. Je huidcellen vernieuwen zich bijvoorbeeld na twee weken en de epitheelcellen in je darmen zijn al na drie à vier dagen aan vervanging toe.
Je rode bloedcellen leven nog het langst, ongeveer vier maanden. Bloedplaatjes leven zo'n acht tot tien dagen en witte bloedcellen maar een paar dagen. Je lichaam moet dus voortdurend heel veel nieuwe cellen aanmaken.