Tellen hoe vaak één bepaalde waarde voorkomt door de AANTAL. ALS-functie te gebruiken. Gebruik de functie AANTAL.ALS om te tellen hoe vaak een specifieke waarde voorkomt in een reeks cellen.
Gebruik de functie AANTAL om het aantal gegevensitems vast te stellen in een numeriek veld binnen een bereik of een matrix met getallen. U kunt bijvoorbeeld de volgende formule invoeren om het aantal getallen in het bereik A1:A20 te tellen: =AANTAL(A1:A20).
U kunt unieke waarden in een bereik tellen met behulp van een draaitabel, functie AANTAL.ALS,SOM en ALS-of het dialoogvenster Geavanceerd filter.
AANTALARG telt alle waarden in een gegevensset, inclusief waarden die meer dan één keer voorkomen en tekstwaarden (inclusief lege tekenreeksen en spaties). Als u unieke waarden wilt tellen, gebruikt u COUNTUNIQUE . Als u alleen numerieke waarden wilt tellen, gebruikt u AANTAL .
AANTALLEN. ALS : Retourneert het aantal van een bereik op basis van meerdere criteria. SOM. ALS : Retourneert een voorwaardelijke som van een bereik.
Met de functie AANTALARG worden cellen geteld die elk type informatie bevatten, inclusief foutwaarden en lege tekenreeksen ("").
Als u bijvoorbeeld drie waardebereiken (intervallen) telt die in drie cellen zijn ingevoerd, moet u INTERVAL in vier cellen invoeren. De extra cel bevat het aantal waarden in gegevensmatrix die groter zijn dan de derde intervalwaarde. Met de functie INTERVAL worden lege cellen en cellen met tekst genegeerd.
Selecteer eerst de cel waarin u het resultaat wilt weergeven, klik vervolgens op "Kutools", ga naar "Formules" en klik op "Woorden binnen bereik tellen". In het formulehulpdialoogvenster moet u de cel of cellen invoeren waarvoor u het aantal woorden wilt laten tellen. Dan klik je op "OK".
ZOEKEN (VLOOKUP in de Engelse versie van Excel) staat voor Verticaal Opzoeken. Deze functie laat Excel een bepaalde waarde opzoeken in een kolom (een zogenaamde tabel array), om de waarde van een cel in een andere kolom, maar uit dezelfde rij terug te geven.
Gebruik de functie AANTALLEN. ALS om criteria toe te passen op cellen in meerdere bereiken en het aantal keren te tellen dat aan alle criteria wordt voldaan. Met SOM. ALS telt u de cellen in een bereik op die aan meerdere criteria voldoen.
Met de formule =SOM. ALS(B2:B5; "John"; C2:C5) telt u alleen de waarden in het bereik C2:C5 op wanneer de overeenkomende cellen in het bereik B2:B5 gelijk zijn aan "John". Zie SOMMEN. ALS, functie als u cellen wilt optellen op basis van meerdere criteria.
De functie CountA telt het aantal records dat niet leeg is in een tabel met één kolom. Deze functie telt ook lege tekst ("") mee. De functie CountIf telt het aantal records in een tabel dat true is voor een logische formule. De formule kan verwijzen naar kolommen in de tabel.
Als u telkens wanneer u een waarde, formule of naam wijzigt, alle afhankelijke formules wilt herberekenen, klikt u in het gedeelte Berekeningsopties onder Werkmap berekenen op Automatisch. Dit is de standaardinstelling voor berekeningen.
De intervalmethode
Hierbij worden belasting en herstel planmatig afgewisseld door pauzes. Er bestaan 2 soorten intervaltraining, namelijk extensieve intervaltraining (intervaltraining 1) en intensieve intervaltraining (intervaltraining 2). Doel: Verbeterd voornamelijk de maximale zuurstofopname.
Deze fout treedt op wanneer de formule met de functie verwijst naar cellen of een bereik in een gesloten werkmap en de cellen in de berekening zijn opgenomen. Dit werkt alleen als de andere werkmap is geopend.
De functie indirect geeft als resultaat de verwijzing die door een tekenreeks wordt aangegeven. Verwijzingen worden onmiddellijk geëvalueerd, zodat de inhoud kan worden weergegeven. Met INDIRECT() kun je binnen een formule de verwijzing naar een cel wijzigen, zonder de formule zelf te wijzigen.
Logische functies hebben iets met waar of niet waar, ja of nee. Als een bepaalde voorwaarde is voldaan is het waar is, dan moet er dit gebeuren; is het niet waar, doe dan moet er iets anders gebeuren. Deze functie =ALS() wordt dan ook heel veel door Excel -gebruikers toegepast.
U kunt ook op Ctrl+D drukken om de formule in een kolom op te vullen. Selecteer eerst de cel met de formule die u wilt opvullen, selecteer de cellen eronder en druk vervolgens op Ctrl+D. U kunt ook op Ctrl+R drukken om de formule rechts in een rij te vullen.
Een matrixformule is een formule waarmee meerdere berekeningen kunnen worden uitgevoerd op een of meer items in een matrix. U kunt een matrix beschouwen als een rij of kolom met waarden of een combinatie van rijen en kolommen met waarden. Matrixformules kunnen meerdere resultaten of één resultaat retourneren.