Overlevingskans. Nu overleeft 10 tot 20% van de slachtoffers. Door reanimatie en inzet van een AED kan dit percentage omhoog. Bij snel gebruik van het apparaat, dat elektrische schokken geeft om het hart weer goed te laten pompen, is de overlevingskans tussen de 50 en 70 procent.
90% van de slachtoffers die een reanimatie overleeft, maakt het na de reanimatie goed. Een vegetatieve staat (ook wel 'kasplantje' genoemd), is zeldzaam. Veel mensen kunnen na verloop van tijd hun werk weer hervatten. Maar een klein deel leeft met ernstige gevolgen van een hartstilstand.
Gemiddeld overleeft maar 10% van de mensen een hartstilstand. Toch zijn de overlevingskansen in sommige gebieden bijna 30% en soms zelfs wel 50%.
met 90% van de slachtoffers die een reanimatie overleven gaat het na de reanimatie goed.
Gelukkig is het zo dat veel mensen een circulatiestilstand in een goede conditie kunnen overleven. Een paar weetjes: De meeste mensen die overleven kunnen weer naar huis: 80-90 van de 100 overlevenden heeft een jaar na de reanimatie een goede levenskwaliteit.
Door een hartstilstand staat de bloedsomloop korte tijd stil. Hierdoor kunnen organen, waaronder de hersenen, beschadigd raken. Deze schade kan voor een deel herstellen, maar voor een deel ook niet. Ook de hersenen hebben een periode geen bloed en zuurstof gehad.
Signalen en symptomen van plotselinge hartstilstand. Het eerste en vaak enige symptoom van plotselinge hartstilstand is bewustzijnsverlies (flauwvallen) als gevolg van een tekort van bloed naar de hersenen. Op dat moment is er ook geen hart- of polsslag te voelen.
Met een hartaanval kunt u ernstige pijn op de borst of andere symptomen voelen. U blijft meestal wakker en kunt om hulp roepen. Bij SCD daarentegen zijn er geen tekenen dat er iets gaat gebeuren - u verliest plotseling het bewustzijn en kunt niet om hulp roepen. Het kan gebeuren als u wakker bent of als u slaapt.
Een reanimatiepoging wordt gestopt onder de volgende omstandigheden: - indien de hulpverlener te vermoeid is om de handelingen voort te zetten; - wanneer het slachtoffer normaal gaat ademen of ademt - als professionele hulpverleners de reanimatie overnemen; - als men er niet binnen 20 minuten in slaagt om in contact te ...
Onderbreek de borstcompressies hiervoor nooit meer dan 10 seconden. Ga door met reanimeren en wissel steeds 30 borstcompressies af met 2 beademingen.
Hierbij valt te denken aan een reanimatie, een zeer ernstig ongeval of vanwege tilassistentie. Om de noodzakelijke handelingen zo snel en kundig mogelijk uit te kunnen voeren worden er soms twee ambulances gestuurd. Twee verpleegkundigen en twee chauffeurs voeren dan gezamenlijk de nodige handelingen uit.
Gemiddeld kan een mens 4 tot 5 minuten met een verminderde zuurstoftoevoer naar de hersenen, maar als die tijd langer is, treedt er schade op. Bij een hartstilstand is snelle reanimatie de enige mogelijkheid om een leven te redden. Het is erg belangrijk om binnen 2 minuten te reanimeren.
Vaak is de oorzaak van een hartstilstand bij iemand onder de 45 jaar een erfelijke hartziekte. Voorbeelden van erfelijke hartaandoeningen zijn: een erfelijke hartritmestoornis (zoals lange QT-syndroom of het Brugada-syndroom) een erfelijke hartspierziekte (cardiomyopathie)
Cijfers hartstilstand en reanimatie
In gemiddeld 70% van de gevallen vindt een reanimatie thuis plaats.
Als het hart van het ene op het andere moment ophoudt met pompen, treedt al na enkele minuten de dood in – een plotse hartdood. De dood treedt niet in met het stoppen van het hart, maar bij het verlies van de hersenfunctie.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
In een 6-minutenzone bieden mensen binnen 6 minuten de juiste hulp bij een hartstilstand. Ze bellen 112 , starten met reanimeren en zetten een AED in. Hiermee vergroot je de kans op overleven van het slachtoffer aanzienlijk.
Een kunstmatig hart heeft de 25-jarige Stan Larkin bijna anderhalf jaar in leven gehouden terwijl hij moest wachten op een donorhart. Stan lijdt net als zijn oudere broer aan een erfelijke hartspierziekte.
NORRIS e.a. (1969) geven de sterfte 3 jaar na hartinfarct op als 23% voor het eerste infarct, 48% voor het tweede infarct en 62% voor drie of meer infarcten.
'Tien tot vijftien procent van de patiënten met een hartinfarct krijgt binnen een jaar te maken met een tweede infarct', vertelt hij. 'Soms niet eens in het hart, maar ook in de hersenen.
Tijdens de hartstilstand heeft de bloedcirculatie tijdelijk stilgestaan. Dit is een schok voor de hersenen omdat die hierdoor onvoldoende toevoer van bloed en zuurstof hebben gehad. Als een hartstilstand langer dan 5-6 minuten duurt zonder reanimatie, dan leidt dit vaak tot schade of sterfte van hersenweefsel.
Na de reanimatie wordt de lichaamstemperatuur van de patiënt verlaagd om schade aan de hersenen en andere organen te beperken. Hierbij wordt de patiënt kunstmatig in slaap gehouden en zal de ademhaling geheel worden overgenomen.
In coma na een reanimatie
Na een hartstilstand en reanimatie kunnen patiënten buiten bewustzijn blijven. Ze reageren dan niet meer op prikkels. Dit noemen we een coma. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 5.000 patiënten na een reanimatie in coma opgenomen in het ziekenhuis.
Bij een hartinfarct, ook wel hartaanval genoemd, is er een verstopping in de kransslagader van het hart. Daardoor stroomt er geen bloed meer naar een deel van de hartspier. Het hart krijgt te weinig zuurstof. Een deel van de hartspier beschadigt en sterft af.