Rozemarijn is een groenblijvende plant die het hele jaar door zijn blad behoudt. Bijzonder is de vroege bloei, die in maart begint in een beschermde teelt (vorstvrije overwintering). Rozemarijn bloeit vanaf mei als hij buiten groeit. Na de bloei is het het perfecte moment om rozemarijnstruiken te snoeien.
Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) is een houtachtig en aromatisch kruid dat 15-20 jaar oud kan worden. Het is een groenblijvende struik met een gemiddelde hoogte van 1,2 m. Rozemarijn heeft witte, paarse of blauwe bloemen en geurige, leerachtige bladeren, die op dennennaalden lijken.
Snoeien kan op vrijwel elk moment. Maar na de winter is het wel een must, omdat de rozemarijn snel verhout en ouder wordt. Snoei alle takken wat terug, maar nooit tot in het kale hout; zorg dat er altijd nog groen aan de takken zit. Door vormsnoei dwing je de plant om binnenin jonge takjes te maken.
Rozemarijn heeft weinig verzorging nodig, wel is het aan te raden om de plant na de bloei een opknapbeurt te geven door hem terug te snoeien. Geef kuipplanten alleen van maart tot september wat extra mest. Let wel op insecten, bijvoorbeeld de bladsprinkhaan. Deze insecten laten witte vlekjes achter op het blad.
Voor overwintering zoekt u een lichte, koele plaats. De serre, het lichte trappenhuis of het raam van de garage of slaapkamer zijn ideaal. Tussen 5 en 10 graden Celsius is het voldoende om rozemarijn te laten overwinteren. Het mag ook niet warmer zijn, want hoe hoger de temperatuur, hoe groter de scheutgroei.
Een rozemarijn kun je snoeien na de bloei en na de winter in maart. In de zomer kun je de lange bloemtakken halveren, maar dit is niet noodzakelijk. Als je regelmatig takjes afknipt voor gebruik in de keuken snoei je de rozemarijn uiteraard ook al.
Aanplanten kun je zowel in de volle grond doen als in een pot. Let er wel op dat rozemarijn een beschutte plaats, met het liefst veel zon, nodig heeft om goed te kunnen groeien en bloeien. Als grondsoort is droge en goed doorlatende grond het beste. De bloeiperiode van de plant is van maart tot en met mei.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
De Rozemarijn is een must-have tuinplant in elke mediterrane tuin. Deze Rozemarijn - Rosmarinus Officinalis tuinplanten zijn familie van de Lamiaceae. De volwassen hoogte van deze wintergroene vaste plant is ca. 80 cm.
Steek enkele stekjes van je rozemarijn langs de randen van de pot in de grond, of plant ze afzonderlijk van elkaar in zaaimodules. Geef de stekken water van boven om de grond rond de stekjes goed in te laten klinken. Zet de potten vervolgens in een koude kas of op de vensterbank op een beschutte, beschaduwde plek.
De meest voorkomende rozemarijn groeit de hoogte in tot maximaal 1 meter, daarnaast is er een kruipende soort die ongeveer 30 cm hoog wordt en ideaal is voor borders, hangmanden en op muurtjes. Kruiden als rozemarijn tussen decoratieve planten zetten is niet alleen een trend, het verrijkt ook de biotoop van je tuin.
Zowel de bladeren als de bloemen van de plant zijn eetbaar. De smalle naaldachtige bladeren zijn aan de bovenkant donkergroen en aan de onderkant wit. Het wordt als kruid toegevoegd aan zoete gerechten, maar is ook lekker bij vis en vlees.
De smaak van van het kruid rozemarijn is mild, maar snel overheersend. Het is een oud keukenkruid, dat vooral in Italiaanse gerechten goed past. Het smaakt lekker in vleesgerechten (zoals varkens- en lamsvlees), groenten, soepen en salades. Het kruid is ook zeer geschikt bij schelp- en schaaldieren.
Veel water heeft deze rozemarijn niet nodig. De plant heeft liefst staat liefst op een droogje. Lekker verwaarlozen dus. Als je tuiniert in potten moet je je rozemarijn wat beter in de gaten houden.
In plaats daarvan is het voor rozemarijn planten belangrijk dat de bemesting de gezondheid van de bodem stimuleert. Hiervoor kun je de rozemarijn planten het beste bemesten met een combinatie van compost en wormenmest. Zowel compost als wormenmest bevatten kleine hoeveelheden stikstof, fosfor en kalium.
Standplaats. Plant rozemarijn op een warme, zonnige plek. Zorg bij aanplanten in de volle grond, bijvoorbeeld in een border, dat er voldoende ruimte tussen de rozemarijn plantjes zit. Houd in ieder geval 30-35 cm aan.
Naast vitaminen bevat rozemarijn ook een aantal belangrijke mineralen zoals natrium, kalium, calcium en ijzer. Natrium en kalium zorgen samen met chloride voor een goede vochtbalans en bloeddruk in je lichaam. Daarnaast spelen ze een rol in het overbrengen van zenuwprikkels en het samentrekken van je spieren.
Met welke planten/bloemen kun je rozemarijn goed combineren
Je kunt de rozemarijn heel mooi combineren met de laurier en tijm.
Rozemarijn in de tuin
De grond waarin rozemarijn het best tot zijn recht komt is een droge en zanderige grond. Zorg ervoor dat de grond goed waterdoorlatend is. Op grond die veel kalk bevat wordt rozemarijn wat kleiner, maar geurt daarentegen wel meer. Rozemarijn heeft geen extra voedingsstoffen nodig.
Rozemarijn vraagt wat kalk in de grond. Regelmatig water geven. Gebruik de stengels en blaadjes om mee te kruiden.
In de volle grond heeft Rozemarijn nauwelijks tot geen extra voeding nodig. Gooi hooguit na het bloeien een klein handje compost of gewone tuinmest. Staat de plant in potten dan kan wat extra voeding geen kwaad. Gebruik bijvoorbeeld vloeibare voeding of een tablet met een langzaam werkende meststof in pot of bak.
Rozemarijn is een groenblijvende plant die het hele jaar door zijn blad behoudt. Bijzonder is de vroege bloei, die in maart begint in een beschermde teelt (vorstvrije overwintering). Rozemarijn bloeit vanaf mei als hij buiten groeit. Na de bloei is het het perfecte moment om rozemarijnstruiken te snoeien.
Gele naalden duiden meestal op te veel water
Als de rozemarijnnaalden geel worden, is dit meestal een duidelijke indicatie van fouten bij het bewateren - in dit geval is de rozemarijn te nat.
Rozemarijn zaaien (Rosmarinus officinalis)
Teelwijze : Rozemarijn kan in een kweekbakje gezaaid worden of buiten op een zaaibed; één keer verspenen en vervolgens uitplanten. 's Winters tegen de vorst beschermen of -als potplant binnenshuis overwinteren.
Zet de planten even diep als ze in de pot stonden en houd een onderlinge afstand van ongeveer 50 cm aan. Zaaien kan, maar is erg ingewikkeld. Gemakkelijker is het om in augustus kopstekken te nemen en in stekgrond te zetten. Doop de stekken eventueel eerst in stekpoeder.