Wanneer ze zijn uitgezet overleven de aaltjes ongeveer twee tot drie weken. In de tussentijd bestrijden ze de plaaginsecten. We raden voor een optimale bestrijding van plaaginsecten aan om de behandeling na twee tot drie weken te herhalen.
De bestrijding met aaltjes in het gazon moet na twee tot drie weken herhaald worden. Hoe je de aaltjes dient te mengen vind je hieronder voor onze verschillende verpakkingsgrootten. De perfecte omstandigheden zijn vlak voor of vlak na een regenbui.
Aaltjes vallen de plaaginsecten doelgericht aan en roeien de plaag uit, ze dringen hun prooi binnen en beginnen de larve van binnen aan te vreten. Door het afscheiden van bepaalde bacteriën sterft het plaaginsect al na 2-3 dagen.
Bij bodemtoepassing kunnen de aaltjes, bij de juiste temperatuur en vochtigheid, ongeveer 2 weken overleven.
Aaltjes zijn ontzettend effectief in het bestrijden van plagen als rouwvliegjes, slakken, mieren, motten, rupsen, pissebedden en nog meer. Het zijn allemaal verschillende soorten met elk hun eigen taak.
Beregen dus indien nodig met een sproeitoestel. Na behandeling moet de grond minimum 2 weken vochtig blijven. De bodemtemperatuur moet voldoende hoog zijn om de aaltjes te gebruiken (verschillend van soort tot soort). Toepassen bij bewolkt weer, in de regen of 's avonds, niet in volle zon.
De grote engerlingen die al 2 jaar in de grond zitten en zo'n 4cm zijn, zijn door de aaltjes moeilijk te bestrijden. Bij de meikever is het belangrijk elk jaar aaltjes in te zetten wanneer de engerlingen nog jong, klein en vatbaar zijn. Dit is vanaf eind juni tot en met augustus.
Plantparasitaire aaltjes zijn 0,2 tot 10 mm groot. Naast de directe schade die deze aaltjes aan planten aanrichten, kunnen ze ook indirecte schade aan de gewassen veroorzaken doordat ze schimmels en virussen overdragen.
Hoeveel aaltjes heb ik nodig? Voor een toepassing van 10 m² heb je 5 miljoen aaltjes nodig.Behandel je 100 m² heb je 50 miljoen aaltjes nodig. Overdosering is niet mogelijk, je kan dus beter te veel als te weinig aaltjes toepassen.
Rozen, Suikerbiet, tulp, ui, tuinboon, schorseneer, peen, kroot en aardbei zijn zeer gevoelig. Het aardappelcystenaaltje (Globodera soorten) treft men aan bij aardappel, aubergine en tomaat.
meestal gaan de aaltjes tot ongeveer 30 cm de grond in, maar bij erg warm weer dan zakken ze zelfs nog wat verder. Hoe gevoelig de aaltjes zijn is afhankelijk van de manier van jagen.
De nematoden geven pas een zichtbaar resultaat na een tweetal weken. De aaltjes beginnen onmiddellijk met werken en infecteren de slakken, enkele dagen na toepassing sterven de eerste slakken.
Na 2 tot 3 weken kruipen ze uit de engerling en gaan op zoek naar een volgend slachtoffer. Het maakt voor het aaltje niet uit welke soort engerling het is, ze vinden ze allemaal even lekker.
Hoeveel water ben ik nodig? Reken per plant waar je de aaltjes wilt uitzetten ongeveer 200 ml water, wanneer er kleine planten tussen zitten reken dan wat minder en bij grote planten wat meer. Wanneer je planten hebt die weinig water nodig zijn zoals cactussen kun je de helft rekenen.
Nematoden moeten kunnen “zwemmen”. Dus voor je de aaltjes gaat gebruiken maak je de bodem best voldoende vochtig. Na het gebruik van de aaltjes dien je de bodem ook 2 weken nat te houden zodat de aaltjes zich vlot kunnen bewegen in de bodem.
Met aaltjes kun je ze pesticidevrij bestrijden. Je kunt ze kopen en zelf kweken.
Wil je dus voorkomen dat engerlingen in je gazon komen, plaats dan preventief sterk geurende planten en kruiden in je tuin, zoals bijvoorbeeld citroenkruid en knoflook. Engerlingen zijn niet dol op die geur, en zullen zich verplaatsen.
Kunnen aaltjes tegen vrieskou? Nee, aaltjes kunnen niet tegen vrieskou. Bij vorst, als de temperatuur onder de 0°C gaat, zullen aaltjes sterven.
De aaltjes zijn onschadelijk voor dier, mens en natuur, maar enorm effectief tegen hun natuurlijke vijanden. Als je een handje aarde uit de tuin oppakt zitten daar grote aantallen nematoden in. Er zijn duizenden verschillende soorten nematoden en enkele daarvan worden gebruikt als biologisch bestrijdingsmiddel.
Ongeveer 2 weken na het toedienen van de nematoden wordt het resultaat merkbaar. De aaltjes werken niet tegen de volwassen rouwvliegjes dus deze blijven nog even zichtbaar totdat ze aan een natuurlijke dood sterven.
Toepassen van aaltjes tegen engerlingen
Aaltjes oplossen in water en vervolgens verdunnen naargelang de te behandelen oppervlakte. Giet met de gieter of sproei met onze nematodenspuit het mengsel op de aangetaste plekken en ruim daarrond. Indien je veel kale plekken hebt, kan je best het volledig gazon behandelen.
Helaas gaan engerlingen niet vanzelf weg. Engerlingen bestrijden doe je met aaltjes, de natuurlijke vijand van deze plaag.
Engerlingen van meikevers zijn in het voorjaar vanaf ongeveer 10 graden bodemtemperatuur in de bovenste 25 cm van de grond te vinden, in de zomer en het vroege najaar vinden we ze ook oppervlakkig onder planten en de grasmat. In de wintermaanden kunnen ze, vooral bij strenge kou, diep wegkruipen, wel tot 1,5 m diepte.
Hoeveel heb ik nodig? De hoeveelheid die je nodig hebt is afhankelijk van het oppervlakte dat je wilt behandelen. Wij adviseren zo'n 500.000 aaltjes per vierkante meter. Bij een grotere infectie kan dit aantal verhoogt worden naar één miljoen aaltjes per vierkante meter en herhalen dit na twee a drie weken.