Rijd je automaat? Kies dan, zowel bergop als bergaf voor handmatige bediening en schakel tijdig terug. Zo kan de motor wat meer toeren maken en kan er ook bij afdalen afgeremd worden op de motor.
Je kunt met een automaat ook remmen op de motor. Daarvoor zet je de pook in 1, 2 of 3. Dit is vooral handig wanneer je bijvoorbeeld bergaf rijdt en je remmen wilt sparen. Met 1 rem je het hardst af, met 2 behoud je je snelheid iets meer en met 3 blijf je het snelst rijden.
Bij automaat rijden wordt de versnellingsbak automatisch bedient. Bij het rijden in een automaat schakelt de auto automatisch door naar een volgende versnelling zodra jij het tempo verhoogt. Iets wat je normaliter handmatig zou doen.
Als je met een automaat voor een stoplicht staat moet je hem gewoon in D laten staan. Enkel als je langer stilstaat zoals bijvoorbeeld voor een overweg of brug moet je hem in D of N zetten. De automaat is gewoon gemaakt om enige tijd in D te staan met uw voet op de rem.
Standen automaat
Zet je de auto in de P-stand, dan blokkeert je versnellingsbak. Deze stand heeft dus als het ware hetzelfde effect als je handrem. Het zorgt ervoor dat je auto niet gaat rollen na het parkeren.
De letter S staat voor sport: dit houdt in dat de auto minder ver zal opschakelen, zodat er meer acceleratie (versnelling) plaats vindt wanneer je gas geeft. De letter M staat voor manual: hier geef je zelf wanneer de auto op moet schakelen of juist terug moet schakelen.
Ben je van plan om in een automaat te gaan rijden, let dan op de volgende tips: Houdt het rempedaal altijd ingedrukt als de auto stil moet blijven staan. Als je de gewenste snelheid hebt bereikt, laat het gaspedaal dan een klein stukje opkomen, de auto zal dan automatisch naar een hogere versnelling opschakelen.
Je bent met een automaat zonder schokken, gekraak of stilvallen sneller vertrokken aan de lichten. Ook op een hellende baan ben je gemakkelijker weg. Kortom, met een automaat schakelt je relaxniveau een versnelling hoger en je stressniveau een versnelling lager.
N is Neutraal. E werkt ongeveer zoals D (Drive) van een normale automaat. Maar je voelt hem echt schakelen, en je kunt voor een soepeler rijgedrag het beste het gas er even een beetje afhalen als de bak schakelt.
Met een automaat op vakantie
Rijd je met een automaat over bergpassen? Zet hem dan in zijn 1 of 2, dat zijn aparte bergversnellingen. Als je dit niet doet, dus de auto dus in zijn D (=Drive) laat staan, schakelt hij te snel op bij het oprijden van de berg en remt hij niet af op de motor bij het afdalen van een berg.
Tips voor automaten
Rij altijd in de eco-, winter- of de normaalstand, dat zorgt voor een zo vroeg mogelijk opschakelen naar hogere versnellingen. Gebruik de sportstand zo weinig mogelijk. Laat het gaspedaal even iets 'opkomen' als je op snelheid bent. De automaat schakelt dan direct naar een hogere versnelling.
P = 'park' (parkeren) R = 'reverse' (achteruitrijden)
Wat betekent de B-stand? Bij de knop van de automaat vind je de B-stand. Die staat voor Brake of Bremse (Engels respectievelijk Duits). Schakel je die in, dan remt de auto bij het loslaten van het gaspedaal (hoe vreemd dit ook klinkt voor een elektrische auto) meer op de motor af.
Zie je bijvoorbeeld een steile helling waar stenen naar beneden zijn gerold, kies dan een ander plekje anders kan er bij terugkomst een steen op je autodak liggen. Draai daarnaast je wielen altijd richting de berg, zodat wanneer je auto toch zou gaan rollen, deze snel tot stilstand komt tegen de berghelling.
Met een automaat heeft u geen last meer van de hellingproef. Als je de rem loslaat begint de auto namelijk vanzelf te rijden. Geen gedoe meer met achteruit rollen, snel schakelen en gas geven dus.
In stand P is de versnellingsbak mechanisch geblokkeerd. Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat of als de motor moet worden gestart. De auto moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest. Om vanuit de parkeerstand een andere schakelstand te kunnen kiezen, moet u in contactslotstand II het rempedaal bedienen.
De automaat bonkt. De auto schommelt in toeren. De auto verbruikt veel brandstof. De automaatbak van de auto doet het niet meer.
Normaal gesproken kan een automaatbak net zo lang mee als een handbak. Ze hebben weinig onderhoud nodig, alleen is het oliepeil belangrijk. De meeste automaten hebben dan ook een oliepeilstok net als de motor.
de auto blijft niet stilstaan als-ie in Drive staat en dat zorgt in de beginperiode weleens voor een kleine botsing. automaten zijn over het algemeen duurder. het is echt even wennen als je een handgeschakelde auto gewend bent, doordat je onder andere je linkervoet niet gebruikt tijdens het rijden.
Een automaat heeft er maar twee in plaats van drie, omdat de koppeling niet nodig is. Je linkervoet hoef je daarom niet te gebruiken bij een automaat. Daarnaast gaat een automaat vanzelf rustig rijden als je het rempedaal loslaat, ook al geef je nog geen gas.
Een automatische transmissie weegt meer, hierdoor wordt de auto zwaarder en dit heeft invloed op de hoogte van wegenbelasting. Ook voor privé leasers heeft dit een negatieve invloed op de maandprijs. De onderhoudskosten van een automaat zijn flink. Het uitblijven van onderhoud kan zorgen voor een nog groter probleem.
Veel mensen vragen zich af of automatisch of handgeschakeld rijden sneller is. Vroeger was een automaat namelijk suf en trok hij sloom op. Dat is verleden tijd. Tegenwoordig zijn automaten zelfs sneller dan handgeschakelde auto's, mits je weet hoe je het voertuig bestuurt.
Tegenwoordig is een automaat zelfs zuiniger dan een schakelbak, doordat een automaat meer versnellingen heeft en dus altijd het optimale toerental rijdt. En zodra ook jongere mensen in een automaat gaan rijden, verdwijnt het truttige imago vanzelf.