Zomerbanen (in de openlucht) hebben een lengte tussen 225 en 550 meter, winterbanen (overdekt) zijn doorgaans 250 meter lang (de minimumafstand om als olympische baan gekwalificeerd te worden). De helling in de bochten is ongeveer 33°, maar varieert afhankelijk van de bochtradius.
De baan is heel simpel. Je hebt een ovaal van 200 meter en je rijdt zo'n 40 kilometer per uur met 1 versnelling. Hoe harder je gaat hoe hoger je in de baan rijdt.
Deze fiets heeft namelijk een andere geometrie, wat betekent dat het frame andere verhoudingen heeft. Ook heeft een baanfiets geen remmen en maar één vaste versnelling. Daarnaast is het een doortrapper, wat inhoudt dat je niet zomaar je benen stil kunt houden tijdens het fietsen, wat bij een gewone fiets wel kan.
Het omnium is een klassement over vier onderdelen op één dag. De opzet van het omnium verandert regelmatig. Sinds 2017 beginnen renners met een scratch, gevolgd door de temporace, een afvalkoers en tot slot een puntenkoers. De renner die na de puntenkoers de meeste punten heeft verzameld, wint het omnium.
Door deze winter de MTB te pakken leer je nóg mooiere routes kennen. Een mountainbike is al snel een paar kilo zwaarder dan je racefiets. Tel daarbij de extra weerstand door dikke banden op en je snapt: fietsen met een MTB is pittig. En daarom ideaal om extra kracht op te doen.
Om dit wat te kaderen volgend voorbeeld: als een gemiddelde wielertoerist over een rit een gemiddelde heeft van 180 watt, heeft hij een mooie inspanning geleverd. Bij de toprenners in Gent-Wevelgem heb ik gemiddelde waarden gezien die tot 320 à 340 watt gaan.
Een velodroom, ook wel wielerbaan of wielerpiste genoemd, is een ovale piste speciaal gebouwd voor baanwielrennen. Zomerbanen (in de openlucht) hebben een lengte tussen 225 en 550 meter, winterbanen (overdekt) zijn doorgaans 250 meter lang (de minimumafstand om als olympische baan gekwalificeerd te worden).
Een doorsnee sportzaak is voor de zesvoudig wereldkampioen geen optie. Met zijn maximaal vermogen van 2500 watt trekt hij normale wielerschoenen aan flarden.
Een Flandrien is een renner die houdt van kasseien en korte, nijdige hellingen (zoals we ze vooral in Vlaanderen terugvinden). Een Flandrien herken je aan zijn gespierde dijen. Daarmee pijnigt hij de pedalen op de stenen, beukt hij de tegenstand kapot met de grote versnelling.
Tijdens een baankoers wil een coureur zoveel mogelijk snelheid halen uit zijn fiets en geen moment verspillen. Het is dus aangewezen om te blijven trappen, vandaar de oplossing om het tandwiel direct te monteren op het wiel.
Je kan wel een gemiddelde nemen. Een prof is rond de 70 kilo en fietst 30.000 kilometer per jaar. Een gemiddelde amateur is een man van 85 kilo. Hij fietst niet het hele jaar door en als hij rijdt, doet hij dat gemiddeld twee keer per week.
De fiets is duidelijk sneller door de lagere rolweerstand door het type band en de iets hogere bandenspanning, het hogere rendement van de aandrijving en de iets lagere luchtweerstand door de diepere zit. De fiets is vergelijkbaar met sportieve tourfietsen met derailleurversnellingen.
Gemiddelde wielrenner: 22-25 kilometer per uur. Tour-renner: 35-38 kilometer per uur.
De ontwerpers moesten zich uiteraard aan de regels van de UCI houden. Dat houdt ook in dat de fiets voor gewone consumenten te koop moet zijn. Dat is ie straks dan ook. Een frameset gaat bijna 10 mille kosten.
Met deze gewichtsreductie is het nu mogelijk geworden om Kimera baanfietsen op te bouwen met een gewicht van 6,8 kg, het minimaal toegestane gewicht volgens de UCI regels.
Elke derny heeft een 100 cc tweetaktmotor en is volledig automatisch gebouwd. Door meer gas te geven kan er traploos meer snelheid gemaakt worden. Verder is er de vaste pion, door deze vaste pion voelt de bestuurder de cadans van de wielrenner beter en kan hij bijsturen waar nodig.
Het konijn in kwestie deze keer: de fiets. De Britse baanfiets, de Lotus x Hope HB. T, is een haast futuristisch ruimteschip(je), dat een lieve duit kost. Naar verluidt zou hij namelijk, als je de prijs van alle unieke onderdelen bij elkaar optelt, zo'n 35.000 euro kosten.
Salaris van de beroepsfamilie
het beroep Professioneel wielrenner valt onder de beroepsfamilie Beroepssporters. Het salaris Beroepssporters ligt gemiddeld op € 12800 bruto per maand.
Koppelkoers (ook wel: 'Madison')
Een koppel bestaat uit twee renners die wisselen tussen “in koers” en “uit koers”. De renner uit koers rijdt bovenin de baan, of op het beton (de strook dat tegen het binnenterrein aan ligt)en wordt in koers door de koppelmaat getrokken.
Om 30 km/uur te fietsen (uitgaande van geen tegenwind) moet een renner van 70 kg met een fiets van 9 kg ongeveer 172 watt fietsen. Weegt deze renner 80 kg dan komt dit neer op 176 watt en voor iemand van 95 kg 183 watt.
Een beginnende wielrenner heeft een gemiddelde snelheid van 24 kilometer per uur als deze alleen fiets. Binnen een groep haalt een beginnende wielrenner snelheden rond de 27 tot 28 kilometer per uur, zolang die niet vooraan hoeft te fietsen.
Nils Politt heeft het snelheidsrecord van deze Tour de France gebroken. In de achttiende etappe was de Duitser van Katusha de eerste renner die in deze editie meer dan 100 kilometer per uur haalde. In de afdaling van de Col de Vars (7 procent) klokte hij 101,5 km per uur.