-> Het woord dyslexie komt van het Griekse δυςλέξις. Aan het accent is te zien waar de klemtoon op valt. Het is dus dysLExie!
Iemand met dyslexie heet een dyslecticus of dyslectica, meervoud respectievelijk dyslectici en dyslecticae, maar wordt geslachtsneutraal meestal 'dyslect' (meervoud 'dyslecten') genoemd.
Meestal worden de kenmerken van dyslexie duidelijk vanaf een jaar of 7. Kinderen hebben dan moeite met klanken in de goede volgorde zetten, zoals dorp of drop. Maar ook bij cijfers: 12 en 21. Kinderen kunnen de letter d en b door elkaar halen, vinden hardop lezen vaak niet leuk en lezen vaak 'radend'.
Spelling dyslexie en herkomst. Dyslexie betekent letterlijk woordblindheid en zowel woordblind als dyslexie is juist gespeld. Dyslexie komt van het Griekse duslektos [ = moeilijk te vertellen], van dus- [ = slecht, moeilijk] + lexis [het spreken], maar beïnvloed door latijn legere [ = lezen].
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Vaak wordt de diagnose dyslexie al bij kinderen gesteld. Dyslexie is een hersenaandoening en houdt niet op bij het bereiken van volwassenheid.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Behandeling. Dyslexie is een persisterend probleem. Dit betekent dat de leerstoornis nooit weg zal gaan en niet te genezen valt. Behandelingen en therapieën kunnen het probleem niet voor 100% oplossen, maar ze kunnen wel helpen in het leren omgaan met dyslexie.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid, maar duidelijk is, dat meerdere factoren een rol spelen. Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas nog steeds voor veel problemen zorgt. Dyslexie gaat niet over, maar speelt een rol in de hele levensloop.
Het CVZ baseerde zijn conclusie op de constateringen dat: dyslexie een medisch probleem is, gegeven de specifieke neurobiologische en neuroanatomische afwijkingen, een genetische basis heeft en een persistente problematiek kent.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.
Albert Einstein en Leonardo da Vinci hadden dyslexie. Dat is niet zomaar toeval, volgens de auteurs van Dyslexie als kans. Mensen met dyslexie hebben namelijk een andere hersenstructuur. Die zit ze vaak in de weg, maar biedt ook grote voordelen.
Er is sprake van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) als de leerachterstand in lezen en/of spellen erg groot is, ondanks extra instructie op school. Ook moet er in onderzoek zijn aangetoond dat er sprake is van ernstige dyslexie. Een orthopedagoog of psycholoog kan vaststellen of iemand ernstige dyslexie heeft.
Ten eerste kun je problemen hebben met het herkennen van het visuele woordbeeld. Daarnaast kun je ook moeite hebben met het begrijpen van taal en klanken. Veel kinderen overwinnen hun dyslectische problemen, maar kunnen als volwassenen subtiele problemen met lezen en schrijven hebben.
Om dat te begrijpen moet je eerst weten hoe een dyslecticus denkt: hij denkt in beelden. Bij elk woord ziet hij in zijn hoofd plaatjes. Een beelddenker kan wel 32 plaatjes in een seconde zien. Het lijkt net een film.
Wanneer de kosten voor een dyslexieonderzoek niet vergoed worden door uw gemeente, bedragen de kosten voor een dyslexietest €. 715,-. Een particulier dyslexieonderzoek is verder identiek aan een vergoed onderzoek.
Een particuliere school kan een goede oplossing zijn voor een kind met dyslexie. Reguliere scholen hebben vaak grote klassen, waardoor weinig plaats is voor individuele begeleiding. Op een particuliere school daarentegen zijn kleine klassen het uitgangspunt. Daardoor is veel meer individuele aandacht mogelijk.
De leeftijd van uw kind ligt bij aanmelding voor een dyslexieonderzoek en behandeling tussen de 7 en 12 jaar. De dyslexiezorg mag in elk geval niet gestart worden nadat uw kind 13 jaar is geworden.
Om dyslexie te kunnen behandelen, is het belangrijk dat kinderen en ouders goed met elkaar samenwerken. Een dyslexiebehandeling wordt vaak gegeven door een orthopedagoog, in samenwerking met een psycholoog. Een psycholoog is soms nodig omdat kinderen met dyslexie zich vaak niet begrepen voelen.
De dyslexie zal nooit helemaal overgaan. Het is aannemelijk dat de leerling nog steeds in aanmerking komt voor ondersteuning op niveau 2, en wellicht ook op niveau 3. Met de behandelaar kan worden afgestemd over de manier van oefenen en welke materialen daarvoor geschikt zijn.
Een gebrekkig tijdsbesef: weinig gevoel hebben voor de hoeveelheid tijd die verstrijkt en daardoor bijvoorbeeld vaak te laat komen. Leren klokkijken is vaak ook moeilijk omdat de kloktijden deze kinderen weinig zeggen. Woordvindingsmoeilijkheden: vaak niet op een woord of een naam kunnen komen.
Wat is dyslexie eigenlijk en waar lopen kinderen met dyslexie tegenaan? Dyslexie is een ernstig probleem in lezen en/of spellen. Kinderen met dyslexie lezen vooral traag en maken veel spelfouten. Ze hebben daardoor moeite om teksten te begrijpen en te schrijven, en hebben meer last van angst en depressieve gevoelens.
Hij was linkshandig en dyslectisch – hij maakte vaak spelfouten of schreef in spiegelschrift – terwijl zijn spraakvermogen in zijn rechterhersenhelft zat. Bij meer dan 95 procent van de mensen zit dat links. Allemaal typisch voor ADHD.