Die wordt ook wel gehechtheid of gehechtheidsrelatie genoemd en is belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Je kind krijgt daardoor zelfvertrouwen, ontwikkelt veerkracht en kan ervan leren. Je zorgt voor veilige hechting als je je kind liefde geeft, contact maakt en goed op je kind reageert.
Een kind dat veilig gehecht is, heeft een relatie met zijn primaire verzorger (vaak, maar niet altijd, zijn moeder), waarin hij weet dat hij veilig is en dat aan zijn fysieke en emotionele behoeften wordt voldaan. Door een responsieve verzorger te zijn en consequent aan de behoeften van de baby te voldoen , wordt er een band gevormd en voelt de baby zich veilig.
Hechting verwijst naar de emotionele band die zich ontwikkelt tussen een kind en zijn of haar primaire verzorger(s). Deze band ontstaat meestal in de eerste levensjaren en speelt een cruciale rol in de emotionele en sociale ontwikkeling van het kind. Hechting gaat echter verder dan alleen de kindertijd.
Het hebben van een onveilige hechting of gedesorganiseerde hechting, vergroot het risico op gedragsproblemen en psychiatrische aandoeningen, zoals depressies, verslavingen, angststoornissen en eetproblemen.
Het belang van een veilige hechting
veerkracht, ze kunnen flexibel reageren op problemen en spanningen en kunnen hun emoties tonen en reguleren. ze kunnen verbanden leggen tussen hun eigen gedrag en het effect daarvan, doordat hun ouders sensitief reageren op het gedrag van hun kind.
Die wordt ook wel gehechtheid of gehechtheidsrelatie genoemd en is belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Je kind krijgt daardoor zelfvertrouwen, ontwikkelt veerkracht en kan ervan leren. Je zorgt voor veilige hechting als je je kind liefde geeft, contact maakt en goed op je kind reageert.
Een gezonde gehechtheid zorgt ervoor dat de zich ontwikkelende hersenen op natuurlijke wijze de juiste sensorische stimulatie en neurale activiteit krijgen .
Baby's en jonge kinderen met hechtingsproblemen hebben meer kans om gedragsproblemen te ontwikkelen, zoals aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) of gedragsstoornis (Fearon et al, 2010) 14 . Kinderen met hechtingsproblemen kunnen moeite hebben met het vormen van gezonde relaties als ze opgroeien.
Een onveilige hechting kan zich op veel verschillende manieren uiten. Zoals gedragsproblemen, een laag zelfbeeld, moeite om anderen te vertrouwen, verlatingsangst of het gevoel dat je er alleen voor staat. Soms ontstaat er een gedragsstoornis bij onveilig gehechte kinderen.
Gehechtheidsrelaties kunnen onderverdeeld worden in vier categorieën: veilig, onveilig vermijdend, onveilig ambivalent en gedesorganiseerd.
Welke leeftijd is hechting belangrijk? Het hechtingsproces is al vanaf het het eerste levensjaar al belangrijk. De eerste relaties waarbij een kind bewust is van een persoon en diegene herkent, komt al voor tussen de 6 en 12 maanden.
Je pasgeboren baby wil je het liefst van al overladen met knuffels, en dat is helemaal oké. Dat is zelfs absoluut noodzakelijk. Het idee dat je je kind op een negatieve manier verwent door hem veel te knuffelen, is inmiddels achterhaald. Maar ook je grotere kinderen blijf je best veel knuffelen.
Gebaseerd op onderzoek van Schaffer en Emerson kwam naar voren dat er vier fases van hechting zijn: pre-hechting (geboorte tot drie maanden), willekeurige hechting (6 weken tot 7 maanden), onderscheidende hechting (7 tot 11 maanden), meerdere hechtingen (vanaf 9 maanden).
Veilige hechting, verloop:
Na 3 maanden krijgt de baby voorkeur en reageert selectief op de aanwezigheid van bepaalde personen (meestal de ouders en vaker nog de moeder). Na 5 à 6 maanden komt 1 persoon centraal te staan (exclusieve hechting). Na 7 á 8 maanden, begint de eenkennigheidsperiode.
Het kan 5 tot 14 dagen duren voordat de wond dicht is. Hoe lang het duurt voordat de wond dicht is, heeft te maken met de grootte van de wond. Als de wond dicht is, verwijdert uw huisarts de hechtingen.
Hechting ontstaat door wederzijdse reacties tussen het kind en de ouders (verzorgers) en leidt tot een duurzame affectieve (emotioneel, liefdevolle) relatie. Dit hechten geeft een kind een veilig gevoel, een gevoel dat het kind weet dat er iemand is op wie ze kunnen terugvallen, iemand die van ze houdt.
Kinderen met hechtingsproblemen hebben weinig vertrouwen in zichzelf en in anderen.Ze vinden het moeilijk zich kwetsbaar op te stellen.Ze kunnen niet geloven dat ze op andere mensen kunnen rekenen. Hechtingsproblemen kun je oplossen.
U mag niet baden en zwemmen zolang u hechtingen heeft. Het droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing. U kunt dus beter geen afsluitende pleister op de wond gebruiken; deze maakt de wond vochtig.
Gedesorganiseerd gehechte kinderen. Bij deze kinderen is er geen duidelijke hechtingsstijl zichtbaar. Hun gedrag is wisselend: ze zoeken soms veel toenadering, maar reageren ook met stress of angst in het bijzijn van hun ouders.
Risicofactoren voor hechtingsproblemen
De ontwikkeling van hechting tussen ouder of opvoeder en kind kan bemoeilijkt worden door verschillende risicofactoren: Kenmerken en gedrag van de ouder zoals onveilige hechting van de ouder zelf, psychische problemen of een licht verstandelijke beperking bij de ouder.
Kinderen met een hechtingsstoornis: zijn vaak erg druk of juist teruggetrokken. hebben moeite met concentratie. wisselen snel van stemming, van heel vrolijk naar heel boos.
Gevolgen hechtingsproblematiek
Bij kinderen en jongeren met hechtingsproblemen komen klachten zoals angst en somberheid vaker voor. Hechtingsproblemen kunnen ook op latere leeftijd invloed blijven hebben. Ze kunnen invloed hebben op hoe je je voelt, je zelfbeeld, hoe je relaties aangaat of hoe je omgaat met stress.
De richtlijn Problematische gehechtheid (Wolff & Wildeman, 2020) onderscheidt risicofactoren op vier gebieden: • Kenmerken en gedrag van de ouder; • Kenmerken van het jonge kind; • Gezins- en leefomstandigheden; • Stabiliteit en continuïteit in het contact tussen ouder en kind.
Angstige hechting ontstaat als je ouders inconsequent waren in hoe ze op jouw behoeften als kind reageerden. In je latere leven betekent het dat je weliswaar hunkert naar intimiteit, maar dat je tegelijkertijd ook vaak piekert over je relatie en het vermogen van je partner om jouw liefde te beantwoorden.