Totdat je kind 2 jaar is, speelt het nog niet echt samen. Je kind speelt naast andere kinderen, waarbij elk kind opgaat in het eigen spel. Ze zitten in dezelfde ruimte, soms met hetzelfde speelgoed, maar elk kind is zelf bezig.
Tweejarigen zitten boordevol energie. Rennen, springen of klimmen: ze worden er steeds vlotter en beter in. Maar ook de fijne motoriek vordert snel. Knutselspeelgoed, bouwblokken of puzzels zijn manieren om de ontwikkeling van de fijne motoriek te stimuleren.
Motorische ontwikkeling
Een kindje van 2 jaar kan motorisch al best veel. Hij kan nu goed lopen, zowel vooruit als achteruit. Ook kan hij nu rennen en tijdens het rennen kan hij van richting veranderen. Hij kan op zijn teentjes lopen, gaat steeds beter springen en klimmen en hij kan even op één beentje staan.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
Corrigeer je kind op een korte, duidelijke, maar rustige manier. Dus zonder boos te worden. Ga naar je kind toe, maak contact door te knielen, oogcontact te maken of je kind aan te tikken en geef de grens aan: “Slaan doen we niet, dat doet pijn” of “Bijten mag niet, dat doet pijn”.
Een kind van 18 maanden gebruikt gemiddeld 50 woordjes, terwijl een kind van 2 jaar gemiddeld 200 woordjes gebruikt. Vervolgens gaat het kind woorden combineren tot korte 2-woords zinnetjes (zoals "jas aan" of "papa bal"), korte zinnetjes produceren en steeds meer vragen stellen.
Peuterpuberteit: symptomen
Niet luisteren naar wat je vraagt of zegt. Wegrennen. Zeuren en jammeren om de eigen zin door te drijven. Agressie (slaan, schoppen, duwen, trekken, met dingen gooien) in reactie op frustraties en grenzen.
Officieel leert je kind pas in groep 3 van het basisonderwijs letters herkennen en woordjes lezen. Toch hoef je er niet raar van op te kijken als een peuter enthousiast de eerste letter van zijn naam aanwijst, of wanneer een kleuter met onregelmatige letters zijn naam onder een tekening zet.
Peuters leren het meest door zelf dingen te doen. Daarvan krijgen ze ook zelfvertrouwen. Probeer ze daarom veel zelf te laten doen, ook al moet je daar veel geduld voor hebben. Jassen en schoenen dichtmaken gaat natuurlijk sneller als je het zelf doet, maar peuters leren meer als je hen de kans geeft het zelf te doen.
Ze kunnen niet zo goed lang stilzitten en zijn graag bezig met speelgoed waar actie en beweging in zit. Dingen die geluid maken, met lichteffecten en een racebaan vinden ze bijvoorbeeld erg leuk om mee te spelen. Maar ook klimmen, voetballen, buitenspelen, verven en bouwen doen ze graag.
Nederlandse kinderen hebben doorgaans te veel speelgoed. Volgens speelgoeddeskundigen geldt voor dreumesen tot twee jaar: een derde van zijn maandleeftijd in speelgoed is voldoende. Zo heeft een kind van 24 maanden genoeg aan 8 speeltjes.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."
De nee-fase kan twee maanden, maar ook de hele peuterpuberteit duren. Net zo snel als je kindje ermee begon, kan hij er ook weer mee ophouden.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Leg uit waarom je peuter straf krijgt.
Je kind moet snappen waarom iets niet mag, zodat hij intrinsiek gemotiveerd wordt om het de volgende keer niet meer te doen. Geef duidelijke uitleg. 'Niet zo stout doen', is voor een kind te vaag. 'Je mag niet schoppen, want dat doet pijn,' is beter.
Sla of schop niet terug en schreeuw ook niet tegen je kind. Stop met waar je mee bezig bent en vertel je kind welk gedrag moet stoppen en waarom. Zeg bijvoorbeeld 'Benjamin, stop nu met slaan. Je doet mij pijn, ik wil dat je hier meteen mee stopt en rustig wordt.