Kinderen met autisme spelen niet zoals andere kinderen. Ze vertonen echter geen typisch spelgedrag. Er zijn kinderen die geen fantasie of verbeelding hebben en er zijn kinderen die zich zo in een rol inleven dat ze er zich moeilijk van kunnen losmaken. Tussen deze twee uitersten zitten een heleboel variaties.
Voor kinderen met autisme kan het dus heel goed zijn om speelgoed te kiezen dat helpt om de zintuiglijke prikkels te verwerken. Dit wordt ook wel sensorisch speelgoed genoemd. Hierbij kun je denken aan een voelspel, een muziekinstrument of interactieve vloertegels die oplichten als je er op gaat staan.
Mensen met autisme ervaren dus heftiger wat ze horen, zien, ruiken proeven en voelen. Vaak hebben ze ook moeite met veranderingen en onverwachte dingen. Hierdoor gaan ze ook anders om met andere mensen. Ze begrijpen vaak niet goed hoe andere mensen zich voelen.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Heeft geen interesse in andere mensen (vanaf 12 maanden) Het kind is vooral op zichzelf gericht en heeft weinig aandacht voor de mensen in de omgeving. Het is bijvoorbeeld weinig nieuwsgierig naar de inbreng van een volwassene in het spel of kijkt weinig naar wat andere kinderen doen.
Klassiek autisme
Je ziet bij kinderen dat ze moeite hebben met communiceren. Ze zijn ongeremd en vertonen vaker hyperactief of agressief gedrag. Andere problemen zijn: tics, dwangmatig gedrag, slaapproblemen en epilepsie. In sommige gevallen is er ook sprake van een verstandelijke beperking.
Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen. Je doet graag vaak hetzelfde, draagt graag elke dag dezelfde kleding of je eet enkel wat je goed kent en het liefst zo vaak mogelijk hetzelfde.
Mensen met autisme reageren anders op emotionele prikkels. Zij missen het intuïtieve vermogen zich te verplaatsen in de gedachtewereld en de bedoelingen van anderen. Zij vinden het lastig om aan te voelen wat passend gedrag is in een bepaalde context.
Inlevingsvermogen en empathie
Het idee dat mensen met autisme geen inlevingsvermogen hebben, is achterhaald. De ontwikkeling van het inlevingsvermogen kan wel anders verlopen dan bij mensen zonder autisme. En dat kan leiden tot misverstanden in een (liefdes)relatie.
het kind herhaalt klanken of doet ze na; het kind verwijst naar zichzelf als 'jij', 'zij' (of 'hij'). Dit is normaal gedrag tot een jaar of 3, maar daarna niet meer; het kind heeft een opvallend woordgebruik (niet passend bij de leeftijd of de situatie);
Vanaf welke leeftijd kan autisme worden vastgesteld? Vanaf een leeftijd van 24 maanden is de diagnose ASS betrouwbaar te stellen. Belangrijker is echter dat tijdige herkenning van achterstanden in de sociale en emotionele ontwikkeling, zodat bijtijds passende hulp geboden kan worden.
Problemen hebben met het goed aanvoelen van andere mensen. Weinig rekening houden met andere mensen. Moeite hebben met het maken van oogcontact (vooral kinderen), in sommige gevallen langs je heen kijken. Het lachen in reactie op de lach van iemand anders, lijkt zich minder te ontwikkelen.
Kun je op een hersenscan zien of je ADHD of autisme hebt? Nee! In het kader van de Brain Awareness Week 2021 legt onderzoeker Dienke Bos in dit filmpje uit waarom dat zo is, en wat we wél weten over de hersenen als je ADHD of autisme hebt.
Ze praten ook zo veel, kunnen erg druk zijn en maken allerlei bewegingen die moeilijk te begrijpen zijn voor een kind met autisme.
Een bad kan ook goed helpen, bij kinderen kan het echter ook leiden tot extra prikkels. Mediteren helpt goed maar lukt lang niet altijd. Mindfullness werkt heel goed bij mensen met autisme maar ook bij andere doelgroepen. Ga wandelen in een bekende rustige omgeving waar je niet te veel mensen tegenkomt.
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Leven met autisme: een zelfstandig bestaan
Sommige mensen met autisme ontwikkelen zich zodanig dat ze zelfstandig kunnen leven. Ze hebben werk en hebben geleerd om met hun communicatieve beperkingen om te gaan. Vaak zijn dit mensen met een normale tot hoge intelligentie.
Aangenomen wordt dat het hierbij gaat om een interactie tussen genetische- en omgevingsfactoren. Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving.
"In een relatie is het geven en nemen", zegt Oscar, "maar als je met iemand met autisme bent, is het vooral geven. Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn.
Iedereen is anders en meer mensen kunnen niet zo goed sociaal communiceren of hebben een beperkte interesse, maar zolang het de ontwikkeling en het dagelijks functioneren niet in de weg zit, wordt er verder niets mee gedaan. Dit soort gedragingen die passen bij ASS noemen we ook wel autistiform gedrag.
In het regulier onderwijs zijn er scholen die geschikt zijn voor kinderen met autisme. Zij hebben bijvoorbeeld een leerkracht die is gespecialiseerd in autisme en kunnen de ondersteuning bieden die je kind nodig heeft. Kijk naar wat jouw kind nodig heeft en informeer bij de school of ze dat kunnen bieden.
Mensen met autisme kunnen moeite hebben om te begrijpen wat andere mensen bedoelen. Doordat ze taal letterlijk nemen, de toon niet opmerken of non-verbale communicatie (gezichtsuitdrukkingen, gebaren, toon) niet begrijpen. Daarnaast vinden ze het moeilijk om contact met anderen te maken of een gesprek te voeren.
'Die versnelde veroudering hebben we niet gevonden', vertelt Geurts. 'Autisme heeft in die zin dus geen impact op ouder worden, en andersom. Mensen blijken op oudere leeftijd soms zelfs beter in staat met hun autisme om te gaan.