Je moet minimaal drie keer snijden om de taart in acht stukken te verdelen. Snij eerst een kruis in de bovenkant van de taart, je hebt nu vier stukken.Snij daarna horizontaal door het midden van de rand, je hebt nu acht stukken met drie keer snijden.
Volgens Numberphile is de wetenschappelijk correcte manier om een taart te verdelen, door eerst een rechte plak uit het midden te snijden. Dus niet puntje voor puntje, of in eerst doormidden en in kleinere stukken. Vervolgens haal je voorzichtig de plak eruit en kun je de twee helften weer tegen elkaar aan schuiven.
Je zet de kraan aan en wacht tot het water goed heet is, houd je mes onder de kraan tot ook het lemmet goed heet is. Maak hem droog met een keukenpapiertje en snijd gelijk de taart aan. Bij bijvoorbeeld een cheesecake zul je merken dat het mes met het grootste gemak door de taart glijdt.
Een broodmes is een getand mes om brood, gebak en fruittaarten te snijden. De tandjes kunnen een zachte of een scherpe golving hebben. Geef de voorkeur aan een broodmes met een zachte golving, dan snijdt scherper en je krijgt minder kruimels.
Zo doe je dat!
Zet de taartbodem op een stuk bakpapier. Snijd de taartbodem rondom in met een mesje (ongeveer 2 cm diep). Snijd daarna met een stukje garen, ijzerdraad of een groot mes de taartbodem door. Schuif tussen de twee taarthelften het tweede stuk bakpapier.
15 cm is ongeveer 5 a 6 personen.
Ga je meerdere en grotere taarten stapelen gebruik dan cakeboards. Zet de onderste taart op een drum die groter is dan de taart. Steek hier houten dowels in en knip ze met een scherpe en schone snoeischaar af op dezelfde hoogte als de taart. Deze dowels zijn geschikt voor stapels tot en met 3 lagen.
20 – 35 personen: twee lagen. 35 – 50 personen: drie lagen. 50 – 70 personen: vier lagen. 70 – 110 personen: vijf lagen.
Kijk hoeveel je biscuit weegt en neem 80% van dat gewicht in botercrème. Dus voor elke 100 gram biscuit, neem je 80 gram botercrème.
Gewoonlijk in 6 tot 8 stukken, maar de zuinige Hollandse invloed is ook hier soms doorgedrongen en dan snijdt men een vlaai in wel 12 tot 14 stukjes. Vooral met de gezonde leefstijlen van tegenwoordig, eet niet iedereen meer grote stukken vlaai.
In de verpakking zit een appeltaart met 12 punten.
Stukjes vallen makkelijker uit de punt bij het aansnijden, terwijl je met de plakjes een stevig bouwwerk creëert. Daarnaast is het belangrijk om de appeltaart na het bakken eerst goed af te laten koelen. Hierna moet hij goed stevig zijn en gemakkelijk aan te snijden.
Een ander handig hulpmiddel dat vaak door de bakker wordt gebruikt is de 'onderlegger'. De rand van de onderlegger bestaat uit 24 of 30 boogjes. Dat is niet voor niets, want als je bijvoorbeeld 12 gelijke stukken wilt hebben, snij je de taart gewoon om de twee boogjes, en je weet zeker dat het 12 gelijke stukken zijn.
Een stukje taart…
Elke laag taart van Gebakkerij is ongeveer 10 cm hoog. Binnen in de taart vind je een aantal lagen cake, afgewisseld met lagen vulling.
1 stuk is meestal voldoende per persoon. Indien je liever meerdere taarten wil laten combineren bijvoorbeeld bij een dessertbuffet: snij de grote taart in 12 stukken en de kleine taart in 8-10 stukken, dan kunnen mensen verschillende soorten taart proeven.
De cakes of biscuits kun je al ruim van tevoren maken en in de vriezer bewaren. Doe dit maximaal 2-3 maanden van tevoren. Ook een botercrème kun je nu al maken en invriezen. Hou er rekening mee dat deze wel een tijdje nodig heeft om te ontdooien en dat je misschien nog wel even moet opkloppen in verband met schiften.
Bij een cake kun je uitgaan van minimaal 30 minuten voordat je 'm aansnijdt.
Rustig afkoelen
Wanneer de taart gaar is, haal je hem niet gelijk uit de oven. Doe je dit te snel dan zal hij inzakken. Laat hem eerst even rusten in de net uitgezette oven en plaats hem daarna nog in de springvorm op een rooster om verder te laten afkoelen.