Een verkleuring van de huid op de plek van de tekenbeet, die groter wordt. Deze kan tot 3 maanden na een tekenbeet verschijnen. Koorts en eventueel spier- en gewrichtspijn, in de eerste weken na een tekenbeet. Soms kunnen gewrichtsklachten, huidklachten, zenuwklachten of hartklachten ontstaan.
Een rode of blauwrode vlek (erythema migrans) is meestal het eerste verschijnsel: Binnen enkele dagen tot 3 maanden kan rond de plaats van de tekenbeet (of op een andere plek van uw lichaam) een rode of blauwrode vlek ontstaan. Bij een donkere huidskleur kan de vlek er gelig of blauwig uitzien.
Testen en behandelen direct na de tekenbeet
In de Nederlandse richtlijn bestaat deze uit een éénmalige dosis antibiotica binnen 72 uur na de beet, wanneer de teek langer dan 24 uur* vastzat.
Op de plaats van de beet ontstaat vaak binnen 3 dagen een vlekje, zoals bij de meeste insectenbeten: bij een lichte huidskleur: een rode of blauwrode vlek. bij een donkere huidskleur: een gelig of blauwige vlek rond de tekenbeet.
De huiduitslag door de ziekte van Lyme is niet altijd een karakteristieke 'rode ring', maar kan ook een egaal gekleurde vlek zijn. Bij 1 op de 3 mensen met een huiduitslag door de ziekte van Lyme ontstaat zo'n egaal gekleurde vlek.
De meeste mensen worden niet ziek na een tekenbeet. De kans dat je de ziekte van Lyme krijgt na een tekenbeet wordt geschat op 2% (2 op de 100 tekenbeten).
De ILADS adviseert om na iedere tekenbeet direct 20 dagen antibiotica te gebruiken om verschillende tekenbeetziekten te voorkomen. Terwijl het CBO spreekt over een eenmalige dosis binnen 72 uur, bij een teek die langer dan 24 uur in de huid zat.
De meest gebruikte laboratoriumtest voor de ziekte van Lyme is een serologische test. Deze test meet niet of je ziek bent, maar meet de reactie van het lichaam op de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Een “positieve” uitslag betekent dat je lichaam antistoffen heeft die deze bacterie herkent.
Er wordt dan aangeraden om de plek van de tekenbeet gedurende drie maanden in de gaten te houden en goed te letten op het ontstaan van ziekteverschijnselen, zoals koorts, een rode vlek of verkleuring of spierpijn (hieronder alle symptomen).
Wanneer de diagnose Lyme-Borreliose gesteld is, zou er behandeld moeten worden zolang de symptomen blijven voortduren. Wanneer er sprake is van terugkeer van symptomen na behandeling, moet weer met antibiotica behandeld worden.
De ziekte van Lyme is over het algemeen goed te genezen met een antibioticakuur. Alleen als u de ziekte van Lyme al langere tijd heeft en deze niet eerder ontdekt en behandeld is, kunnen er klachten blijven bestaan.
Gebruik voor het verwijderen van teken geen zeep, alcohol, olie of benzine. Dit verhoogt de kans op besmetting.
Er zijn aanwijzingen dat een eenmalige dosis doxycycline direct na een tekenbeet de ziekte van Lyme kan voorkomen. Daarom wordt deze preventieve behandeling ook als optie genoemd in de concept CBO-behandelrichtlijn voor de ziekte van Lyme.
Slechts bij een klein deel van de mensen leidt een tekenbeet tot de ziekte van Lyme. Bij veel patiënten geneest de ziekte volledig door een antibioticakuur van tien dagen tot vier weken.
De standaard bloedtest om de ziekte van Lyme vast te stellen, heet de ELISA-test. Dit is een bloedtest die moet aantonen of het lichaam antistoffen heeft aangemaakt tegen de Borrelia-bacterie. In Nederland wordt deze Lyme test maar liefst 500.000 keer per jaar uitgevoerd.
De ziekte van Lyme kan een ernstig invaliderende ziekte zijn, die vaak gepaard gaat met ernstige klachten en grote vermoeidheid (uitputting). Patiënten die hiermee te maken hebben, kunnen meestal geen normaal leven meer leiden. Werken en naar school gaan kan voor hen een groot probleem of zelfs onmogelijk zijn.
De beet kan op het hele lichaam voorkomen. Meestal zit de teek op warme, vochtige plekken, zoals in uw oksel, uw knieholtes of in uw liezen. Bij kinderen zitten ze vaak op het hoofd, achter de oren of in de nek. Een tekenbeet doet geen pijn, maar kan wel voor klachten zorgen.
Testen direct na de tekenbeet
Onderzoek naar antistoffen in het bloed kan pas vanaf minimaal 3-8 weken na de beet, omdat je lichaam na een besmetting eerst tijd nodig heeft om voldoende antistoffen aan te maken. De eerdergenoemde PCR test kan in principe wél in een vroeg stadium van de ziekte gebruikt worden.
Een rode ring/vlek (EM)
Kenmerkend voor acute ziekte van Lyme is een uitbreidende rode vlek of ring op de huid. Deze huiduitslag wordt een Erythema Migrans (EM) genoemd en komt bij het merendeel van de mensen met de ziekte van Lyme voor. Het EM kan gepaard gaan met griep-achtige verschijnselen.
Je herkent een tekenbeet vooral door de aanwezigheid van de vastgehechte teek in de huid. Wanneer de teek nog niet volgezogen is, lijkt het vooral dat er een donker puntje vasthangt aan de huid. Het lijkt soms ook op een sproetje of moedervlekje.
Indien de ziekte niet, onvoldoende of te laat behandeld is, kan een patiënt chronische lyme ontwikkelen. Bij een Erythema Migrans (EM) (rode huiduitslag in de vorm van een vlek of kring na een tekenbeet) is een behandeling met antibiotica noodzakelijk.
Als iemand door een tekenbeet besmet wordt met de ziekte van Lyme, begint dit in 4 van de 5 gevallen met erythema migrans. Erythema migrans komt in Nederland voor bij ongeveer 22.000 mensen per jaar. Deze huidafwijking verdwijnt meestal spontaan na 1 tot 4 maanden.
De ziekte van Lyme kun je via de beet van een besmette teek oplopen. De teek wordt besmet als hij bloed zuigt bij kleine (knaag)dieren of vogels die de bacterie bij zich kunnen dragen. Wanneer een teek later bloed van mensen zuigt, kan de bacterie op de mens overgedragen worden.
De meest waarschijnlijke plaatsen van besmetting zijn: de Sallandse Heuvelrug, de Utrechtse Heuvelrug, Twente en de Achterhoek (zie bijgevoegde kaart). Aan de grens met Duitsland in de Achterhoek en ten oosten van Nijmegen is het TBE-virus in kleine knaagdieren gevonden.
Naar schatting veroorzaakt ongeveer 1 op de 50 tekenbeten de ziekte van Lyme. Een teek is een spinachtig diertje dat zich voedt met bloed van mensen en dieren. Zonder bloed kan een teek zich niet ontwikkelen en zich evenmin voortplanten. Teken leven in struiken, op grassprieten en bomen.