Je nieuwe zakelijke computer, telefoon of laptop afschrijven gebeurt in 5 jaar. Ook al weet je van te voren dat je telefoon of laptop geen 5 jaar mee gaat, moet er in 5 jaar worden afgeschreven. De afschrijving is bepaald en vastgesteld door de belastingdienst.
Na ongeveer vijf jaar is een laptop economisch gezien afgeschreven. De laptop is dan sterk verouderd in vergelijking tot laptops die dan op de markt komen. Het kan echter voorkomen dat een device langer of korter meegaat, afhankelijk van het gebruik.
Bij een laptop bijvoorbeeld ligt, zoals eerder vermeld, de restwaarde meestal tussen 10% en 20%. Laten we 20% aanhouden, dan ga je dus afschrijven over 80% van je aankoop. Laten we stellen dat je laptop €2000 heeft gekost (€2000 x 80% = €1600). Dit bedrag van €1600 verspreid over 5 jaar is €320 per jaar.
Dat houdt in dat u de kosten verdeelt over de jaren waarin u het bedrijfsmiddel gebruikt. Elk jaar kunt u dus een deel van de kosten aftrekken. Koopt u een bedrijfsmiddel voor minder dan € 450? Dan trekt u het bedrag wel in 1 keer af als kosten.
De afschrijving is per jaar maximaal 20% op de aanschafkosten van het bedrijfsmiddel. Voor goodwill geldt een percentage van maximaal 10%.
Hoe schrijf je die zakelijke laptop van € 2.000 af? Stel dat de gebruiksduur 5 jaar is en de restwaarde van de laptop € 350 is. Dan kun je in totaal afschrijven: 2000 - 350 = € 1.650.
Investeringen in goodwill moet je in minimaal 10 jaar afschrijven. Bepaalde bedrijfsmiddelen moet je van de Belastingdienst in 5 jaar afschrijven, zoals computers en telefoons van de zaak. Ook als je weet dat dit bedrijfsmiddel geen 5 jaar meegaat, houd je toch die periode aan.
Bereken de jaarlijkse afschrijving
Deel het totale bedrag dat je moet afschrijven door het aantal afschrijvingsjaren (5 jaar): € 1080 / 5 = € 216 per jaar. Je schrijft dus per jaar € 216 af over een periode van 5 jaar. Aan het eind van de 5 jaar is de restwaarde van de laptop € 120.
Volledig aftrekbare kosten
Kosten binnen je onderneming zijn 100% aftrekbaar. Hierbij hoort onder meer het kantoormateriaal, sociale bijdragen en verzekeringen. Ook specifieke beroepskledij (bijvoorbeeld een doktersjas, veiligheidsschoenen of de schort van een slager) mag je ingeven.
Bij het berekenen van afschrijvingskosten per product worden de geproduceerde producten per jaar gedeeld door de afschrijvingskosten per jaar. Als er per jaar 1.500 producten worden geproduceerd, dan zijn de afschrijvingskosten per product dus € 3.000 / 1.500 producten = € 2 per product.
Voor de meeste investeringen geldt een maximale afschrijving van 20% per jaar. U schrijft de kosten dus in minimaal 5 jaar af. Voor goodwill geldt een percentage van maximaal 10% per jaar. Voor het afschrijven van bedrijfspanden gelden andere regels.
Gangbare afschrijvingstermijnen
Om het je gemakkelijk te maken, stelt de wetgever zelf een aantal afschrijvingstermijnen voor: kantoor en gebouwen: 33 jaar tegen 3 procent per jaar. industriële gebouwen: 20 jaar tegen 5 procent per jaar. meubilair en machines: 10 jaar tegen 10 procent per jaar.
De boekwaarde is een begrip die bij de balans hoort. In de winst- en verliesrekening heb je met dit begrip niks te maken. Deze kan je meestal als volgt bepalen: Aanschafwaarde van een activa (bijvoorbeeld een laptop of auto) minus de afschrijvingen.
De kosten voor een computer, laptop en (mobiele) telefoon zijn aftrekbaar, mits je deze voor 90% of meer zakelijk gebruikt. Werk je maar één of twee dagen per week voor je eigen bedrijf? Dan is het verstandig een evenredig deel van de aanschafkosten niet als kosten op te voeren voor je bedrijf.
De hoogte van de afschrijving hangt af van de gebruiksduur van het pand. Meestal is de gebruiksduur van een pand 30 tot 50 jaar. U moet rekening houden met een restwaarde van het pand. Dit is de waarde die het pand heeft aan het einde van de gebruiksduur.
Als ondernemer mag je de investeringen in bedrijfsmiddelen afschrijven. Producten die je langer dan één jaar gebruikt en die een minimale aanschafwaarde van € 450 hebben, moet je afschrijven. Bedrijfsmiddelen zoals je auto, kantoorinrichting, machines en bijvoorbeeld een laptop zijn zaken waarop je moet afschrijven.
Het percentage van de tariefsaanpassing is in 2023 12,57%. Door de aanpassing krijgt u in 2023 over al uw aftrekposten in de hoogste belastingschijf maximaal 36,93% belasting terug. Terwijl u zonder de tariefsaanpassing maximaal 49,50% belasting zou terugkrijgen. In 2022 was de aftrek beperkt tot 40%.
Kosten die volledig betrekking hebben op uw bedrijfsvoering, zoals de huur van een bedrijfsruimte of kantoorkosten zijn voor u als ondernemer volledig aftrekbaar. Daarnaast zijn er kosten die tot op zeker hoogte nodig zijn voor de uitoefening van uw bedrijf, maar u ook prive nodig heeft.
De restwaarde is het verschil tussen de aanschafkosten en de kosten van afschrijving. De formule: Aanschafwaarde – de afschrijvingskosten per jaar (x het aantal jaar) = restwaarde. Het is belangrijk om vooraf in te schatten hoe lang je van een bepaald product gebruik wenst te maken.
De restwaarde helpt om te berekenen hoeveel er per jaar moet worden afgeschreven op een bedrijfsmiddel. Naast de restwaarde moet je voor het afschrijven informatie hebben over de aanschafkosten en de vermoedelijke gebruiksduur.
Bij een lineaire afschrijving wordt er jaarlijks een vast bedrag ten laste van de winst gebracht. In geval van degressieve afschrijving vindt de jaarlijkse afschrijving plaats als vast percentage van de boekwaarde of op basis van een jaarlijks dalend percentage.
Een laptop hoort op de balans in de linker kolom bij de bezittingen van het bedrijf . De bezittingen bestaan uit vaste activa, vlottende activa en debiteuren, samen ook wel 'activa' genoemd. Een laptop kan langer dan een jaar mee en valt daarom onder 'vaste activa'.
Als u op een bedrijfsmiddel extra mag afschrijven, vermindert dit de winst van het betreffende jaar. Dat levert meestal een lagere belastingaanslag op en dus realiseert u een rente- en liquiditeitsvoordeel.