De politie dient in beginsel binnen 4 dagen een verslag van binnentreding aan de bewoner te verstrekken. Alleen wanneer het doel waartoe wordt binnengetreden daartoe noodzaakt, kan de uitreiking of de toezending aan de bewoner worden uitgesteld.
De advocaat-generaal, de officier van justitie of de hulp officier van justitie dient op grond van artikel 9 Opiumwet en artikel 3 Algemene wet op het binnentreden een machtiging af te geven om het binnentreden van een woning (zonder toestemming van de bewoner) te rechtvaardigen.
De politie mag dit in sommige gevallen wel doen. Bijvoorbeeld als ze iets in beslag wil nemen of een verdachte wil aanhouden. Ook mag de politie een woning binnen gaan om directe hulp te verlenen. Bijvoorbeeld als iemand gereanimeerd moet worden.
In principe dient een huiszoeking te gebeuren binnen het strikt gereglementeerde gerechtelijk onderzoek. In bepaalde gevallen kan hiervan worden afgeweken, met name wanneer de bewoner toestemming geeft voor het uitvoeren van de huiszoeking. Er is in dit geval geen sprake van dwangmaatregel.
De huiszoeking strekt ertoe gegevens met betrekking tot misdrijven op te sporen en te verzamelen in privéplaatsen. Het gaat over plaatsen die beschermd zijn door het recht op de eerbiediging van het privéleven. Een huiszoeking kan enkel worden gebruikt om bewijzen te verzamelen van misdrijven die reeds zijn gepleegd.
Strenge regels rond bevoegdheid
Zwaardere opsporingsbevoegdheden, zoals een telefoon tappen, iemand observeren of een woning doorzoeken (huiszoeking) mogen pas worden toegepast na toestemming van de officier van justitie of de rechter-commissaris.
Als je de politie niet vrijwillig toestemming geeft je woning te betreden, zal de rechter moeten onderzoeken of er ten tijde van het binnentreden bij de politie voldoende verdenking was om tegen jouw wil je woning te betreden.
Wanneer een huiszoeking zou zijn uitgevoerd zonder geldige toestemming, kan dit als een "procedurefout" worden beschouwd. De vaststellingen tijdens zo'n huiszoeking gedaan, mogen niet aan het strafdossier worden gevoegd. Een huiszoeking kan tevens op bevel van een onderzoeksrechter.
De toestemming moet worden gegeven door de persoon die het werkelijk genot heeft van de plaats waar men wil binnentreden. Het moet gaan om de persoon die als hoofd van de woning moet worden beschouwd of als de persoon die als bewaker van de woning is aangesteld.
U kunt altijd aangifte doen van huisvredebreuk bij de politie. Dit kan online of telefonisch.
natrekken van informatiebronnen (systemen politie en justitie, gegevens Bureau Krediet Registratie); bekijken van gedrag op sociale media; voeren van een persoonlijk gesprek/interview op een politielocatie.
De politie mag alleen aanhouden als u verdachte bent van een strafbaar feit. Er zijn wel uitzonderingen, bijvoorbeeld bij een verdenking van terrorisme. Dan gaat het om zo'n ernstig strafbaar feit dat ook een aanwijzing genoeg is. Er hoeft dan nog geen duidelijk vermoeden te zijn.
Sinds 1 maart 2017 mag de politie u maximaal 9 uur vasthouden voor onderzoek. Bijvoorbeeld om uw vingerafdrukken af te nemen of foto's te maken. De tijd tussen 0.00 uur en 9.00 uur telt hierbij niet mee. In totaal kan de politie u dus maximaal 18 uur vasthouden voor onderzoek.
Artikel 97 Sv. schrijft voor dat de officier van justitie of de hulp-officier van justitie alleen bij dringende noodzakelijkheid een woning mag doorzoeken.
De kernbepaling van de Awb over het betreden is artikel 5:15 Awb. Op grond van dat artikel mag een toezichthouder “elke plaats” betreden. Er is echter een belangrijke uitzondering: een woning mag je in beginsel niet betreden zonder toestemming van de bewoner.
Dat sprake is van toestemming kan blijken uit de verklaringen en/of de gedragingen van de betrokkene. Als zich feiten en omstandigheden voordoen die met zich brengen dat de betrokken burger niet in vrijheid zijn wil heeft kunnen bepalen over het verlenen van de toestemming, is van vrijwillige medewerking geen sprake.
Ingevolge art. 2, eerste lid, van de Algemene wet op het binnentreden (hierna: Awbi) is, behoudens hier niet terzake doende uitzonderingen, voor het binnentreden van een woning zonder toestemming van de bewoner een schriftelijke machtiging vereist.
Het binnentreden van een woning wordt gebruikt om een verdachte aan te houden.Het doorzoeken van een woning wordt gebruikt om bewijs in beslag te nemen.
U heeft het recht om te weten van welk strafbaar feit u wordt verdacht. U hoeft de vragen niet te beantwoorden (zwijgrecht). U heeft het recht om vóór het (eerste) verhoor vertrouwelijk met een advocaat te praten. U heeft recht op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het verhoor om u bij te staan.
Volgens de jurisprudentie wordt dat de definitie bepaald door de bestemming die eraan wordt gegeven. Met andere woorden: een woning is een woning als je erin woont. Dus ook een woonwagen, een caravan, een woonboot, een barak, zelfs een hotelkamer kan een woning zijn. Wel moet de ruimte ook echt bewoond worden.
In geval van ontdekking op heeter daad van een misdrijf kan ieder, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner en van de plaatsen, genoemd in artikel 12 van de Algemene wet op het binnentreden (Stb. 1994, 572).
De politie mag een auto altijd doorzoeken als er sprake is van een heterdaad situatie. De politie mag dit doen voor elk strafbaar feit.
Observatie van de politie. De observatie van de politie kan, net als de observatie door de politie, wanneer ze ruim wordt genomen, drie grondvormen aannemen: de visuele vergaring van informatie, de onderschepping van berichtenverkeer en het runnen van informanten.het stelen van gereedschap van de PTT.
Als de politie schade aan een derde veroorzaakt bij een inval, is de Staat daarvoor aansprakelijk.