Als de HPV-infectie zich ontwikkelt tot baarmoederhalskanker, duurt dit gemiddeld 10 tot 15 jaar. Daarom komt baarmoederhalskanker vooral voor bij vrouwen vanaf 30 jaar. Ieder jaar overlijden ongeveer 200 mensen aan baarmoederhalskanker.
Baarmoederkanker groeit over het algemeen langzaam. In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 1700 vrouwen baarmoederkanker vastgesteld. De meeste vrouwen zijn tussen de 55 en 80 jaar. Het Catharina Ziekenhuis is het regionale expertisecentrum voor gynaecologische kanker in deze regio.
Baarmoederhalskanker ontstaat meestal door een jarenlange infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Dit virus komt vaak voor. Bij sommige vrouwen kan het virus een voorstadium van baarmoederhalskanker veroorzaken. Het voorstadium van baarmoederhalskanker heet CIN.
De incubatietijd (de periode tussen het moment van besmetting en het ontstaan van de klachten) voor deze typen HPV is één tot acht maanden en ligt gemiddeld rond de drie maanden.
HPV komt veel voor. De persoon met wie je samen bent kan het virus dus bij zich dragen zonder dit zelf te weten. En dan kan jij ook besmet raken. Ook als je 1 seksuele partner in je hele leven hebt, kan je het van die partner krijgen.
De HPV-virussen worden erg vaak overwonnen door het immuunsysteem. De infectie verdwijnt in dat geval na ongeveer 1 jaar vanzelf zonder dat ze ooit werd opgemerkt. In sommige gevallen kunnen de virussen inactief in het lichaam aanwezig blijven zonder symptomen te veroorzaken.
Na de diagnose baarmoederhalskanker krijg je een bloedonderzoek. Hier lees je waarom. Het bloedonderzoek gebeurt onder andere om vast te stellen of je bloedarmoede hebt, en om te onderzoeken hoe goed je lever en nieren werken.
Klachten die veel voorkomen zijn bijvoorbeeld: Veranderingen in de vaginale afscheiding; Abnormaal bloedverlies, dus buiten de menstruatie om; Contactbloedingen, bijvoorbeeld bij het inbrengen van een tampon of tijdens het vrijen.
Bij baarmoederhalskanker met uitzaaiingen naar de longen, lever of botten wordt u meestal niet meer beter. U kunt wel een behandeling krijgen om uw klachten minder erg te maken of langer te leven. Bijvoorbeeld bestraling of chemotherapie. U beslist samen met de gynaecoloog welke behandeling u wilt.
Bij Pap 2 tot en met Pap 5 kan er iets aan de hand zijn: van een onschuldige irritatie of infectie tot onrustige cellen. een voorstadium van baarmoederhalskanker, of toch baarmoederhalskanker. Als je een afwijkende uitslag krijgt, onderzoekt een gynaecoloog eerst hoe het weefse1 in je baarmoederhals eruitziet.
De baarmoederhalscellen zien er bij een afwijkend uitstrijkje anders uit dan normaal. Meestal gaat het om cellen die niet kwaadaardig zijn, maar die op lange termijn wel kwaadaardig zouden kunnen worden. De uitslag van dit onderzoek wordt pap genoemd en is ingedeeld in vijf groepen. Bij iedere groep hoort een advies.
Naar schatting tussen 70 en 80% van de seksueel actieve bevolking krijgt ooit een HPV-infectie. Dit omdat HPV heel gemakkelijk wordt doorgegeven. Je hoeft er zelfs geen seks (in de vorm van penetratie) voor te hebben. Vanaf je eerste partner heb je kans om besmet te raken met het virus.
HPV krijg je door seksueel contact met iemand die HPV heeft. Ook door het aanraken van de penis of vagina en door orale seks kun je HPV krijgen. HPV is heel besmettelijk en geeft meestal geen klachten, daarom kan iemand met HPV zonder dat de persoon het weet iemand anders gemakkelijk besmetten.
Van de Nederlandse vrouwen van achttien tot dertig jaar is 11,8 procent besmet met één of meerdere van de HPV-virussen, die een verhoogd risico kunnen geven op baarmoederhalskanker later in het leven.
Ja, HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) wordt via seks overgedragen. Het virus is erg besmettelijk: van iedere 100 seksueel actieve mannen en vrouwen worden er 80 besmet met het virus. Dit betekent dat 80 procent van deze mannen en vrouwen een keer besmet wordt met HPV.
Een HPV-infectie die niet weggaat, kan soms baarmoederhalskanker veroorzaken. Baarmoederhalskanker zelf is niet besmettelijk, het virus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken, is dat wel. Baarmoederhalskanker ontwikkelt zich heel langzaam. De kanker heeft namelijk een aantal voorstadia of voorlopers.
Bijna altijd ruimt het lichaam hrHPV weer op binnen 2-3 jaar. Als er HrHPV wordt gevonden in een uitstrijkje, kunt u het virus dus al langere tijd hebben. Er is geen behandeling voor hrHPV. Meestal verdwijnt het virus vanzelf.
De volgende uitslagen zijn mogelijk na een uitstrijkje:
hrHPV-positief en licht afwijkende cellen (Pap 2 en 3a1) hrHPV-positief en matig tot ernstig afwijkende cellen (Pap 3a2, 3b, 4 en 5)
PAP 1 HPV positief Het uitstrijkje is normaal. Wel is het HPV virus gevonden waardoor u over 6 maanden opnieuw een uitstrijkje moet laten maken om te kijken of het lichaam het virus zelf heeft opgeruimd. In het uitstrijkje zijn enkele cellen aanwezig die er iets anders uitzien dan normaal.
Er bevinden zich in het uitstrijkje een paar afwijkende/onrustige cellen. Deze lichte afwijking van de baarmoederhalscellen wordt soms door een vaginale infectie veroorzaakt. Deze kan worden behandeld als u er klachten van hebt. De uitslag PAP II wijst in het algemeen niet op een voorstadium van kanker.
PAP 4: er zijn ernstig afwijkende cellen te zien. In 90% van de gevallen is een behandeling nodig. PAP 5: de cellen zijn zeer afwijkend. Soms alarmeert het uitstrijkje ten onrechte, maar soms is er ook sprake van baarmoederhalskanker.
Zo kan de gynaecoloog op een monitor zien of er afwijkingen aan de baarmoeder en/of de eierstokken zijn. Dat kunnen bijvoorbeeld vleesbomen en zwellingen van de eierstokken zijn. Als blijkt dat er in de baarmoederholte een afwijking zit, zoals een poliep, moet verder onderzoek gedaan worden.
Pap 3a: er worden licht afwijkende cellen gevonden; men spreekt soms ook van lichte of matige dysplasie. Het advies is dan herhaling door de huisarts of verder onderzoek door de gynaecoloog. In dat laatste geval blijken bij de helft van de vrouwen de afwijkingen zo gering te zijn dat geen behandeling nodig is.
Nieuw onderzoek heeft aangetoond dat we u na 12 maanden beter kunnen controleren dan na 6 maanden. HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) kan leiden tot een afwijking in de cellen. In de meeste gevallen ruimt het lichaam de HPV-infectie en afwijkende cellen vanzelf weer op.