De meeste wondjes en wonden die uw huisdier oploopt, genezen zonder dat er een dierenarts aan te pas hoeft te komen. Oppervlakkige of schaafwonden zijn hiervan een voorbeeld. Hierbij legt het lichaam een groot regeneratievermogen aan de dag en dit kan zodoende restloos en dus littekenvrij genezen.
Het herstel van wonden bij katten duurt twee keer zo lang als bij honden. Dit komt omdat een kat minder bloedvaten heeft en minder snel nieuw weefsel aanmaakt, zeker in het geval van een volwassen kat die al uit de groei is.
Je kat mag niet aan de wond likken voordat hij genezen is, aangezien dit ervoor kan zorgen dat de wond weer opengaat of geïnfecteerd raakt. Gebruik indien nodig een beschermkraag of een sok, zodat de kat niet bij de wond komt. Let bij het gebruik van beschermende kleding op dat de kat niet de kleding nat likt.
Houd kleine wondjes open, dan kan ´het vuil´eruit. U kunt zelf een zoutoplossing maken om mee te spoelen, door een eetlepel keukenzout op te lossen in een liter lauw water. Doe een antiseptisch of desinfecterend middel (bijvoorbeeld Betadine) op de wond. Bedek grote wonden met gaas, verband of een schone (thee)doek.
Je kunt de wond schoonmaken met een zoutoplossing (één eetlepel per liter water). Daarnaast is het goed dat jouw kat de wond niet openlikt. Het is dan ook verstandig om de wond af te dekken of ervoor te zorgen dat je kat er niet bij kan. Dit doe je door bijvoorbeeld een sok of een lichte bandage aan te leggen.
Je kunt pijn bij een kat herkennen aan de lichaamstaal, gezichtsuitdrukking en het gedrag. Bijvoorbeeld dichtgeknepen ogen, gefronste wenkbrauwen, hangend hoofd, kromme houding, blazen, gespannen of juist rustig gedrag. Ook de lighouding vertelt veel over hoe een kat zich voelt.
Gebruik voldoende water (beter te veel dan te weinig) en oefen lichte druk uit. Na de spoeling moet je de wonde behandelen: Bij grote en diepe wonden raadpleeg je het best onze dierenarts. In het geval van een simpele wonde, zoals een schaafwonde of een ondiepe snijwonde, kan je de wonde verzorgen met een zalf.
Het is belangrijk om deze kap de hele tijd om te houden, vooral 's nachts en op andere momenten dat hij alleen wordt gelaten. Vaak wennen ze redelijk snel aan de kap, maar het is wel belangrijk om goed in de gaten te houden of uw kat ermee kan eten en drinken.
als er een of meer tekenen van infectie ontstaan: er komt troebel geelwit vocht (pus) uit de wond. de wondranden worden roder, dikker of warmer of doen meer pijn. u voelt zich ziek of u krijgt koorts.
Het middel voorkomt en behandelt infecties van kleine en grote wonden en vermindert zo de kans op littekens. Het middel prikt niet, waardoor het erg diervriendelijk is.
Katten hechten zich net zo sterk aan hun baasje als honden. Dat blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse dierwetenschapper Kristyn Vitale. “We hebben het belang van sociaal gedrag bij katten altijd onderschat.” Deze kat ontwijkt zijn baasje in een onbekende omgeving.
Een kat moet altijd even aan de kraag wennen en kan na het eerste omdoen achteruit gaan lopen of rollen. Het blijkt het beste de kat even geen aandacht te geven maar wel in de gaten te houden. De meeste katten accepteren de kraag dan na een tijdje vanzelf.
Zoals vriendelijke katten en nestgenoten elkaar vaak verzorgen, soigneren katachtigen ook hun mensen door hun huid of haar te likken. Soms knabbelen ze zelfs op of zuigen ze aan kleding en kwijlen ze overvloedig. Dergelijk gedrag is voor katten over het algemeen een manier om genegenheid te tonen.
Geef antibiotica altijd precies om de 24 of om de 12 uur zoals voorgeschreven. Als namelijk antibiotica 12 uur werkt en er zou bijvoorbeeld 's nachts een duur van 15 uur tussen twee giften zitten, dan werkt de antibiotica niet tot aan de volgende tablet en zo raken bacteriën resistent!
Wanneer een abces onbehandeld blijft, knapt het vaak open waardoor de pus eruit loopt. Er blijft dan een wondje over dat in sommige gevallen vanzelf kan genezen, maar ook opnieuw een abces kan vormen.
Wat zijn de symptomen? Een abces vormt zich vaak rond de kop, nek, poten of staartbasis. Meestal merkt u als eerste dat een kat zich minder goed voelt, slechter eet en slomer is. Het wondje in de huid is soms te zien, maar meestal wordt dit niet opgemerkt doordat het bedekt wordt door de haren.
De genezing versnellen
Een kleine, oppervlakkige wond kun je dun insmeren met een wondzalf. Ook in dat geval creëer je een vochtig milieu waarin de wond sneller heelt. En vaak ook mooier, omdat een zalf aanzienlijk kan helpen bij het verminderen van littekens.
Maak je wond schoon
Stel dat je wond erg hard bloedt, dan moet je deze eerst stelpen. Wanneer dit niet het geval is, spoel je de wond twee minuten met lauw stromend water. Hierdoor kan het vuil uit de wond gespoeld worden. Het kan dat er daarna nog steeds vuil in de wond zit, dan kan je dit met een pincet verwijderen.
Net als honden hebben katten misschien een plastic kraag nodig om te voorkomen dat ze hun wond likken of eraan bijten of krabben. Je kat moet de kraag de hele tijd dragen, ook 's nachts, want als hij alleen gelaten wordt, kan de verleiding om aan zijn wond te likken of krabben te groot zijn.
Houd de kat warm en rustig. Zorg dat de kat thuis niet op te hoge meubels kan springen. Laat de kat eventueel in het reismandje zitten of houd hem/haar in een kleine ruimte tot hij/zij weer goed op de been is. Het is verstandig om de kat de eerste 48 uur na de operatie binnen te houden.
De opgenomen stof is sterk irriterend (zoals desinfectiemiddelen, benzine, terpentine, gootsteenontstopper) De opgenomen stof is schuimvormend (zoals zeep) De opgenomen stof kan de longen beschadigen zoals babyolie, paraffine, vaseline, zonnebrandolie.
Een wondzalf ter ondersteuning en bevordering van het natuurlijke genezingsproces van kleine oppervlakkige wonden zoals sneeën, schaafwonden en krassen als ook voor eerste en kleine tweedegraads brandwonden.
Vetramil honingzalf zorgt ervoor dat de wond dicht. Dit is ideaal bij wonden die al dicht aan het gaan zijn. De honingzalf kan ook gebruikt worden bij open wonden die al wel schoon zijn. De honingzalf maakt de wond dicht, zodat er geen vuil meer bij kan.