Wanneer de panelen op je dak liggen en we de omvormer hebben geïnstalleerd, trekken we een kabel van de omvormer naar de meterkast. Dat is nodig om de opgewekte stroom van je zonnedak via de omvormer naar de meterkast laten lopen. Via deze kabels sluiten we de zonnepanelen aan op de hoofdmeter en op de hoofdzekering.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Deze omvormer zet de gelijkstroom van de zonnepanelen om in bruikbare wisselstroom. Vervolgens leggen we een kabel tussen de omvormer en de meterkast, zodat alle elektrische apparaten de zonnestroom kunnen gebruiken. De kabel sluiten we aan op een vrije groep in de meterkast.
Het is afhankelijk van het aantal zonnepanelen hoe hoog het verlies is en of het beter is om de omvormer juist dichtbij de zonnepanelen of juist dichtbij de meterkast te plaatsen. De regel is als volgt: zijn er veel zonnepanelen in serie geschakeld, plaats de omvormer dan dichtbij de meterkast.
Het aansluiten van een omvormer op een accu is relatief makkelijk. Op elke accu zit een pluspool en een minpool. Op de pluspool sluit je eerst de rode kabel van de omvormer aan. Vervolgens sluit je de zwarte kabel van de omvormer aan op de minpool van de accu.
Technisch en veiligheid. Om elektriciteit te produceren hebben zonnepanelen ook elektriciteit nodig, voor de omvormer. Deze elektriciteit komt van het net. Op hun beurt produceren zonnepanelen ook zelf elektriciteit.
De omvormer maakt de stroom geschikt voor het elektriciteitsnet. Zonnepanelen met stekker hebben hun eigen omvormer. Daarom kun je ze direct aansluiten zonder de meterkast aan te passen. Een voordeel van deze micro-omvormers of micro-inverters is dat de panelen onafhankelijk van elkaar werken.
Met een pakket van 10 zonnepanelen van 365 Wattpiek (High Power) wek je per jaar ongeveer 3103 kWh op. De gemiddelde dagopbrengst rekenen we als volgt uit: het maximaal vermogen zonnepaneel in Wattpiek x 0,85 = verwachte jaaropbrengst in kWh, gedeeld door 365 dagen. Het vermogen van 10 zonnepanelen is 3650 Wp.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
De omvormer is een elektronisch apparaat, vergelijkbaar met een TV of wasmachine. Deze bevat printplaten met elektronische componenten die bij defecten of overbelasting in brand zouden kunnen vliegen. Theoretisch zit hier dus een risico. Gelukkig hebben de meeste omvormers een volledig metalen behuizing.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Heb ik een aparte groep nodig voor zonnepanelen? Om te bepalen of jouw meterkast geschikt is voor zonnepanelen kijken we daarnaast ook of er een groep vrij is in de meterkast. De omvormer moet namelijk worden aangesloten op een vrije groep zodat er geen verbruikers tussen de omvormer en de meterkast zitten.
Voor een optimaal resultaat moeten de kabels van de zonnepanelen tot de omvormer niet langer zijn dan 15 tot 20 meter. Wanneer hier rekening mee wordt gehouden blijft het kabelverlies ruim onder de 1%. De kabel van de omvormer naar de meterkast moet bij voorkeur ook niet langer zijn dan 20 meter.
Simpel gezegd betekent het dat een groep zonnepanelen aan dezelfde kabel worden aangesloten en aan 1 omvormer wordt gekoppeld. Dit heet een string. In 1 string passen zo'n 20 tot 25 panelen.
Volgens de nieuwe NEN1010 is het verplicht voor installateurs om een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, zodat u veilig werken aan de omvormer indien noodzakelijk. Voornamelijk belangrijk als met meerdere mensen aan de set wordt gewerkt, of als de omvormer ver van de groepenkast hangt.
Voor zonnepanelen heeft u twee soorten kabels nodig. Eén kabel met gelijkstroom (DC) loopt van het paneel naar de omvormer. Deze kabel heeft u niet nodig bij micro-omvormers. De andere kabel gaat met wisselstroom (AC) van de omvormer naar de meterkast.
Een andere veel voorkomende reden voor het vervangen van de meterkast is doordat de capaciteit niet meer aansluit bij de energiebehoefte. In het geval van zonnepanelen is het goed om van tevoren te bepalen of de hoeveelheid opgewekte stroom bij de huidige capaciteit van de meterkast past.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Productie zonnestroom in Nederland. Juli 2022, wederom een uitstekende maand. De stroomproductie uit zonnepanelen was in juli 2022 circa 13% hoger dan normaal. Voor de exacte cijfers en het overzicht voor heel Nederland verwijs ik iedereen naar de pagina met de 'Landelijke Opbrengstberekening'.
Zonnepanelen plaatsen is zowel nu als in de toekomst interessant en nog altijd rendabel. Door de afgebouwde salderingsregeling zul je wellicht geld verliezen, maar dat neemt per jaar heel weinig af, waardoor je jouw zonnepanelen-installatie nog steeds binnen 5 jaar kunt terugverdienen.
De winter (maanden januari en februari) tellen voor zonnepanelen eigenlijk nauwelijks mee. Die zijn beide goed voor 3% van de totale jaaropbrengst. Een maand als juni is meestal goed voor 12% van de jaaropbrengst.
Bij een hoofdzekering van 40A is de maximale zekering van de groepenkast 40/1,6A = 25A. Je mag op die groep dus een zonnepaneleninstallatie plaatsen van 25A*230V = 5750 Watt.
Hoeveel zonnepanelen kan ik op een bestaande groep installeren? Op een bestaande groep mag u een omvormergroep tot maximaal 500 Watt AC vermogen installeren. Dit wordt normaal bereikt door bv 3 panelen van 190 Wattpiek op een 500W omvormer aan te sluiten zoals een Steca 500 of een Soladin 600.
Aan ieder zonnepaneel zitten 2 doorluskabels van 1 meter met een voor- gemonteerde MC4 stekker. Op het dak kunnen de panelen in een string op maar één manier worden aangesloten. Sluit de kabel met “het mannetje” telkens aan op de kabel van het volgende paneel, waar “het vrouwtje” aan zit.