In de laatste alinea van de inleiding geef je een korte beschrijving van de opbouw van het document en de manier waarop je de centrale vraag gaat beantwoorden. Je maakt de lezer als het ware wegwijs in je document.
Ook schrijf je in de inleiding wat ze in de kern van de tekst kunnen verwachten. In de kern vertel je het verhaal of geef je de informatie. Als laatste sluit je de tekst af en verleid je of zet je iemand tot het ondernemen van een actie. Dit heet het slot.
De aandacht van de lezer trekken
Je moet ervoor zorgen dat de inleiding pakkend is. Je wilt immers bereiken dat de lezer verder leest. In de eerste alinea maak je de lezer nieuwsgierig met behulp van: – de actualiteit; – de geschiedenis; – een voorbeeld/anekdote; – het aangeven van het belang voor de lezer.
In je inleiding geef je algemene informatie over je onderwerp en baken je je onderwerp af zodat je lezer weet waar je onderzoek over gaat. Met die informatie beschrijf je jouw doelstelling, probleemstelling en presenteer je de hoofdvraag en deelvragen van je scriptie.
In de inleiding laat je de lezer weten hoe het werkstuk is opgebouwd. Dit doe je door eerst te vertellen wat de probleemstelling is die je hebt onderzocht. Daarna noem je stuk voor stuk de deelvragen van je onderzoek, en vertel je in welk hoofdstuk je welke deelvraag gaat beantwoorden.
Het voorwoord eindig je altijd met je naam en de plaatsnaam en datum ten tijde van het schrijven. Je schrijft het voorwoord in een persoonlijke, maar professionele, stijl. Let op Op welke onderdelen je precies ingaat, is afhankelijk van jouw studierichtlijnen.
Door een logische volgorde aan te houden, en te schrijven alinea's maak je jouw verslag overzichtelijk. Sluit je verslag af met een slot.Hierin benoem je vaak een conclusie en geef je nog een korte samenvatting van je verhaal. Ook is het soms nodig om een bronvermelding of bijlage(n) toe te voegen.
De inleiding van een essay is meestal niet langer dan een of twee paragrafen en maakt normaliter ongeveer 10 tot 20 procent uit van je tekst.
Het laatste deel van een tekst wordt het slot genoemd. Het slot herhaalt meestal het belangrijkste uit de tekst. Door het slot wordt het verhaal mooi rond. Let op: bij nieuwsberichten is er vaak geen slot.
De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Het is gebruikelijk om het voorwoord te beginnen met een korte beschrijving of vermelding van de context (opleiding, onderwerp). Vervolgens bedankt je de mensen die op enigerlei wijze hebben bijgedragen aan jouw onderzoek of scriptie, zoals de scriptiebegeleider of stagebegeleider.
Na het voorwoord komt de inhoudsopgave en daarna de inleiding. Het doel van een inleiding is, zoals de naam al zegt, om de lezer in te leiden in het onderwerp. In een inleiding leg je de lezer uit hoe je verslag is opgebouwd.
De 7 tekstdoelen
Nou: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
In de inleiding introduceer je de aanleiding, het onderwerp, de probleemstelling, de doelstelling en je onderzoeksvraag (en eventueel deelvragen) en beschrijf je kort de onderzoeksopzet. Een krachtige heldere inleiding zorgt ervoor dat je de lezers voor je wint en ze graag de rest van je scriptie willen lezen.
Een inleiding of intro geeft weer waar de inhoud over gaat, terwijl het voorwoord iets vertelt over hoe u het schrijven heeft ervaren. Tijdens het lezen van de inleiding, maakt de lezer kennis met de inhoud van het boek of het verslag. Tijdens het lezen van het voorwoord maakt de lezer kennis met de schrijver.
Afsluiting brief, afsluitende zin
Na het inhoudelijke gedeelte van je brief sluit je af met een afsluitende zin. Dit kunnen verschillende soorten afsluitingen zijn, afhankelijk van wat je van de lezer als vervolg wil op je brief.