De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.
Koolmees in de winter
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn.
Er was dan opstijgende wind waardoor de zeevogels even hun vleugels konden ontspannen. Op het land slaapt de vogel overigens een stuk langer: maar liefst 12 uur per dag. De resultaten komen niet uit de lucht vallen. Het werd al langer gesuggereerd dat vogels wel moesten slapen tijdens het vliegen.
Uit ringwerk blijkt dat vinken in de vrije natuur zelden ouder worden dan acht jaar. In gevangenschap kunnen vinken veel ouder worden, er is een vink bekend die 27 jaar is geworden.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
Voedsel. Het basisvoedsel voor vinken wordt gevormd door zaden en zachte plantendelen. Vooral in het najaar scharrelen ze in grote groepen op de grond onder beuken om beukennootjes te eten, en in de tuin doen ze zich tegoed aan zaadjes die door andere vogels worden gemorst.
Een prachtig geluid dat inhoudt dat de lente in aantocht is. De vink is altijd te herkennen aan de dubbele witte vleugelstrepen, een aantal witte buitenste staartpennen en witte dekveren. Het mannetje heeft prachtig exotische kleuren in de broedtijd en het vrouwtje is groenig grijsbruin gekleurd.
Iedere vink kan, bij wijze van spreken, het 'Wilhelmus' fluiten, maar dat doet hij niet, want dan wordt hij niet meer herkend. De mannetjesvink zingt namelijk niet voor de lol. Het is puur het territoriumgedrag. Steeds weer die roep om andere mannetjes af te schrikken.
Hoewel vogels en zoogdieren behoorlijk verschillend zijn, is de werking van de hersenen verrassend vergelijkbaar en vogels hebben dan ook een slaappatroon dat lijkt op die van ons. Daar hoort dromen ook bij.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
De ouders verblijven 's nachts wanneer de kuikens nog klein zijn ook in het nestkasje om de jonegn warm te houden. Wanneer de jongen groter zijn kunnen ze en is het niet echt meer nodig om ze warm te houden. Ze verblijven dan vaak wel in het nestkasje of er vlak bij in de buurt.
Gierzwaluwen doen alles in de lucht – eten, paren en slapen. De eerste vier jaar van hun leven zijn ze zelfs alleen maar in de lucht. Alleen bij heel extreem weer gaan de vogels aan gebouwen of rotsen hangen. Vanaf hun vierde jaar gaan gierzwaluwen broeden.
De vink eet in het broedseizoen vooral insecten. In het najaar en de winter wordt dit dieet aangevuld met zaden (vooral van grassen, kruisbloemigen, beuken, duizendknopen en ganzenvoeten) en plantaardig materiaal (o.a. bladknoppen).
Een vinkenzetting, kortweg zetting of suskewiet genoemd, is een wedstrijd waarbij de vinkeniers (vinkenhouders) zich met een vinkenkooi (een muit) opstellen langs een weg, met telkens 2,4 meter tussen vinkenier en vink.
Wil je dus vinken naar je tuin lokken, dan zorg je ervoor dat het hele jaar door zaad te vinden is in je tuin. Strooi gewoon wat vogelvoer op de tuintafel of op het terras. Zeker weten dat er vinken op afkomen. Maar liefst groeien er wel bomen en struiken in je tuin.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
De parkieten, kanaries, vinken en kwartels zijn vogels die goed geschikt zijn om buiten te kunnen houden als je ze goed verzorgd. Dit geld met name voor de specifieke soorten zonparkieten, grasparkieten, agapornissen, zilver- en loodbekjes, cubravink en zebravink.
Vogels die in het najaar niet naar een warmer oord trekken, hebben een dik verenkleed om zich te beschermen. Dit verenkleed bestaat uit verschillende lagen waar luchtlagen tussen zitten. Deze luchtlagen zorgen voor isolatie en voorkomen dat de vogels te veel afkoelen.
Veren kunnen afbreken, verslijten en verkleuren door de zon. Daardoor verliezen ze hun stevigheid en ze zijn niet meer waterdicht. Ze zijn niet meer te gebruiken en moeten vervangen worden. Voor de balts is er vaak een ruiperiode.