De ree verblijft overdag vaak in zijn “leger”, dit is de naam van de slaapplaats. Deze is vaak te herkennen aan een ovale plek onder de boom, alsof iemand hier de grond heeft staan harken. Soms heeft de ree zijn “leger” in een kuil of onder een omgevallen boom.
In het eerste levensjaar van een ree kun je aan de hand van de onderkaken uit het gebit, vrij nauwkeurig de leeftijd vaststellen. Desondanks is het een benadering die door verschillende factoren beïnvloed wordt. Bij oudere reeën kan de slijtage van het gebit tot een ruwe schatting voor de leeftijd leiden.
Lokken. Alle reeën reageren op het fiepen. Door het geluid op een fluit na te bootsen is het mogelijk geiten en bokken te lokken. De geit komt op het geluid van het kalf af en de bok op het geluid van de geit.
Blaffende ree
Het blaffen van het ree, ook wel 'schrikken' genoemd is een laag, blaffend geluid. Een ree maakt dit geluid als het iets bijzonders waarneemt waarvan het niet thuis kan brengen wat het is. Hij alarmeert daarmee ook de andere reeën.
Het ree eet voornamelijk plantaardig voedsel. Hij eet vooral bladeren, twijgen en scheuten van struiken en bomen. Ook vruchten (bramen, bessen), kruiden, grassen en landbouwgewassen (bieten, granen en krop gewassen) eet hij graag.
Dit houdt in dat het dier alleen planten eet. Denk hierbij aan bramen, twijgen, besjes, kruiden, bladeren en paddenstoelen. Omdat reeën veel planten eten, drinken ze niet veel. Het water uit de planten is meestal voldoende voor ze.
De ree als spiritueel dier
Hij staat voor verzachting, onschuld, vriendelijkheid en liefde. Als je een ree ziet, kijk dan eens naar binnen bij jezelf. Voel diep in jezelf of je nog oude wonden hebt en vraag de ree om deze te helen.
Zien. Reeën zien maar beperkt kleuren maar veel beter contrast. Daardoor kunnen zij in het donker veel beter als mensen zien en kunnen zij bewegingen uitstekend waarnemen. Een volkomen stilstaand mens wordt door een ree niet herkend, de geringste beweging maakt het echter wantrouwend.
Enkele planten waar herten niet van lijken te houden zijn siergrassen, irissen, vingerhoedskruid, yucca, kruiden en planten met een sterke geur, zoals salie, bosui, citroenmelisse, etc. Ze houden ook niet van planten met doorns, zoals paarse echinacea, maar rozen schijnen ze dan juist weer heerlijk te vinden!
Zij dragen geen gewei maar hoorns, blijvende uitsteeksels aan de kop van beide geslachten van dieren. Het ree is het enige hoefdier met kiemrust. Dit wil zeggen dat de ongeboren vrucht zich pas later ontwikkelt waardoor de draagtijd verlengd is.
Reeën gaan niet in winterslaap, maar ze zijn 's winters wel in een soort ruststand. Ze zijn een stuk rustiger. En ook hun hartslag en stofwisseling gaan op een laag pitje. Maar dit kan alleen als een ree zich veilig voelt.
Als enige evenhoevige kent de ree een verlengde draagtijd. De bronsttijd valt in juli en augustus, maar pas eind december, na een verlengde draagtijd van 150 dagen, komt het embryo tot ontwikkeling. Hierna duurt het nog zo'n 144 dagen voordat het kalf wordt geboren, eind mei, begin juni.
De ree verblijft overdag vaak in zijn “leger”, dit is de naam van de slaapplaats. Deze is vaak te herkennen aan een ovale plek onder de boom, alsof iemand hier de grond heeft staan harken. Soms heeft de ree zijn “leger” in een kuil of onder een omgevallen boom.
Van nature zijn de herten dagdieren. Omdat overdag het onrustig is door wandelaars en fietsers zijn de herten steeds meer 's nachts actief. Dat wil niet zeggen, dat ze overdag niet meer te zien zijn. Je moet wel goed kijken en heel rustig en stil zijn.
In de film is Bambi een muildierhert, in het boek dat de basis vormt voor de film is hij een ree. Bambi wordt bij zijn geboorte uitgeroepen tot "Prins van het Bos".
Herten zijn groter en zwaarder en het vlees van een hert is ook grover en smaakt wilder dan het malse sappige vlees van de ree. Reeën zijn lekkerbekken en dat proef je aan hun vlees. Voedsel van de ree bestaat uit verschillende soorten loofbomen, blaadjes, kruiden, gerst, klaver en erwten.
De gemiddelde schouderhoogte van een ree is 65 centimeter waarbij het mannetje een paar centimeter groter is dan het vrouwtje. Een volwassen mannetjes ree wordt bok genoemd en is te herkennen aan zijn geweitje. Het volwassen vrouwelijke ree heet geit. Zij heeft geen gewei.
Goede zwemmers
,,Reeën zijn uitstekende zwemmers. Zeker jonge dieren kunnen kilometers zwemmen. Punt is alleen soms het water waarin ze terecht komen. Als de oever te stijl is komen ze niet meer aan de kant.
Hij krijgt het predicaat 'vrolijkste dier ter wereld' toegedicht: de quokka. Deze wallaby – een klein soort kangoeroe – lacht namelijk altijd.
Hij is sierlijk, groot, sterk. Hij maakt lange reizen waarin hij zeer goed de weg weet te vinden. Hij kan stroomopwaarts zwemmen en metershoog springen. Net als de zalm is de mens met zalmeigenschappen ambitieus, doelgericht en een echte doorzetter.
Het eerste dier beschrijft namelijk wie je in werkelijk bent, het tweede dier laat zien hoe mensen je zien, en het derde dier weerspiegelt hoe je jezelf ziet. Als je bijvoorbeeld hebt gekozen voor een kat dan vertegenwoordigt dit een zelfstandige, veeleisende, leider.
Een groep reeën noemen we een sprong. Sprongen komen niet het hele jaar voor. Dat is eigenlijk alleen maar in de winterperiode. Voor de rest van het jaar leven reeën meer in kleine familieverbanden zoals een geit met twee kalfjes.
Herten moeten steeds ruwvoer, proper water en een zoutliksteen tot hun beschikking hebben. Goed ruwvoer is bijvoorbeeld hooi of gras en kruiden zoals klavers, paardenbloemen en weegbree.
Belangrijke omstandigheden bij het fiepen van reeën zijn absolute rust, geen beweging en rekening houden met de wind. De wind moet naar je toe blazen. Daarnaast moet je weten wanneer reeën welke geluiden gebruiken. Het mooiste resultaat bereik je in de paartijd.