Conclusie. De kernregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Je mag twee keer een 5 hebben of één 5 en één 4, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn. Let op dat geen enkel eindcijfer (afgerond) lager mag zijn dan een 4.
Eindexamenleerlingen mogen het eindcijfer van 1 vak wegstrepen. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
De meeste leerlingen vinden wiskunde vooral moeilijk omdat het abstract is. Het is onzichtbaar, er bestaan eenmaal geen werkelijke wiskundige objecten. Leerlingen die veel visualiseren zullen wiskunde daarom ook moeilijker vinden. Zij kunnen dan niet een goed beeld krijgen en snappen zij het niet.
Iedereen kan wiskunde. Het is alleen voor sommige leerlingen veel werk. Wiskunde is doen, doen en doen en dat kost sommige leerlingen erg veel tijd.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Je slaagt voor het eindexamen vwo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor één van de kernvakken. Daarnaast mag je voor hooguit 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Het SE-cijfer van een vak mét CE is een getal met één decimaal. Het CE-cijfer van een vak is een getal met één decimaal (zelfs als er geen SE is).
Het is onmogelijk om goed wiskunde te leren door alleen maar te lezen en te luisteren. Om wiskunde te leren moet je de mouwen opstropen en aan de slag gaan met het studeren. Het is dan ook een vak waarbij je genoeg tijd moet stoppen in het actief leren om het onder de knie te krijgen.
Als je wiskunde eindcijfer een onvoldoende is, moet je compensatiepunten hebben. (1 voor 5, 2 voor 4). Als je eindcijfer voor wiskunde lager dan een 4 is, ben je zonder meer gezakt. Je wiskunde CE-cijfer mag dus niet lager zijn dan een 1,4!
Bijna helft scholieren vindt vak wiskunde moeilijkst en meest stressvol - 10 juni '14. Uit onderzoek onder 10.114 scholieren blijkt dat bijna 50 procent van de scholieren het hardste leert voor zijn proefwerk wiskunde. 38 procent van de leerlingen ervaart daarnaast de meeste stress voor het vak wiskunde.
Bijvoorbeeld allerlei beroepen in de verzorging (mens en dier) , in de commercie/verkoop, creatieve opleidingen, kapper, bakker, horeca, kok, media en entertainment,... eigenlijk heeft het niet-hebben van wiskunde in je pakket maar consequenties voor een paar opleidingen, en eigenlijk alleen op niveau 4.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Samengevat zijn de opties als volgt: Het hele jaar overdoen: alle vakken opnieuw volgen en het examen opnieuw maken. Dit kan op een middelbare school, bij het vavo of op een privéschool. Deelcertificaten halen: het examen opnieuw maken voor de vakken die je onvoldoende hebt afgesloten.
Dat betekent dat je kind alle vakken uit het schooljaar opnieuw doet. Dus ook de vakken die je kind wel gehaald had. Sommige scholen hebben in hun beleid opgenomen dat je niet mag blijven zitten in het examenjaar. Dan moet je kind naar een andere middelbare school, of één van de onderstaande paden volgen.
Voor leerlingen die op een ander moment vanuit 6 Vwo instromen in 5 Havo zal een programma op maat moeten worden vastgesteld. De volgende al gemaakte onderdelen worden meegenomen uit eerdere leerjaren. Daarbij wordt het cijfer overgenomen, of de toets wordt opnieuw gewaardeerd.