Goed zijn: aan elkaar, bij elkaar en met elkaar. Elkaar staat dus telkens los achter het voorzetsel. Een combinatie van een voorzetsel (zoals aan, bij en met) en elkaar schrijf je vrijwel altijd los.
Simpele regel: altijd aan elkaar
Samenstellingen (woorden uit twee of meer zelfstandige naamwoorden) schrijf je altijd aan elkaar, zonder spaties dus. Het is bijvoorbeeld autoverzekering en niet auto verzekering. Ook langere woorden schrijf je aan elkaar, tenzij er verwarring ontstaat.
Koppelteken = Een koppelteken is een leesteken dat onderdelen van samenstellingen of samenkoppelingen met elkaar verbindt. Het heeft de vorm van het kortste liggende streepje en komt daarmee uiterlijk overeen met het afbreekstreepje en het...
' 'Hoe ver is het naar het station? ' heeft de voorkeur. Bij hoe( )ver geldt het volgende betekenisverschil: als een afstand bedoeld is, is hoe ver juist; in meer figuurlijke zin is hoever één woord.
Is het 'de samenzijn' of 'het samenzijn'?
Het is 'het samenzijn', want samenzijn is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat samenzijn'.
Wat is goed: aan elkaar of aanelkaar? En hoe zit het bijvoorbeeld met bij elkaar / bijelkaar en met elkaar / metelkaar? Goed zijn: aan elkaar, bij elkaar en met elkaar. Elkaar staat dus telkens los achter het voorzetsel.
We schrijven waarin aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.
De correcte spelling is hoe laat, in twee woorden.
Hoeveel is een onbepaald telwoord dat vraagt naar een bepaalde hoeveelheid. In dat geval schrijven we hoeveel aan elkaar. Hoeveel mensen komen er vanavond? Ik weet niet hoeveel we deze maand kunnen sparen.
Je schrijft dit woord aan elkaar als je de figuurlijke betekenis bedoelt: althans/in ieder geval.
Bestaat het woord uit twee losse woorden die een samenstelling vormen, dan schrijf je een koppelteken. Ontstaat er geen verwarring, dan schrijf je gewoon alles aan elkaar. Is het woord geen samenstelling, maar bijvoorbeeld een meervoud of een enkel woord, dan schrijf je een trema.
In de Nederlandse spelling hebben verschillende leestekens de vorm van een liggend streepje. Het korte liggende streepje (-) wordt onder andere gebruikt als koppelteken (man-vrouwverhouding), als afbreekteken (wa-ter) en als weglatingsstreepje (chocolade- en vanillepudding).
Het koppelteken wordt ingezet om (1) de scheiding aan te duiden van samenstellingen die moeilijk te herkennen zijn, (2) de scheiding van een buitenlands en Nederlands woord aan te duiden, (3) de gelijkwaardigheid van een samenstelling te laten zien en (4) om te laten zien dat een uitdrukking één geheel is.
Samenstellingen worden in de regel aaneengeschreven, bijvoorbeeld: bierglas, hogeschool, tienkamp, wandelschoenen, badkamerdeurklink. Als er tussen de delen van een samenstelling klinkerbotsing optreedt, is een koppelteken verplicht: milieu-inspectie, auto-ongeluk.
Samengestelde woorden met gelijkwaardige delen: hotel-restaurant, cultureel-maatschappelijk, joods-christelijk t.o.v. civielrechtelijk, populairwetenschappelijk.
Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling. Zo kun je met rug en zak de samenstelling rugzak vormen. In het Nederlands kun je ontelbaar veel en in principe oneindig lange samenstellingen maken.
Het werkwoord bezighouden wordt in één woord geschreven.
Ook de vervoegde vormen schrijven we in één woord, tenzij de twee delen (bezig en houden) gescheiden worden door andere woorden (bijvoorbeeld: wat me bezig heeft gehouden), of de volgorde ervan gewisseld is (bijvoorbeeld: ik hou me bezig).
2022: tweeduizend tweeëntwintig. 3577: drieduizend vijfhonderdzevenenzeventig / vijfendertighonderdzevenenzeventig.
We schrijven hiervoor aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. In andere gevallen schrijven we hier voor in twee woorden.
Ook veel andere woorden die los moeten, worden aaneengeschreven. Twee voorbeelden: vantevoren, doormiddel van. Dit moet zijn: van tevoren, door middel van. Tip: opzoeken (het werkwoord schrijven we wel aan elkaar) in de online Dikke Van Dale.
Samenstellingen met gelijkwaardige delen
Een samenstelling waarvan de eerste twee of drie delen gelijkwaardig zijn, krijgt een koppelteken tussen die delen.
Juist is standaardtaal in het hele taalgebied.
De correcte spelling is ermee aan moeten.
In de vaste combinatie (iets) aan moeten (met iets) schrijven we het bijwoord aan los van het werkwoord moeten. Bij die combinatie wordt moeten min of meer zelfstandig gebruikt, maar er kan het werkwoord vangen bij worden gedacht: iets aan moeten vangen met iets.
We schrijven waaraan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.