Formule 1-auto's zijn uitgerust met een halfautomatische versnellingsbak. De coureur verandert de gekozen versnelling door middel van "flippers" achter het stuur. De aandrijving is op de achterwielen.
Aan de achterkant van het stuur zitten de koppeling en de schakelflippers voor op- en terugschakelen. De koppeling wordt alleen gebruikt om de auto van neutraal in de eerste versnelling te zetten bij de start en in de pitbox.
De sequentiële versnellingsbak in de Formule 1-auto's hebben momenteel acht versnellingen.
Enig idee hoe vaak een F1 coureur moet schakelen tijdens een race? Gemiddeld zo'n 2800 en op een stratencircuit zoals Monaco kan dit oplopen tot ruim 4000 keer.
Drie stuurtjes per coureur mee naar raceweekend
Mercedes neemt drie stuurtjes per coureur mee elk raceweekend. Één stuurtje is het hoofdstuur, het tweede stuurtje is het back-up stuurtje. Het derde stuur word gebruikt om de nieuwe functies te testen die later in het seizoen gebruikt kunnen worden.
In een F1-bolide zitten twee pedalen: het rempedaal en het gaspedaal. De koppeling zit aan het stuur, met twee hendels, zodat je die afhankelijk van het links of rechts de pits uitrijden kunt gebruiken.
Aangezien het volume van brandstof afhankelijk is van de temperatuur en het F1-circuit ongeveer alle uithoeken van de wereld aandoet, rekenen ze in de F1-garages in kilo's, veel betrouwbaarder. Maar voor wie toch wil vergelijken: ongeveer 120-150 liter brandstof per race.
DRS wordt geactiveerd door een knop op het stuur van de Formule 1-auto. Het gevolg van het activeren van de DRS is dat de auto harder kan. Het toenemen van de topsnelheid komt door het verminderen van de luchtweerstand en de neerwaartse druk.
Er zijn een aantal regels omtrent het gebruik DRS tijdens de race: DRS mag pas gebruikt worden na de tweede ronde.
De coureur heeft een knop op het stuur om de DRS te activeren. Als hij bij het detectiepunt binnen een seconde van zijn voorganger rijdt, gaat er na het passeren van de activatielijn ter indicatie een lampje branden op het stuur. Bij het inschakelen van de DRS gaat het bovenste gedeelte van de achtervleugel open.
Aan de achterkant van het stuur zitten de koppeling en de schakelflippers voor op- en terugschakelen. De koppeling wordt alleen gebruikt om de auto van neutraal in de eerste versnelling te zetten bij de start en in de pitbox.
Elk stuur kost 80 uur om te maken en kost tussen de 60.000 en 90.000 euro. Elke coureur krijgt drie of vier stuurtjes tijdens één seizoen. Of meer, als ze 'm uit de auto smijten.
Het is moeilijk om een prijskaartje te hangen aan een huidige F1 wagen. Een F1-team mag in het seizoen 2022 145,6 miljoen dollar uitgeven (net gecorrigeerd voor hogere transportkosten plus inflatie).
Formule 1-auto's zijn uitgerust met een halfautomatische versnellingsbak. De coureur verandert de gekozen versnelling door middel van "flippers" achter het stuur. De aandrijving is op de achterwielen.
Formule 1-bolides accelereren in zo'n 2,6 seconden van 0 naar 100 kilometer per uur en bereiken in 10,6 seconden een snelheid van 300 kilometer per uur.
De recordhouder wat betreft topsnelheid in F1 is Valtteri Bottas, hij heeft twee records op zijn naam staan: de hoogste topsnelheid ooit gemeten in een race (372,5 kilometer per uur, Mexico 2016) en de hoogste snelheid aller tijden in een F1 (trainings-) sessie: 378 kilometer per uur.
Gezien het grote snelheidsverschil vooral op circuits met lange rechte stukken, is het inhalen bij gebruik van DRS eigenlijk geen kunst meer. Uitremacties zijn niet nodig omdat er eenvoudig met 10 tot 15 km verschil ingehaald kan worden -ver- voor de bocht.
De rijder drukt op een knop op zijn stuur en daardoor gaat een flap van de achtervleugel plat liggen. Zo ontstaat in de vleugel een opening van maximaal 85 millimeter. De auto klieft nu veel beter door de lucht en dat scheelt, afhankelijk van het circuit, tot 15 km/u aan topsnelheid.
Elke coureur is verplicht om minimaal één pitstop te maken, aangezien er per race op minimaal twee sets banden geracet moet worden.
Hoewel het misschien als een droombaan klinkt, moet je weten dat het vele jaren duurt om de noodzakelijke ervaring op te doen en dat er aanzienlijke financiële investeringen nodig zijn om een professioneel coureur in de Formule 1 te kunnen worden.
De vonken onder de F1-auto's worden veroorzaakt door titanium 'skid blocks' die bevestigd zijn aan de plank onder de wagen. Deze blokken zijn bedoeld om te voorkomen dat de plank beschadigd raakt. Ze steken niet meer dan drie millimeter uit ten opzichte van de plank.
Zowel vooraf als achteraf wordt een coureur gewogen, inclusief racepak, schoenen én helm. Dat is van belang voor het zogeheten minimumgewicht: iedere auto inclusief coureur moet dit jaar minstens 798 kilo wegen. Dit om ervoor te zorgen dat het totale gewicht van iedere deelnemer zo gelijk mogelijk is.
Het stuur is voorzien van een krachtige force feedback en kan tot 180 graden draaien.
Hoewel het minimumgewicht van 798 kilo al behoorlijk hoog ligt, zijn er tal van teams die daar nog boven zitten.
De banden hebben een aandeel in deze stijging: de voorwielen zijn per stuk 2,5 kg zwaarder, de achterwielen 3 kg per stuk. De totale schade? 11 kg. Ook is het managen van de temperatuur lastiger dan eerst door de introductie van wieldoppen, welke koeling vermoeilijken.