Voorbeeld: je wilt 15 minuten doorbelasten i.p.v. 10 minuten. Je corrigeert het aantal van 0,17 met 0,08 waardoor het aantal op 0,25 uitkomt. De berekening is in dit geval: 0,25 x 100 euro = 25 euro. Op de achtergrond is een correctie doorgevoerd van 0,833333 zodat het aantal uitkomt op 0,25 uur.
Stel dat je bijvoorbeeld uitrekent 341 · 0,02. De uitkomst is 6,82 maar dit getal moet afgerond worden. 341 heeft 3 significante cijfers en 0,02 heeft 1 significant cijfer. De uitkomst moet dus afgerond worden op 1 significant cijfer en de einduitkomst wordt dus 7.
Het gebruik van rekenkundige bewerkingen is de gemakkelijkste manier om tijd om te zetten in decimale getallen. Bijvoorbeeld: Om tijd in uren om te rekenen, vermenigvuldigt u de tijdwaarde met 24. Om tijd om te rekenen naar minuten, vermenigvuldigt u de tijdwaarde met 24*60.
Klik op het tabblad Start > AutoSom. De formule ziet er zo uit: =SOM(B2:B3). Druk op Enter voor het resultaat: 16 uur en 15 minuten.
Met behulp van een knop: Selecteer de cellen die u wilt opmaken. Klik op het tabblad Start op Decimaal verhogen of Decimaal verlagen om na het decimaalteken meer of minder cijfers weer te geven.
Sommige getallen met een of meer decimalen worden mogelijk afgerond op het werkblad weergegeven. Als dit niet het resultaat is van het toepassen van een afrondingsfunctie, kan dit gebeuren wanneer de kolom niet breed genoeg is voor het hele getal.
2 dagen is dus 48 uur.
Het verschil van twee getallen krijg je door deze getallen van elkaar af te trekken. Voorbeeld: Bereken het verschil van 80 en 14. De delen die je van elkaar aftrekt, noem je ook termen. De termen in het voorbeeld 80 – 14 zijn 80 en –14.
Voorbeeld: er wordt 10 minuten doorbelast tegen een tarief van 100 euro. In decimalen is dit 0,1666667 uur. Dit wordt gepresenteerd als 0,17 uur. De uitkomst is: 16,67 euro, namelijk 0,1666667 x 100 euro.
Die minuten moeten omgerekend worden naar decimalen. Het is eenvoudig om zelf uit te rekenen hoe een minuut in het decimale stelsel omgerekend moet worden: het aantal minuten delen door 60. Voorbeeld: 1 minuut = 0,0167 manuur (mu); 2 minuten = 0,0333 mu; 3 minuten = 0,05 mu; 4 minuten = 0,067 mu.
Bij het afronden kijk je naar het tweede getal achter de komma en kijk je of deze 5 of hoger is of lager. Bij 5 of hoger rond je het tweede getal achter de komma naar boven af, bij 4 of lager rond je het getal naar beneden af. Zo wordt 5,24 afgerond op één decimaal 5,2 en 5,25 afgerond op één decimaal 5,3.
Als je af moet ronden op tientallen, dan moet je eerst kijken naar het getal rechts van het tiental. Dat getal is een 5. Bij het afronden gelden altijd deze regels: Is het getal een 4 of lager, dan rond je af naar beneden.
0,1 uur is één tiende uur, ofwel uur. Eén tiende van één uur is één tiende van 60 minuten. Eén tiende van 60 minuten is 60 : 10 = 6 minuten.
Diverse tijdseenheden
Zo weet iedereen wel dat er 60 seconden in 1 minuut gaan, en dat er om 60 minuten in 1 uur gaan. Daardoor weet je ook dat er 3.600 seconden in 1 uur zitten.
Een heel uur is 60 minuten. Dus 85 minuten is 1 uur en 25 minuten.
1 minuut is 60 seconden.
Om seconden naar minuten om te rekenen, moet je delen door 60. Er zitten namelijk 60 seconden in een minuut. Je doet hetzelfde om van minuten naar uur te gaan. Andersom moet je keer 60 doen om van uur naar minuten te gaan of van minuten naar seconden.
Klik op Bestand > Opties. en klik vervolgens op Excel Opties. Klik opGeavanceerd en schakel onder Bij het berekenenvan deze werkmap het selectievakje Precisie instellen zoals weergegeven in en klik vervolgens op OK. Klik op OK.
Als u bijvoorbeeld 2345678 wilt afronden op drie significante cijfers, gebruikt u de functie RoundDown met de parameter-4, als volgt: = ROUNDDOWN (2345678,-4). Hiermee wordt het getal naar beneden afgerond op 2340000, waarbij het gedeelte "234" als significante cijfers is.
-42567,00006 bestaat uit 5 decimalen namelijk 0, 0, 0, 0 en 6. Dus een decimaal getal is een getal dat decimalen bevat, het aantal decimalen is het aantal cijfers achter de komma.