Vaak wordt er gevraagd om twee getallen uit te drukken als een percentage ten opzichte van elkaar. Handige tip hierbij is dat je hiermee kunt rekenen door de formule 'deel : geheel x 100'.
Berekening van het percentage: Het berekenen van een percentage betekent het schatten van de overeenkomst of het verschil die er mathematisch bestaat tussen twee getallen. Om dit te doen, moet men beide getallen delen en het resultaat met honderd vermenigvuldigen.
Stel dat je bijvoorbeeld €50 af dient te rekenen in een restaurant, waar jullie samen gegeten hebben. Je kunt dan de procenten berekenen door dit getal te delen door 100 en dit vervolgens te vermenigvuldigen met bijvoorbeeld 10%. Je krijgt dan de berekening 50 / 100, waar 0,5 uitkomt.
Van breuk naar procenten
1/5 deel = 1/5 × 100 % = 100/5 % = 20 % 1/3 deel = 1/3 × 100 % = 100/3 % = 33 1/3 % 1/2 deel = 1/2 × 100 % = 100/2 % = 50 % 3/4 deel = 3/4 × 100 % = 300/4 % = 75 %
Een procent is een breuk die altijd 100 als noemer heeft. De noemer van een breuk geeft aan in hoeveel stukjes iets is verdeeld. Bij procenten gaat het dus altijd om een geheel dat in 100 stukjes is verdeeld. 1 procent is dan één van die stukjes.
Deel het salarisverschil door je oude salaris.
In het voorbeeld van Deel 1 betekent dit dat je € 5.000 neemt en dat deelt door € 45.000. € 5.000 / € 45.000=0,111. Als je rekent met een uurloon, werkt het op dezelfde manier. Uitgaand van het voorbeeld in de vorige stap, doe je € 2 / € 14=0,143.
Een procent betekent een honderdste deel. Denk maar aan een euro cent. Dat is ook het honderdste deel van een euro. Je deelt dus het getal door 100 en dan krijg je één procent van dat getal.
Een percentage van een getal berekenen is heel eenvoudig. Je rekent eerst 1 procent uit van het getal. Je doet dit door het getal te delen door 100. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage.
Dan krijg je “40% van 20 is 8”. In een ander geval wil je bijvoorbeel aangeven hoeveel procent een getal gedaald of gestegen is.
De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort.
Een kwart, 1/4, is dus hetzelfde als 25%. Een tiende deel, 1/10, is 10%, en 3/10 is dus 30%. We zien dat we niet meer met breuken, maar met percentages als 50, 25, 10, dus gehele getallen werken.
Blijft uw medewerker gedeeltelijk werken? Dan ontvangt hij 70% van het verschil tussen het oude en nieuwe loon. Uitgaande van € 500 inkomsten, dan wordt de uitkering € 1.050 (2000 - 500 = 1500 x 70% van 1.500 is 1.050).
Ga uit van het bedrag dat je momenteel aan salaris ontvangt, bijvoorbeeld €2.000 per maand. Deel dit door 100 (je krijgt dan 20) en vermenigvuldig dit met het percentage (5%). Je komt in dit geval uit bij 20 x 5, op €100 extra per maand.
Sommige bedrijven hanteren als vuistregel een loonstijging van 3 tot 6 procent. Maar ook 5 tot 10 procent komt voor, vooral bij promoties die samenvallen met de (half)jaarlijkse loonstijging.
In juli 2022 werd de spilindex opnieuw overschreden. Daardoor stegen de lonen in onze sector in september 2022 met 2%. Het Planbureau voorspelt in zijn meest recente prognose de vier volgende momenten waarop de spilindex zou overschreden worden.
Een percentage van een bedrag berekenen
Hoeveel is 20% van 500 euro? Deel eerst het percentage door 100. 20 : 100 = 0,2. Het antwoord is 100 euro.
Delen door 1/2 betekent vragen "Hoe vaak past 1/2 in je getal?". Dat is 2x het getal. Met andere breuken werkt het net zo. Delen door 2/3 is hetzelfde als vermenigvuldigen met 3/2.