Per 1 januari 2022 krijg je als alleenstaande moeder (of vader) 1.037,12 euro per maand. Dit is een netto maandbedrag. Hier komt nog 54,59 per maand aan vakantie-uitkering bij. In totaal heb je als alleenstaande moeder in 2022 dus recht op 1,091,71 euro per maand baan bijstandsuitkering.
Als alleenstaande moeder heb je vaak recht op verschillende toeslagen zoals: zorgtoeslag, huurtoeslag en kinderopvangtoeslag. Net zoals bij het kindgebonden budget zijn de toeslagen inkomensafhankelijk.
De meeste moeders werken 32 uur. Dit kunnen ze verdelen over meerdere dagen. Vaak kiezen moeders er voor om vier dagen te werken.
En als alleenstaande ouder heb je recht op een toeslag op de kinderbijslag. Zeker als je geen job hebt, kan het moeilijk zijn om rond te komen. En als je werkt, zul je waarschijnlijk kinderopvang moeten regelen. In veel opvangvoorzieningen betaal je een bijdrage volgens je inkomen.
Alleenstaande ouders ontvangen daarbij nog de zogenoemde 'alleenstaande ouderkop'. In 2022 is de maximale extra toeslag voor alleenstaande ouders € 3.285 per jaar. Als je al andere toeslagen ontvangt, benadert de Belastingdienst je vanzelf over het kindgebonden budget.
U kunt extra geld krijgen als u naast uw opleiding een kind verzorgt: de eenoudertoeslag. U krijgt de toeslag als u geen partner hebt en een kind verzorgt dat jonger is dan 18 jaar. Het kan uw eigen kind zijn, maar dat hoeft niet. Voorwaarde is dat u de kinderbijslag voor het kind krijgt.
Hoeveel bijstand krijgt een alleenstaande moeder per maand? Een 21-jarige alleenstaande of alleenstaande ouder ontvang 999,70 euro bijstandsuitkering per maand. Hier komt nog 52,62 euro vakantiegeld bovenop. Het totale bedrag is dus 1052,32 en is dan ook de bijstandsnorm.
Je krijgt een Groeipakket met het nieuwe basisbedrag van € 171,49.
Bent u alleenstaande ouder? Dan krijgt u meer kindgebonden budget dan gezinnen met 2 ouders. Dit extra bedrag is een tegemoetkoming in het levensonderhoud. Hoeveel kindgebonden budget u krijgt, kunt u zien door een proefberekening te maken.
Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles). Welke hulp u kunt krijgen hangt af van uw situatie.
De alleenstaande ouderkorting bestaat in 2020 en 2021 niet meer, de alleenstaande ouderenkorting wel. Binnen de heffingskortingen, toeslagen en het kindgebonden budget zijn er voor een (alleenstaande) ouder nog mogelijkheden. Wanneer komt u voor deze belastingmeevaller in aanmerking en op welk bedrag hebt u recht?
Hoe hoger uw inkomen is, hoe minder kindgebonden budget u krijgt. Het kan ook zijn dat uw inkomen te hoog is voor kindgebonden budget. Daar is geen vaste inkomensgrens voor.
Uw kindgebonden budget stopt in de volgende situaties: Uw jongste kind is 18 jaar geworden. De persoon (meestal een ouder) op wiens naam de toeslag staat, is overleden. U gaat samenwonen met iemand die al kindgebonden budget krijgt.
Als alleenstaande kom je dan vaak op een spaarbedrag tussen de € 4000 en € 6000 uit. Met een wat hoger netto-inkomen van € 3200 spaar je 15 maanden lang een maandelijks bedrag van tien procent van je inkomen om op het minimumbedrag uit te komen.
Als je geen werk hebt of niet genoeg verdiend om je gezin te kunnen onderhouden, dan heb je recht op een bijstandsuitkering. Dit geldt ook voor alleenstaande moeders. Een bijstandsuitkering vraag je aan bij de gemeente.
U vraagt de inkomensafhankelijke combinatiekorting aan door aangifte te doen voor de inkomstenbelasting. Dat kan met het aangifteprogramma op de site van de Belastingdienst of met het aangifteformulier. De Belastingdienst past zelf de korting toe als u daarvoor in aanmerking komt.
Gemiddeld sparen Nederlanders 6,43 procent van hun netto loon, je bent dus zeker niet de enige die het niet lukt. Wat de reden ook is dat het niet lukt om 10 procent aan de kant te zetten, alle kleine beetjes helpen. Als je elke maand opzij zet wat je kunt missen, heb je aan het eind van het jaar ook een buffer(tje).