Voor het verwijderen van de redondrain wordt het vacuüm van de pot gehaald en de hechting verwijderd. Na het verwijderen kan het draingaatje nog wat lekken. Druk dan een tijdje met een gaasje op de opening. Na het verwijderen van de drain kan zich in het wondgebied toch nog wondvocht ophopen en een zwelling ontstaan.
Het verwijderen van de drains doet meestal geen pijn, maar veel patiënten vinden het een vervelend gevoel. Het kan zijn dat u met drains naar huis gaat. Deze worden dan later verwijderd op de polikliniek. Op de afdeling krijgt u uitleg hoe u de drains thuis moet verzorgen.
Voor het ontslag wordt de insteekopening gedesinfecteerd en afgeplakt met een doorzichtige folie. Heeft u kortdurend een drain (6 of 7 dagen) dan hoeft u de insteekopening thuis niet te verzorgen. Eventueel kunt u de folie vervangen wanneer deze is opgekruld.
In een deel ervan zitten kleine gaatjes (zie afbeelding 1). Via de kleine gaatjes wordt bloed en wondvocht afgevoerd. Dit zorgt ervoor dat de wond sneller geneest. Een drain blijft maximaal zeven dagen zitten.
Wat is een drain? De drain die tijdens de operatie bij u is ingebracht, heet een redondrain of vacuümdrain. De drain zelf is een dun slangetje dat in het wondgebied ligt. Doordat de drain zit aangesloten op een vacuümdrainpot, wordt het overtollige wondvocht uit uw lichaam gezogen.
Nu mag u naar huis, maar u heeft nog wel een wonddrain (redondrain). Dat is een dun slangetje dat tijdens de operatie in de wond is geplaatst. Door dit slangetje kan bloed en wondvocht weglopen. Hierdoor geneest de wond sneller.
Thuis houdt u zelf bij hoeveel wondvocht er uit de drain komt. Dit kunt u het beste 's ochtends doen op een vast tijdstip. Wanneer een drain 30 ml of minder per 24 uur produceert, mag deze verwijderd worden. Een wonddrain mag maximaal 7 dagen blijven zitten.
De buis wordt verwijderd en via de snee in de buik wordt de drain ingebracht in de buikholte (tussen de darmen). Daarna wordt de wond gehecht. De operatie duurt ongeveer 1 uur.
Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel.
De verzorging van de wonddrain
Contoleer de drain 2 keer per dag, op een vast tijdstip. Let daarbij op het volgende: Dat het slangetje van de drain met een pleister – in een bochtje – op de huid vastgeplakt is, zodat er niet direct aan getrokken wordt.
Als je wond ontstoken is, stuurt je lichaam extra veel vocht naar de plek toe. Dit zou de genezing moeten bevorderen, maar vaak leidt dit juist tot het tegenovergestelde: een extra vochtige wond is namelijk de ideale omgeving voor micro-organismen.
Na de operatie worden één of twee dunne slangetjes (drains) in het wondgebied achtergelaten om bloed en wondvocht af te voeren. Dit is noodzakelijk voor de wondgenezing. U gaat naar huis met de drain. Dan krijgt u van de verpleegkundige instructies mee voor thuis.
Als u thuis bent is het belangrijk dat u doorgaat met het spoelen van de drain. Hierdoor blijft de drain goed doorgankelijk. Deze handeling heeft u zelf, of samen met uw naasten, al geoefend met de verpleegkundige. In sommige gevallen wordt hiervoor thuiszorg ingeschakeld.
Sereus exsudaat (soms ook wel sereus transsudaat genoemd) komt voor bij milde ontstekingen. Het bevat weinig eiwitten. De samenstelling heeft overeenkomst met serum en wordt onder andere gezien bij tuberculose. Maligne exsudaat is exsudaat dat ontstaat bij tumoren en bevat kankercellen.
Als het vocht goed weg loopt ligt de drain goed. Een klein deel van de drain ligt buiten uw buik en wordt afgesloten met een dopje. Omdat de manchet enige tijd nodig heeft om vast te groeien wordt het uiteinde van de drain eerst vastgezet met een hechting. De ingreep duurt ongeveer 20 á 30 minuten.
Hydrocefalie kan alleen chirurgisch behandeld worden. Er wordt een drain geplaatst, waardoor het hersenvocht permanent wordt afgevoerd. Een dergelijke behandelmethode bestaat uit het aanleggen van een interne of externe drain, ook wel shunt genoemd. Een drain is een kunststof buisje dat in het lichaam wordt gebracht.
Soms is het noodzakelijk dat er een stukje van het borstvlies (biopt) onderzocht wordt. Zowel de longarts, chirurg als radioloog kunnen dit biopt nemen. Als er veel vocht is, wordt er een drain (slangetje) tussen de ribben onder plaatselijke verdoving geplaatst. Het vocht kan dan allemaal weg lopen.
Een abcesdrain is een slangetje in een abces (geïnfecteerde vochtophoping) om abnormaal vocht of viezigheid uit de holte te laten lopen. Over deze drain kan ook gespoeld worden, om de abcesholte schoon te krijgen.
Deze zwelling kan op verschillende plaatsen ontstaan, zoals in de borst of onder het litteken van de borstamputatie en/of in de oksel. Dit wondvocht noemen we seroom. De ophoping van dit wondvocht is normaal en niet gevaarlijk, maar het kan wel lastig of pijnlijk zijn.
De arts spreekt met u af wanneer u de hechtingen kunt laten verwijderen. Maak hiervoor een afspraak bij de assistente. Meestal mogen de hechtingen eruit na 7 tot 14 dagen. Als uw wond is geplakt, laat de lijmkorst na 5-10 dagen vanzelf los.
Er zijn twee soorten wonddrains, namelijk open en gesloten wonddrains. De open wonddrain is bedoeld om een wond open te houden, zodat het wondvocht gedraineerd kan worden. Het materiaal bestaat meestal uit latex (bijvoorbeeld een uit een steriele handschoen geknipte vinger), een holle buis of een gaas.
De te draineren plaats wordt met een naald aangeprikt. Door deze naald wordt een dunne draad in uw lichaam geschoven waarna de naald verwijderd wordt. Over de draad worden slangetjes van verschillende dikte (dilatators) geschoven. Hierdoor wordt de opening in de huid groter, zodat de drain erover geschoven kan worden.