Ze horen geen geluiden, omdat ze geen oren hebben, maar ze voelen wél de trillingen aan de grond. Met hun gespleten tong kunnen slangen wel zeer goed ruiken en proeven. Daarom steekt een slang de tong steeds opnieuw uit de bek. Zo maken slangen een soort geurfoto van de omgeving.
Het voorspel tot een paring begint. Dat heet de balts. Het mannetje glijdt daarbij met schokkende bewegingen over de rug van het vrouwtje. De tong schiet voortdurend even naar buiten en raakt het vrouwtje even aan.
Het voedsel komt via de slokdarm in de maag en begint daarna een lange reis door de darmen. Slangen verkleinen de prooi niet door te kauwen maar slikken deze in één keer door. Slangen eten meestal behaarde, gevederde of geschubde prooien, en de spijsvertering is goed ontwikkeld om de prooi volledig te verteren.
Het reukorgaan is het belangrijkste zintuig voor de slang. Hoewel slangen wel ademen door hun neusgaten, ruiken ze er niet mee. Slangen gebruiken namelijk hun tong om geurdeeltjes op te vangen! Als een slang z'n tong uitsteekt, blijven er geurdeeltjes aan plakken.
Net als alle andere reptielen is het voor slangen niet mogelijk om nieuwe dingen te leren. Dat komt omdat de cerebrale cortex zeer klein is bij reptielen, dit in tegenstelling tot vogels en zoogdieren. Dit deel van de hersenen controleert het leren en de gedachten.
Slangen gebruiken namelijk hun tong om geurdeeltjes op te vangen. Als een slang zijn tong uitsteekt, blijven er geurdeeltjes aan plakken. Als een slang vervolgens zijn tong weer naar binnen trekt, wrijft hij met zijn tong langs het geurzintuig dat in z'n verhemelte zit.
Doorgaans eten ze kleinere dieren, bijvoorbeeld konijnen of vogels. Pythons van deze afmetingen kunnen in principe alles eten wat ze willen, maar mensen staan doorgaans niet op hun menu. Er zijn dan ook weinig gevallen bekend waarbij een mens door een python werd opgegeten.
Slangen hebben net als veel andere dieren een spijsverteringsstelsel met onder andere een maag, lever en darmen. Bij slangen komt de ontlasting uit de darm en de urine uit de nieren samen in een ruimte. Die ruimte wordt de cloaca genoemd. Slangen poepen en plassen tegelijk.
De meeste slangen doden hun prooi met hun tanden. Die vlijmscherpe tanden zijn naar achteren gericht. Daardoor kan een prooi die gebeten is, bijna niet ontsnappen. Sommige andere slangensoorten wurgen hun prooi.
Zintuigen Slangen hebben wel ogen, maar zien meestal slecht. Ze horen geen geluiden, omdat ze geen oren hebben, maar ze voelen wél de trillingen aan de grond. Met hun gespleten tong kunnen slangen wel zeer goed ruiken en proeven. Daarom steekt een slang de tong steeds opnieuw uit de bek.
Eet het slangenvlees.
Er moet een lijn spieren aan weerszijden van de wervelkolom zitten; dit is het dikste stuk vlees op het lichaam van de slang. De ribben zitten vrij stevig vast aan de ruggengraat, dus knabbel met je tanden er stevig overheen om de rest van het vlees van de ribben te verwijderen.
Waarom sissen slangen? Een slang heeft ontzettend veel vijanden. Zo lusten grote vogels, wilde varkens, vossen en zelfs soortgenoten gerust een hapje van het reptiel. Een boze of bange slang sist daarom om roofdieren weg te jagen.
Ransuilen broeden vaak in halfopen (natuur)gebieden, waar ook veel campings zijn te vinden. Je hoort ze 's nachts al van ver met hun typische hoge, piepende, bijna klagende aanhoudende geluid. Ransuilen zijn tijdens de zomer zo luidruchtig omdat de uilskuikens hun nest verlaten en door de omgeving gaan zwerven.
De zwarte mamba staat bekend als 's werelds dodelijkste slang. Ze wonen in de savanne in het zuiden en oosten van Afrika, en ze zijn een van de snelste slangen ter wereld – ze kunnen snelheden van twintig kilometer per uur halen.
De gewone adder (latijnse naam: vipera berus) is de enige giftige slang die in België voorkomt. Haar gif kan diep in de weefsels doordringen. De ernst van de beet hangt af van de hoeveelheid gif dat werd geïnjecteerd.
Perfecte drollen
De vorm en kleur vertelt veel over jouw gezondheid. Gezonde ontlasting is bruin en smeuïg. Dat kan veranderen door wat je eet. Zo zorgt spinazie voor een groenige kleur en maken bietjes of rode kool je ontlasting een beetje rood.
De meeste slangen zijn vleeseters. Ze eten andere dieren. Bijvoorbeeld kikkers, muizen, slakken en vogels. Grotere slangen eten ook grotere dieren zoals herten of krokodillen.
Slangen hebben een cloaca, een opening aan de buikzijde, aan het begin waar officieel de staart begint. Niet alleen komt hieruit de ontlasting (urine/poep mengsel) maar in de cloaca bevinden zich ook de geslachtsdelen.
Sommige slangen hebben gif waarmee ze een olifant zouden kunnen doden. Het is zo sterk dat ze er muizen en vogels pijlsnel mee kunnen verlammen en verorberen, want voor kleine dieren is een heel klein beetje gif al genoeg.
Houd er echter rekening mee dat deze dieren, hoewel ze niet giftig zijn, lelijk kunnen bijten. Blijf altijd alert! De tijgerpython is een wurgslang die zijn prooi doodt door zich eromheen te winden. Vanaf een lengte van ongeveer twee meter kan hij een volwassen mens in ernstig gevaar brengen.
Ook kan hij, kronkelend als een paling, snel vooruit en achteruit kruipen. Tweekoppige slangen bestaan echt (door een storing tijdens de ontwikkeling), maar dan zijn beide koppen aan dezelfde kant van het lichaam.
Slangen hebben wel ogen, maar ze zien bijna niets. Slangen hebben geen oren en kunnen het geluid in de lucht niet horen. Ze voelen wel de trillingen in de grond. Slangen kunnen zeer goed ruiken en proeven.
Omdat ze zo zachtaardig zijn, zijn ze in Nederland best populair alleen doen ze iets heel brutaals en dat doet bijna elke slangensoort: ze steken hun tong uit. Waarom doen ze dat Robert Jan? Daar vangen ze eigenlijk geurdeeltjes mee op. Dus ze ruiken als het ware de lucht.
Talloze dieren hebben geen tong, met name dieren die in de zee leven. Bijvoorbeeld Kwallen, koralen, vissen, inktvissen en (de meeste) schelpdieren.