In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde. Hoe de mensheid die sprong vooruit maakte, is nog niet helemaal duidelijk.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam. Dit is echter niet helemaal waar.
Elders in Nederland lag de gemiddelde sterfteleeftijd namelijk vier tot acht jaar hoger. De onderzochte mannen uit de zeventiende en achttiende eeuw werden gemiddeld iets ouder, namelijk 43 jaar, al stierf het merendeel van deze mannen ook in deze periode vóór het 29ste levensjaar.
levensverwachting in observatiejaren
Mannen werden in de jaren 1827–1828 gemiddeld 36,6 jaar, vrouwen 39,5 jaar; in 1840–1851 respectievelijk 36,1 en 38,5 jaar.
De oermens in Europa woonde tot een half miljoen jaar geleden in de buurt van de kust. Hier was het klimaat mild en konden ze hun dieet aanvullen met eiwitrijk voedsel uit de zee. Pas na de ontdekking van vuur en verbetering van jachttechnieken bewoonde de oermens ook de binnenlanden.
Helaas bestaat het spraakkanaal voor het grootste deel uit zacht weefsel, en daar zijn geen fossielen van. In het spraakkanaal is één botje aanwezig: het tongbot, een hoefijzervormig botje van ongeveer vier bij vier centimeter vlak boven het strottenhoofd. Dat tongbot helpt om de luchtweg open te houden.
Ze leefden van de jacht en verzamelden voedsel in de bossen. Ze hadden geen vaste woonplaats, maar trokken achter de kuddes rendieren aan.
Levensverwachting wereldwijd
De toename van de levensverwachting tussen 2000 en 2015 was het grootst in Afrika. In 2015 is de levensverwachting van vrouwen in Japan het hoogste, namelijk 86,8 jaar. In Zwitserland is de levensverwachting voor mannen het hoogste met 81,3 jaar.
Op basis van die gegevens was de gemiddelde levensduur 25 jaar. Maar dat werd beinvloed door 2 pestepidemie en natuurlijk door de relatief hoge kindersterfte in die tijd.
Naast brood en pap aten mensen in de middeleeuwen veel bonen en peulvruchten. Van melk maakten ze de 'luxeproducten' boter en kaas. Om eten langer te bewaren, werd het gedroogd, gerookt, gezouten, gezoet, bewaard onder vet of werd er zuur en zwavel aan toegevoegd.
Een enkeling haalde de veertig, maar dat waren uitzonderingen. In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde.
De levensverwachting stijgt van 81,5 jaar in 2015 naar bijna 86 jaar in 2040. De kans om heel oud te worden neemt flink toe. Het aantal mensen van 100 jaar en ouder zal tussen nu en 2040 bijna verviervoudigen.
Eén van de misverstanden die er over de oudheid bestaan, is dat mensen in de Griekse en de Romeinse wereld niet ouder konden worden dan pakweg 30 à 40 jaar, wat volgens veel geschiedenisboekjes de gemiddelde levensverwachting was.
Er zijn 2 618 874 mensen van 65 tot 80 jaar, en 838 661 80-plussers. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen, in de hoogste leeftijdsgroepen zijn ze dan ook oververtegenwoordigd. Zo zijn er 93 943 vrouwen en 37 786 mannen van 90 jaar of ouder.
Nederland doet het overigens niet slecht. Ons land komt op een 19de plaats (van de 137 onderzochte landen) met een gemiddelde levensverwachting van 81,7 jaar. Net vóór het Verenigd Koninkrijk (20ste plek). Helemaal onderaan de lijst komt Swaziland, hier worden de mensen gemiddeld slechts 48,9.
Grotere kans om 80 te worden
Dankzij de lagere sterfterisico's in 2010 bedroeg deze kans voor mannen dat jaar 63 procent. Tien jaar eerder was dat maar 52 procent. Bij vrouwen was de toename minder sterk, maar hun kans om 80 te worden is nog beduidend groter dan die van mannen.
Het is ook een groot verschil met de levensverwachting in het verleden. Rond 1900 ligt de gemiddelde levensverwachting rond de 44 jaar, in de Middeleeuwen rond de 30 jaar. Dat laatste getal betekent trouwens allerminst dat de meeste mensen duizend jaar geleden rond hun dertigste sterven.
In 1950 bedroeg de gemiddelde levensverwachting bij geboorte in Nederland 71 jaar; in 2015 was die verwachting opgeklommen tot 81 jaar. De groei van de levensverwachting is vooral te danken aan medische vooruitgang, betere voeding, minder roken, gezondere woningen en betere werkomstandigheden.
Russische mannen worden gemiddeld 64,3 jaar oud, vrouwen 76,1 jaar. Nergens anders in de wereld is dit sekseverschil in levensverwachting groter dan in Rusland.
De slimme oermensen
Nog ver voor de Grieken en Romeinen was er de oertijd. Vaak zie je op de televisie oermensen met gele luipaardhuiden lopen en hebben ze een knuppel vast. Ook wordt vaak gezegd dat ze in grotten leefden en vaak zien ze er een beetje dom uit.
Archeologen hebben in Wales artefacten en menselijke resten uit drie verschillende tijdperken gevonden: de vroege prehistorie, de Romeinse tijd en de middeleeuwen.
De prehistorie
Over de precieze afbakening en het definiëren van deze periode bestaat behoorlijk wat discussie. Wij gaan zeggen dat hij eindigt in 3500 v. Chr. In ruimere zin wordt de term gebruikt voor de geschiedenis die héél erg lang geleden is, alhoewel dat een vaag begrip is.