Bent u ouder dan 80 jaar? Dan kunt u zich direct wenden tot een verzorgingstehuis of bejaardenhuis. Het verzorgingshuis of bejaardentehuis in kwestie zal dan een indicatiemelding doen bij het CIZ. Zij zullen dit dan formeel vaststellen, maar u hoeft hier zelf niets aan te doen.
U kunt alleen in een verzorgingshuis gaan wonen met een zogeheten 'indicatie voor verblijf' van het CIZ (Centraal Indicatieorgaan Zorg). De toekomstige bewoner kan zo'n indicatie zelf bij het CIZ aanvragen, eventueel samen met een familielid of mantelzorger.
Voordat u zich kunt inschrijven bij een verpleeghuis, heeft u een indicatie nodig voor de Wet langdurige zorg (Wlz). De huisarts of wijkverpleegkundige kan deze indicatie aanvragen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Een medewerker van het CIZ komt met u praten, daar mag een mantelzorger bij zijn.
Hoe hoog is de eigen bijdrage? In eerste instantie betaalt iedereen die naar een verpleeg- of verzorgingshuis gaat de lage eigen bijdrage. Die verschilt van 174 euro tot 913,20 euro per maand (2022), afhankelijk van het inkomen en vermogen. Op de website van het CAK kunt u een proefberekening maken.
Anno 2021 liggen de prijzen gemiddeld tussen de €1.500 en €5.000 per maand en variëren per zorgvilla. De genoemde kosten betreffen de kosten voor het verblijf (woon- en servicekosten) en zijn exclusief de zorgkosten.
Uw moeder dient een aanvraag voor een indicatiestelling in bij het CIZ. Het kan 6 weken duren voordat uw aanvraag behandeld wordt. Zodra de zorgzwaarte voor uw moeder is vastgesteld komt zij op de wachtlijst voor de zorginstelling/locatie van uw voorkeur.
Rusthuisbewoners en (zak)geld. Het is geen alledaagse connotatie voor velen onder ons, maar niettemin een belangrijk aandachtspunt voor de bewoners, de familie en de instelling waar ze verblijven. Ouderen die over voldoende middelen beschikken, betalen hun rusthuisopname in principe zelf.
Goed om te weten: niet al uw spaargeld telt mee. Er is in 2020 een vrijstelling van 30.846 euro per persoon. Heeft u dus een vermogen dat lager is dan de vrijstelling, dan heeft dat geen invloed op de eigen bijdrage.
Verpleeghuis en AOW
Wanneer uw partner langdurig in een verpleeghuis of een andere Wlz-instelling woont, kunt u kiezen voor AOW als alleenstaande. U blijft gewoon getrouwd, maar krijgt dan beiden AOW ter hoogte van 70% van het netto minimumloon.
In 2022 telt vermogen (zoals spaargeld) tot € 30.846 per persoon niet mee voor de eigen bijdrage. Dit noemen we het 'heffingsvrije vermogen'. Het vermogen boven € 30.846 telt wel mee voor de eigen bijdrage. Dit noemen we de grondslag sparen en beleggen.
Hoogte eigen bijdrage
Zo moet je als je wordt opgenomen een gedeelte van bijvoorbeeld jouw spaargeld of na verkoop de overwaarde van jouw woning gebruiken om de eigen bijdrage te betalen. Je wordt gedwongen tot het opeten van vermogen. Voor wat betreft het vermogen kijkt men naar Box 3.
Een verpleeghuis is bedoeld voor intensieve zorg of zware medische behandelingen. Een verzorgingshuis biedt uitgebreide zorg, ondersteuning en een beschutte woonomgeving, als u door ouderdom of ziekte niet meer zelfstandig kunt wonen, ook niet met hulp van naasten, mantelzorg of thuiszorg.
Berekening eigen bijdrage
De Belastingdienst geeft het inkomen en vermogen aan ons door. In 2021 telt vermogen (zoals spaargeld) tot € 30.360 per persoon niet mee voor de eigen bijdrage. Dit noemen we het 'heffingsvrij vermogen'. Het vermogen boven € 30.360 telt wel mee voor de eigen bijdrage.
Daaruit blijkt dat de kostprijs van een verblijf in het woonzorgcentrum in 2021 gemiddeld 60,8 euro per dag bedroeg. Dat komt neer op een gemiddelde maandelijkse factuur van meer dan 1800 euro.
De meeste particuliere verpleeghuizen zijn vrij duur, maar er zijn ook een aantal verpleeghuizen die betaalbaar zijn voor bewoners die minder te besteden hebben. De meeste zorgvilla's kosten tussen de 2000 en 5000 euro per maand aan huur en dienstverlening.
Mensen met dementie kunnen met een paar kleine aanpassingen twee tot drie jaar langer thuis blijven wonen.
Minimale eigen bijdrage verpleeghuis bij relatief weinig spaargeld in 2021. Als u alleenstaand bent, weinig inkomen heeft (zoals een AOW-uitkering) en niet meer dan ~€25.000 spaargeld heeft dan betaalt u de minimale lage eigen bijdrage van €161,80 per maand in de eerste 6 maanden van uw verblijf in het verpleeghuis.
Mag je schenken aan je kinderen als je al in verpleeghuis zit? Ja, je mag schenken aan je kinderen als je eenmaal bent opgenomen in een verzorgingstehuis.
Een CIZ 4 indicatie staat voor “Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging”. Begeleid Wonen Nederland is hiervoor een geschikte zorginstelling in Eindhoven die gericht is op het verhogen van de zelfredzaamheid en de zelfstandigheid in de maatschappij.
Contact met het CIZ voor het aanvragen van een zorgindicatie
Het CIZ vraagt de behoevende gegevens schriftelijk of telefonisch bij u op of een medewerker van het CIZ bij u thuis komt voor een gesprek of tijdens het spreekuur. Uw mantelzorger of directe naasten mag aansluiten bij dit gesprek.
Hoeveel spaargeld mag je hebben als je 65 bent? Als je In Nederland 65+ bent dan mag je in 2022 €50.650 belastingvrij sparen. Heb je een fiscaal partner of ben je getrouwd dan wordt dit bedrag verhoogd naar €101.300 voor jullie samen.
Betaling AOW stopt na overlijden
De AOW van de persoon die overleden is stopt op de dag na het overlijden. Dit geldt ook voor de inkomensondersteuning AOW en het vakantiegeld.
Bent u getrouwd of woont u samen dan is het nieuwe AOW bedrag per 1 januari € 901,07 bruto per persoon. Netto houdt u daar € 851,52 aan over. Hierbij is rekening gehouden met €172,50 loonheffingskorting en € 49,55 Zvw premie. De AOW uitkering in 2022 is netto €12,97 hoger dan 2021.
Overleg met de huisarts en eventueel de wijkverpleging
Heeft uw moeder niet alleen hulp nodig, maar ook zorg? Praat eens met haar huisarts. Hij of zij kan misschien een rol spelen. De huisarts is op de hoogte van de medische situatie en kan een keer bij uw moeder op bezoek gaan.
Waar ouderen zelfstandig kunnen wonen, maar met zorg in de buurt. Het kabinet Rutte II besloot tot sluiting van de verzorgingshuizen. Ouderen moesten langer thuis wonen en samen met een wijkverpleegkundige werd aan de keukentafel bekeken welke zorg nodig zou zijn.