De meeste baby's zijn gemiddeld tussen de 7 en 10 maanden als ze gaan kruipen. Maar er zijn ook baby's die pas later gaan kruipen (of gaan billenschuiven) of de hele kruipfase overslaan en meteen gaan lopen. Ook hier geldt: maak je niet gelijk zorgen als het bij jouw baby anders gaat.
In het begin zal uw baby echter rondjes draaien om zijn as, dit wordt pivoteren genoemd. Vervolgens kan het zijn dat uw baby zich eerst naar achter verplaatst. Na wat oefenen leert hij hoe vooruit te komen. De gemiddelde leeftijd dat kinderen langzaam beginnen te tijgeren ligt rond de 7-8 maanden.
Iedere baby ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Dit geldt ook voor kruipen. Er zijn baby's die na 6 maanden al vrolijk rondkruipen. Maar maak je niet meteen zorgen als je baby na een jaar nog niet zo ver is.
Het is prettig wanneer hij de ruimte heeft om zich voort te bewegen. Ziet hij spannende dingen waar hij nog niet bij kan, dan wordt hij gestimuleerd om erheen te kruipen. Gaat je kind op handen en voeten staan, dan is dat ook een mooie oefening. Je kunt naast je baby gaan zitten en hem aansporen naar je toe te komen.
Tijdens het kruipen leert het kind te reageren op visuele en auditieve prikkels, en traint zijn balans waardoor zijn positiezin steeds verbeterd. Naast de oog-hand coördinatie die verder ontwikkeld wordt de gevoeligheid in zijn handen steeds beter.
Sommige baby's kruipen zelfs helemaal niet. Ze gaan meteen staan, kruipen en lopen. Maar er is een breed scala aan wat 'normaal' is als het gaat om het bereiken van ontwikkelingsmijlpalen . Alleen omdat je dochter op 8 maanden nog niet heeft gekropen, betekent dat niet dat er iets mis met haar is.
Zitje om zonder hulp rechtop te zitten
Er is geen enkele reden om een baby van een paar maanden zelfstandig rechtop te zetten als hij of zij dit nog niet uit zichzelf kan. Dit kan zelfs negatieve gevolgen hebben voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld rug en heupen.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten.Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Dat is een teken dat je baby gaat omrollen. Sommige baby's doen dit al als ze 4 maanden zijn, maar de meeste baby's kunnen omrollen als ze ongeveer 6 maanden zijn. Kruipen komt daar vaak achteraan. Veel baby's beginnen uit zichzelf met kruipen, maar er zijn ook baby's die de kruipfase overslaan.
Sommige baby's kunnen al met 10 maanden echt loslopen, anderen doen het later. Het duurt ongeveer 4 maanden vanaf het moment dat je kind gaat staan en langs de rand gaat lopen, tot het moment dat je kind losloopt. Maar het kan ook langer duren. De meeste kinderen kunnen rond 18 maanden loslopen.
Wanneer je baby 12 weken oud is kan hij/zij het hoofdje continu overeind houden. Je merkt dit vooral wanneer je je baby op de buik legt of rechtop zet. Het hoofdje zal dan amper terugzakken. Je kunt de nek- en schouderspieren van je kindje stimuleren door hem of haar regelmatig overeind te zetten.
Je baby begint normaal gezien met jouw hulp rechtop te zitten wanneer hij tussen de zes en acht maanden oud is. Als hij acht of negen maanden oud is, leert je baby gewoonlijk zonder hulp rechtop te zitten.
Wanneer begint je baby met omrollen? Als je baby zijn hoofd goed rechtop kan houden in buikligging, begint hij vrij snel met omrollen. Sommige baby beginnen hier al mee rond 4 maanden, maar de meeste baby's leren het omrollen als ze ongeveer 6 maanden oud zijn.
Je kind gaat gesprekken nadoen door klanken na te zeggen. Dit zijn vaak nog geen bestaande woorden, maar stukjes ervan, of iets wat erop lijkt. Je kind gaat steeds meer echte woorden gebruiken, tussen zijn gebrabbel door. De meeste kinderen zeggen hun eerste woorden wanneer zij één tot anderhalf jaar oud zijn.
Zoals alle ontwikkelingsmijlpalen is zitten een progressieve vaardigheid. Naarmate uw baby sterker wordt en leert om zijn gewicht in evenwicht te houden, kan hij langer blijven zitten. De meeste baby's kunnen rond de leeftijd van 6 tot 9 maanden zelfstandig enkele minuten zitten en rond de leeftijd van 9 maanden zelfstandig in een zittende positie komen .
' Automatische draait je baby's of dreumes zichzelf op zijn buik, lekker met de knieën iets onder de buik en de billen in de lucht. Kinderarts Corrie Jacobs zegt dat kinderen deze houding fijn vinden omdat ze ook zo in de baarmoeder lagen: 'Kinderen kruipen graag terug in de foetushouding.
Ook ligt je baby er veilig en comfortabel in en is het goed beschermd tegen te veel licht en schokken. Vanaf dat je kind zelfstandig kan zitten, vervang je de kinderwagenbak door het stoeltje. Zo krijg je een wandelwagen. Je kindje is dan ongeveer tussen de 6 tot 9 maanden oud.
Sommige kinderen leren nooit kruipen, maar gaan direct van zitten over op lopen. Volgens kinderarts Dr.Alan Greene, is er fysiek niets mis met je kind als hij niet 'op tijd' gaat kruipen of zelfs helemaal niet kruipt. Zolang het zich maar over de vloer beweegt met iedere arm en ieder been, op welke manier dan ook.
Veel baby's slaan het kruipen over en ontwikkelen zich normaal. Onderzoek schat dat 4 tot 15 procent van de baby's niet op handen en knieën kruipt.
Waarom het niet goed is je kindje te laten zitten
De rugspieren en wervelkolom zijn er gewoon nog niet klaar voor. De spieren van de rug worden sterk door ze te gebruiken tijdens het spelen op de vloer. Vooral op de buik liggen, geeft je baby alle gelegenheid de rugspieren te versterken.
Onderwijswetenschappers hebben ontdekt dat kinderen met ADHD en andere leerproblemen in de meeste gevallen relatief kort kruipen . Een onvolgroeide symmetrische tonische nekreflex (STNR) kan ook worden veroorzaakt doordat een baby te kort kruipt of het kruipen helemaal overslaat.
In werkelijkheid geldt: hoe langer baby's kruipen en sluipen, hoe beter het is voor hun toekomstige leerproces. Er is geen reden om haast te maken om uw baby's te laten lopen - het is niet hoe vroeg een kind loopt, maar hoeveel er geleerd wordt voordat het loopt, dat de ontwikkeling van hun fysieke, sociale en academische welzijn beïnvloedt.