Op de meeste basisscholen leren kinderen letters schrijven vanaf groep 3, terwijl er in groep 1 en 2 al veel voorbereidend schrijfonderwijs plaatsvindt. Leren schrijven is een kwestie van goed oefenen, waarbij de leerkracht let op hoe je kind de pen vasthoudt.
Vanaf groep 4 krijgt je kind 'begrijpend lezen' en gaat het zelf stukjes schrijven. Verder worden de woordenschat, de zinsbouw en de spelling steeds beter. Je kind kan steeds beter vertellen of opschrijven wat het denkt, bedoelt of meemaakt.
De voorbereiding op leren lezen en schrijven gebeurt in groep een en twee. In groep drie leert je kind eerst om letters te herkennen, en daarna om woordjes en eenvoudige zinnen te lezen. Kinderen leren lezen tussen vijf en acht jaar.
“Motorisch zijn de meeste kleuters nog niet zodanig ver ontwikkeld dat ze al kunnen schrijven. Toch merk ik in de praktijk dat er toch al (aardig wat) schrijfdoelen worden gesteld aan kinderen. Deze doelen komen meestal voort uit het creëren van een soepele overgang tussen groep 2 en 3.
Je kind van 7 jaar kan:
zinnen van drie tot vier woorden schrijven.
Motorisch kan een vijfjarige een bal laten stuiteren en vangen. Op de schommel kan hij zichzelf heen en weer laten schommelen. Een vijfjarige kan minimaal drie passen hinkelen. En een vijfjarige kan minimaal een eenvoudig poppetje tekenen.
Hij kan zijn evenwicht op een been goed bewaren, kan wel drie traptreden tegelijk nemen en de meeste kinderen fietsen nu ook zonder zijwieltjes. De motoriek van kinderen van 6 jaar is nog niet helemaal ontwikkeld, maar ze zijn dol op rennen, klimmen, stoeien, gooien en vangen.
Op school leert je kindje veel nieuwe vaardigheden zoals getallen, vormen en letters herkennen, luisteren naar elkaar en verhaaltjes navertellen. Ook maakt hij kennis met rijmen, lettergrepen, seizoenen, dagen in de week en oefent hij met het schrijven van zijn naam.
Je kind van 5 jaar kan:
tellen tot 20 en terug. de cijfers 1 t/m 10 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op en hoeveelheden t/m 12 vergelijken en ordenen (meer, minder, verschil, alles) en schatten.
Ga samen knutselen, tekenen en verhaaltjes schrijven. Laat je kind vooral kiezen wat hij zelf leuk vindt, anders zal de motivatie al snel verdwijnen. Ook door het spelen met constructiemateriaal, zoals lego, ontwikkelt je kind zijn fijne motoriek.
Hij kan ook zelf woorden stempelen. Ook schrijven, maar stempelen is makkelijker.
Hij kan het verschil van een volle en lege blaas leren voelen en leren zijn blaas op commando te ontspannen als hij gaat plassen. Je kunt je kind nu lekker zijn gang laten gaan, zeker in de speeltuin. Hij kan zelf op de glijbaan, hij wil zelf klimmen. Het is goed voor zijn spierontwikkeling, motoriek en zelfvertrouwen.
De motoriek van een 6 jarig kind gaat steeds beter en de lichamelijke- en taalontwikkeling van je kind zijn zo goed als voltooid. Rond deze leeftijd is je kind klaar om te gaan leren lezen en schrijven. Weer zo'n grote stap in de taalontwikkeling.
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'.
Lezen begint met letters en klanken. In groep 1 en 2 oefenen kinderen heel veel met luisteren en het onderscheiden van klanken en wordt een begin gemaakt met het koppelen van klanken aan die letters. Bij het 'echte' leren lezen in groep 3, is die vertrouwdheid met klanken en letters heel belangrijk.
Elk kind is anders en heeft een andere ontwikkeling. Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Cognitieve ontwikkeling
Op deze leeftijd zal je kind gaan leren om concreet te gaan denken. Hij leert nog wel het makkelijkst door de dingen als plaatjes voor zich te zien. Overigens zijn er kinderen (en volwassenen) die beelddenkers zijn en blijven. Hierbij denk je vooral in beelden.
Je peuter van 2,5 jaar oud is een spons als het gaat om taal. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met meer dan tien woorden per week. Met 18 maanden kende je kindje nog maar zo'n tien woorden, nu gaat hij al richting de 750 woorden. Je kletskous gaat taal steeds beter begrijpen.
Jouw kind kan nu zijn lichaam draaien als hij een bal gooit. Hij kan nu ook een stap maken van ongeveer 48 centimeter waarbij hij zijn voet afwikkelt van de hak naar de teen. Ondertussen bewegen zijn armen precies de andere kant uit.
6 tot 10 jaar. Wanneer je kind naar groep 3 gaat kent het de dagen van de week en soms ook de verschillende maanden. In groep 3 en 4 groeit het tijdsbesef verder en leert je kind klokkijken. Eerst leert het hele en halve uren herkennen en benoemen.
Welke letters leert je kind in kern 1? In kern 1 van Veilig leren lezen kim-versie leren de kinderen de letters p, aa, r, e en v. Met deze letters en de letters van de vorige kern (i,k, m en s) kunnen ze nu al zinnen en korte tekstjes lezen.
Vanaf zijn 7e verjaardag wordt je kind voorzichtiger en rustiger. Hij krijgt meer controle over zijn lichaam en denkt meer na voordat hij iets doet. En hij leert ook om meer geduld te hebben.