Otto Heinrich Frank was een Duitse zakenman die in 1949 tot Nederlander werd genaturaliseerd en vanaf 1953 in Zwitserland woonde. Hij was de vader van Anne Frank en Margot Frank. Otto Frank was het enige lid van het gezin Frank dat de Tweede Wereldoorlog overleefde.
Tijdens de bezetting van Nederland duikt de Joodse Anne Frank in 1942 onder voor de nazi's. Na twee jaar wordt ze ontdekt. In 1945 sterft ze in concentratiekamp Bergen-Belsen.
Peter redde Otto met eten
Tussen november 1944 en januari 1945 bracht hij Otto Frank bijna elke dag eten. Zo hielp hij Otto het kamp te overleven.” Toen het Russische leger Auschwitz midden januari 1945 naderde, moest Van Pels mee op dodenmars naar het concentratiekamp Mauthausen.
Naast de acht onderduikers, werden ook de mannelijke helpers Johannes Kleiman en Victor Kugler op 4 augustus 1944 opgepakt. Slechts drie van hen overleven de oorlog: Johannes Kleiman, Victor Kugler en Otto Frank.
Duitsland. Anne Frank, of voluit Annelies Marie Frank, werd in 1929 geboren in Frankfurt am Main. Haar ouders, Otto en Edith Frank zijn beiden joods en wanneer de nazi's aan de macht komen in Duitsland besluit vader Otto om als eerste te emigreren naar Nederland.
Hannah Goslar (1928) en Anne Frank (1929) zijn boezemvriendinnen in de tijd dat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Wanneer de familie Frank onderduikt, verliezen ze elkaar uit het oog. Drie jaar later, in 1945, volgt een bijzondere ontmoeting tussen de twee meisjes in het concentratiekamp Bergen-Belsen.
De eerste vier jaar van haar leven woont Anne (officieel: Annelies Marie) in Frankfurt am Main (Duitsland). Zij is een vrolijke en ondeugende peuter. Zo gaat zij bijvoorbeeld volgens de hulp in de huishouding Kathi met veel plezier in een regenplas zitten en moet Kathi haar daar een verhaaltje vertellen.
Kitty is het fictieve personage aan wie Anne uiteindelijk al haar dagboekbrieven richt. De naam Kitty komt uit een serie boeken die Anne leest. Dat zijn de boeken van de Nederlandse schrijver Cissy van Marxveldt. Die boeken gaan over het meisje Joop, dat met haar vriendinnenclub allerlei avonturen beleeft.
Nadat Anne en haar familie een tijdje gevangen zijn gehouden in Kamp Westerbork, worden ze op transport gezet naar concentratiekamp Auschwitz-Birkenau. Hier komen ze in september 1944 aan. Dit is het verhaal van Anne Frank en de onderduikers van het Achterhuis nadat ze zijn ontdekt en gearresteerd.
Anne schrijft dat ze 'zin heeft om met iemand te corresponderen' en gebruikt daarvoor meerdere fictieve personages (Kitty, Pop, Phien, Conny, Lou, Marjan, Jettje en Emmy). Die personages vormen in Annes fantasie samen een vriendinnenclub. Ze begint met Jettje en Emmy en daarna duikt dus ook de naam Kitty op.
Daar zaten in totaal acht mensen ondergedoken: de familie Frank, Hermann van Pels, Auguste van Pels en hun zoon Peter van Pels (die model stonden voor de familie Van Daan in het dagboek) en naderhand ook Fritz Pfeffer, een Joodse tandarts (die model stond voor het dagboekpersonage Dussel).
De meeste mensen kwamen in Auschwitz-Birkenau aan per trein, vaak na een dagenlange reis in goederenwagons. In 1944 werd de spoorlijn tot in het kamp nabij de gaskamers doorgetrokken en werd het vernietigingsproces nog grootschaliger uitgevoerd.
In 1939 breekt de Tweede Wereldoorlog uit met de Duitse inval in Polen. Op 10 mei 1940 vallen Duitse troepen Nederland binnen. Binnen 5 dagen is de strijd afgelopen. De Nederlandse regering gaat in ballingschap en vestigt zich in Londen.
De reis duurt minstens drie dagen en drie nachten. Via Duitsland komt de trein uiteindelijk in Polen aan. Hier bouwen de Duitsers concentratiekampen. De grootste en meest beruchte daarvan is kamp Auschwitz.
Willem van Maaren was de verrader.
Otto Frank en de helpers klagen hem in 1947 aan bij de politieke recherche omdat ze hem verdenken van verraad. Onderzoek levert echter geen bewijs op voor zijn schuld. Van Maaren bestrijdt de beschuldigingen en wijst een schikking van de hand. De kantonrechter verwerpt de aanklacht.
Het Achterhuis is de titel van het dagboek van Anne Frank (1929-1945) voor het eerst uitgegeven op 25 juni 1947. Het is genoemd naar het onderduikpand Het Achterhuis op de Prinsengracht en is het verhaal van een ondergedoken jong Joods meisje ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.
Anne overleed in Bergen-Belsen, maar niet in een gaskamerHaar moeder is overleden aan uithongering, haar zus overleed aan tyfus en ze leefde in de veronderstelling dat haar vader Otto ook was overleden. Een paar dagen na de dood van haar zus overleed ook Anne aan tyfus, in maart 1945.
Het was de bedoeling om deze mensen uit te wisselen voor geld of Duitse krijgsgevangenen. Het werd ook wel “uitwisselkamp” genoemd en de omstandigheden waren hier iets beter: Iedereen mocht zijn of haar bagage houden (1 koffer/rugtas) evenals de eigen kleren (met jodenster! Vandaar de naam “Sterkamp”)
Eigenlijk laat het leven in zo'n kamp zich nauwelijks beschrijven. Het dagelijks leven van de gevangenen werd beheerst door angst, gebrek aan hygiëne, honger, oververmoeidheid, gedwongen arbeid, gebrek aan ruimte en heel vaak ook door het verdriet om vermoorde of vermiste familieleden of vrienden.
Van de 28.000 Joodse onderduikers in de Tweede Wereldoorlog worden er 8000 ontdekt en afgevoerd naar concentratiekampen. Ook Anne Frank en haar familie worden gearresteerd. Sommige onderduikers worden verraden door bekenden, die daar geld voor krijgen van de Duitsers.
Pick-Goslar woont heden in Jeruzalem.
In 1943 worden Hannah, haar zusje Gabi, haar vader en haar grootouders opgepakt en direct naar Westerbork gestuurd. Alleen Hannah en Gabi zouden de oorlog overleven. Haar moeder was al tijdens de oorlog overleden toen zij een miskraam kreeg.
Actrice Josephine Arendsen (16 jaar oud) speelt Pick-Goslar in het verhaal. Heel bijzonder, vindt ze. "Ik speel een Joods meisje in de oorlog.